¤
Selecteer uit de lijst Interface, welke virtuele driver er wordt gebruikt.
TUN
TAP
¤
Selecteer uit de lijst Protocol het transportprotocol dat voor de communicatie moet wor-
den gebruikt. U kunt kiezen uit TCP of UDP.
¤
Voer in het veld Serveradres het IP-adres of de computernaam van de OpenVPN-servers
in.
¤
Voer in het veld Serverpoort het poortnummer voor de tunnel in. Standaardinstelling:
1194.
¤
Als de gegevens van de virtuele verbinding moeten worden gecomprimeerd, dan selec-
teert u voor LZO-compressie de optie Ja.
Voor een IP-tunnel met routing (routing-mode). TUN simuleert een point-
to-point-netwerkapparaat en communiceert via IP-pakketten.
Voor een Ethernet-IP-tunnel (bridge-mode). TAP simuleert een Ethernet-
toestel en communiceert via Ethernet-frames.
Instellingen van de telefoon via de webconfigurator
131