Download Print deze pagina

Gigaset DE700 IP PRO Handleiding pagina 122

Verberg thumbnails Zie ook voor DE700 IP PRO:

Advertenties

Instellingen van de telefoon via de webconfigurator
IP-adres
Voer een IP-adres in voor uw telefoon. Via dit IP-adres is het toestel voor andere deelne-
mers in uw lokale netwerk (bijvoorbeeld PC's) bereikbaar.
Het IP-adres bestaat uit 128 bits. Het adres wordt weergegeven door acht velden met
hexadecimale waarden 0-FFFFFF, gescheiden door een dubbele punt, bijvoorbeeld
2001:b021:189:0:205:5dff:fe6b:87.
Het IP-adres bestaat uit een prefix en een interface identifier. De lengte van de prefix (nor-
maal 64 bits) wordt gedefinieerd via de waarde van Lengte prefix.
Lengte prefix
De prefixlengte geeft aan, hoeveel bits van het IP-adres worden gebruikt voor de netwerk-
prefix. U moet de prefixlengte invoeren die in uw netwerk wordt gebruikt.
Voorkeur-DNS-server
Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in. DNS (Domain Name System) maakt het
mogelijk openbare IP-adressen toe te wijzen aan symbolische namen. De DNS-server is
nodig om bij het tot stand brengen van een verbinding naar een server de DNS-naam om
te zetten in het IP-adres.
U kunt hier het IP-adres van uw router/gateway invoeren. De router/gateway leidt adres-
aanvragen van het toestel door naar zijn DNS-server.
Bij levering is geen DNS-server ingesteld.
Alternatieve DNS-server
Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in die moet worden gebruikt als de pri-
maire DNS-server onbereikbaar is.
VLAN-tagging
Een lokaal netwerk kan worden opgedeeld in logische deelnetwerken, zogeheten VLAN's
(VLAN = Virtual Local Area Network, Standard IEEE 802.1Q). Hierbij delen meerdere VLAN's
een fysiek netwerk en de bijbehorende componenten, bijvoorbeeld switches. Datapakketten
van een VLAN worden niet doorgestuurd naar een ander VLAN. VLAN's worden vaak gebruikt
om het dataverkeer van verschillende diensten (internettelefonie, internet-tv, ...) van elkaar te
scheiden en om verschillende prioriteiten vast te leggen voor het dataverkeer.
U kunt uw telefoon en een PC die u op de PC-poort van uw telefoon heeft aangesloten in
twee verschillen VLAN's gebruiken. U voert hier de VLAN-codes (VLAN-tags) van uw VLAN's
in. Voer hier de VLAN-tags van uw VLAN in. Deze krijgt u van uw netwerkbeheerder.
Let op
Als u de PC in een ander VLAN gebruikt dan uw telefoon, dan heeft u geen directe toe-
gang meer tot de webconfigurator van de telefoon.
¤
Kies voor Gebruik VLAN-tagging een van de volgende opties:
Nee
Alleen LAN-poort
LAN- en PC-poort
122
Als u een VLAN gebruikt (standaardinstelling).
Als u uw telefoon en uw PC in hetzelfde VLAN gebruikt.
Als u uw telefoon en uw PC in verschillende VLAN's gebruikt.

Advertenties

loading