2
Bediening - systeemtelefoons
Telefoon ontgrendelen zonder functietoets ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
!13
"
"
!
Noopoproep ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
-
"
+
=
Directe oproep (babyoproep) ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
+
&
2 - 68
Met "set 13" starten.
Op het display is de actuele instelling gemar-
keerd.
"0": Telefoon ontgrendelen
Als op het display de telefooncode gevraagd
wordt. Code invoeren.
Toets "set" inerukken (valt weg als u het
codegetal ingevoerd hebt).
Hiermee is de handeling afgesloten. U kunt
uw telefoon opnieuw gewoon gebruiken.
De telefoon is afgesloten, de hoorn ligt neer.
Noopoproepgeheugen * of # . Voor-
beeld:"
".
*
Het telefoonnummer wordt weergegeven.
Hoorn opnemen, het nummer wordt auto-
matisch gekozen.
of
toets "luidspreker" indrukken, u bent nu in
de handenvrije modus, het nummer wordt
automatisch gekozen.
Spreek zoals gebruikelijk.
De telefoon is afgesloten, hoorn opnemen.
Door het indrukken van een willekeurige
toets wordt het telefoonnummer dat als een
direct nummer is opgeslagen gekozen. U
kunt gewoon spreken.
Telef. vergrend.
aan:>1<
uit: 0
Telef. vergrend.
aan: 1
uit:>0<
--
11:52
-- -- -- -- --
Nood-/babyoproep
* of #
Noopoproep 1
123
Noopoproep
123
Nood-/babyoproep
* of #
Babyoproep
45678