Telefoonslot - noodoproep / directe oproep (babyoproep)
U kunt uw telefoon tegen het gebruik door
onbevoegden beveiligen door uw telefoon
af te sluiten.
Als uw telefoon afgesloten is, dan kunt u:
- enkel nog interne gebruikers oproepen
- alle binnenkomende gesprekken aanne-
men en evtl. intern doorgeven
- extern enkel de opgeslagen directe tele-
foonnummers (babynummers) en het op-
Telefoon afsluiten ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
-%
De hoorn is neergelegd. Toets "slot" indruk-
ken. De telefoon is afgesloten. Op het display
staat "telefoonslot".
Als iemand probeert extern te kiezen, hoort
hij een fouttoon.
Telefoon ontgrendelen ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
-%
De hoorn is neergelegd. Toets "slot" indruk-
ken. De telefoon is ontgrendeld. U kunt uw
telefoon weer gewoon gebruiken.
"
Als op het display de telefooncode gevraagd
wordt. Code invoeren.
Telefoon afsluiten zonder functietoets ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
!13
Met "set 13" starten.
Op het display is de actuele instelling gemar-
keerd.
"
"1": Telefoon afsluiten
!
Toets "set" indrukken.
Hiermee is de handeling beëindigd. Uw tele-
foon is vergrendeld.
Op het display staat "telefoonslot
opgeslagen noodnummers of babynummers
"noodoproep/babyoproepr
Als iemand probeert extern te kiezen, hoort
hij een fouttoon.
Bediening - systeemtelefoons
geslagen nummer voor het automatische
kiezen selecteren. Het automatische kie-
zen moet u voor het afsluiten van de tele-
foon inschakelen.
Als u een telefooncode voor uw telefoon
geprogrammeerd heeft, dan moet u uw
code met vier cijfers invoeren om uw tele-
foon opnieuw te ontgrendelen.
" of bij
".
2
Telefoonslot
--
11:52
-- -- -- -- --
Telef. vergrend.
aan: 1
uit:>0<
Telef. vergrend.
aan:>1<
uit: 0
Telefoonslot
2 - 67