2
Bediening - systeemtelefoons
Oproepvariant 3 met speciale functietoets in-/uitschakelen ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
Hebt u bij het instellen van de functietoets
"oproepvariant 3" een nummer van uw
telefooninstallatie vast toegewezen, dan
kunt u de oproepvariant 3
+
/
OVA 3
(
/
OVA 3
(
Aanwijzingen ¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢¢
Het "!"-teken staat evt; voor meerdere in-
stellingen van uw telefooninstallatie. Door
evt. meerdere keren op
u de instellingen laten weergeven.
2 - 38
De hoorn is neergelegd.
Toets "OVA 3" (oproepdoorschakeling)
indrukken. De oproepvariant 3 is hierdoor in-
geschakeld.
Terug naar het standaarddisplay. Ter controle
ziet u op het display het "!"-teken.
Toets "OVA 3" (oproepdoorschakeling) in-
drukken. De oproepvariant 3 is hierdoor uitge-
schakeld als hij voordien ingeschakeld was.
Terug naar het standaarddisplay. Het "!"-te-
ken in het display is uit.
te drukken, kunt
&
(oproepdoorschakelling intern) gewoon
door het indrukken van de toets "OVA 3"
in- en uitschakelen.
Met
wordt weergegeven voor welk
$
nummer de instelling geldt. De weergege-
ven instelling kunt u met
(uitschakelen).
--
11:52
-- -- -- -- --
Doorschakeling
ext.ALPHA
--
11!52
-- -- -- -- --
Doorschakeling
ext.ALPHA
--
11:52
-- -- -- -- --
deactiveren
?