7. Bediening
7.1 QUBO
7.1.1 Laser in- /uitschakelen
Aan:
Draai de aan/uit-schakelaar naar rechts (schakelaarstand AAN), de pendelunit wordt vrijgegeven -
Indicator «BATT-ON» brandt (het apparaat zendt alle lijnen en punten uit de uitgangsopeningen).
Het instrument nivelleert zich automatisch in het aangegeven nivelleerbereik
Uit:
Draai de aan/uit-schakelaar naar links (schakelaarstand UIT), de pendelunit wordt vergrendeld -
Indicator «BATT-ON» dooft.
Aanwijzing
Magneten kunnen het meetapparaat beïnvloeden en tot foutieve resultaten leiden.
Als de verticale laserlijn niet loodrecht op de muur of op het detectievlak wordt geprojecteerd, kunnen
oneffenheden tot foutieve meetresultaten leiden.
Let erop dat de verticale lijn loodrecht op de muur of het detectievlak wordt geprojecteerd.
Sterke temperatuurschommelingen kunnen leiden tot foutieve meetresultaten.
Laat het apparaat vóór de inbedrijfstelling acclimatiseren aan de omgevingsomstandigheden.
De indicator «BATT-ON» knippert wanneer de accucapaciteit lager wordt dan 10%.
Laad de accu tijdig op of zet extra vervangende SOLA Li-Ion accu's gereed.
7.1.2 PULSE-modus
Om de laserlijnen ook op langere afstanden of onder ongunstige omgevingsomstandigheden te kunnen
waarnemen, kan de handontvanger REC LRD0 worden gebruikt. De QUBO moet daartoe in de
PULSE-modus worden gebruikt.
Aan:
QUBO inschakelen.
Toets «MODE» indrukken - indicator «PULSE» brandt.
Uit:
Toets «MODE» indrukken - indicator «PULSE» dooft.
NL
(zie hoofdstuk 3 / Technische gegevens).
19