Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Condensafvoer Aansluiten; Wateraansluiting Aansluiten - FRIEDHELM LOH Rittal 3363 Series Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.4 Condensafvoer aansluiten

Aan de lucht/water-warmtewisselaar kunt u een flexi-
bele condensafvoerslang, Ø 12 mm (
(zie afb. 14).
De condensafvoer
– dient met het juiste verval te zijn aangebracht
(geen sifonvorming)
– dient knikvrij te zijn
– mag bij een verlenging niet in doorsnede zijn
gereduceerd
De condensslang is leverbaar als toebehoren
(zie ook toebehoren in het Rittal-handboek).
1
2
3
Afb. 14:
Condensafvoer aansluiten
Legenda
1
Koelwateraansluiting (toevoer)
2
Koelwateraansluiting (retour)
3
Condensafvoer
Sluit een geschikte slang op de condensafvoer-
steun aan (aan de onderzijde van de warmtewisse-
laar) en borg deze met een slangklem
(aandraaimoment 2 Nm).
Plaats de condensslang bijv. in een afvoer.
Om waterterugslag te voorkomen mag de slang
niet vernauwd worden.

4.5 Wateraansluiting aansluiten

Er zijn 4 verschillende mogelijkheden om het water
aan te sluiten op de lucht/water-warmtewisselaar.
1
a)
/
˝ slangklem (standaard bij levering)
2
Standaard kan de lucht/water-warmtewisselaar
worden aangesloten op een flexibele waterslang
1
Ø 12 mm (
/
˝) met de reeds gemonteerde slang-
2
klemaansluiting.
De koelwaterslang
– dient knikvrij te zijn
– mag bij een verlenging niet in doorsnede worden
gereduceerd en dient eventueel te worden geïso-
leerd.
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding Rittal lucht/water-warmtewisselaars
4 Montage en aansluiting
1
/
˝) monteren
2
Afb. 15:
Legenda
1
Koelwateraansluiting (toevoer)
2
Koelwateraansluiting (retour)
3
Condensafvoer
b) Vast aansluiting met G
(standaard bij levering)
Standaard kan de lucht/water-warmtewisselaar wor-
den aangesloten op een vast leidingwerk met de
meegeleverde G
Hiervoor dient de standaard slangklemaansluiting
te worden gedemonteerd (zie afb. 16)
De G
draaien
Afb. 16:
3
1
2
Koelwatertoevoer en -retour aansluiten
3
/
˝ buitendraad
8
3
/
˝ buitendraad aansluiting.
8
3
/
˝ aansluiting monteren en met 25 Nm aan-
8
25 Nm
Slangklemaansluiting demonteren
Opmerking:
Let er op dat bij het demonteren van de
slangklemaansluiting de fitting aan de ap-
paraatzijde wordt gefixeerd (sleutel SW22).
Hierdoor voorkom je een mogelijke lekkage
op de verbindingen.
NL
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave