Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Richtlijnen Bij De Elektrische Installatie; Aansluitgegevens; Overspanningsbeveiliging En Netbelasting; Deurschakelaar (Alleen E-Comfortcontroller) - FRIEDHELM LOH Rittal 3363 Series Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.6 Richtlijnen bij de elektrische installatie

Neem bij de elektrische installatie alle geldige natio-
nale en regionale voorschriften alsmede de voor-
schriften van de betreffende energiebedrijven in
acht. De elektrische installatie mag alleen door een
erkende elektrotechnicus worden uitgevoerd, die
verantwoordelijk is voor het aanhouden van de be-
staande normen en voorschriften.

4.6.1 Aansluitgegevens

– De aansluitspanning en -frequentie dient overeen
te komen met de op het typeplaatje vermelde
nominale waarden.
– De lucht/water-warmtewisselaar moet via een schei-
dingsschakelaar op het net worden aangesloten.
De scheidingsschakelaar moet in uitgeschakelde
toestand een contactopening van ten minste 3 mm
hebben.
– Aan de voedingszijde van de warmtewisselaar
mag geen extra temperatuurregeling worden voor-
geschakeld.
– Installeer als kortsluitbeveiliging voor kabels en
aggregaten de op het typeplaatje vermelde voor-
zekering (beveiligingsautomaat of gG/(gL) smelt-
zekering).
– De netaansluiting dient een potentiaalvereffening
te garanderen die nagenoeg vrij is van externe
spanningen.

4.6.2 Overspanningsbeveiliging en netbelasting

– De warmtewisselaar beschikt niet over een eigen
overspanningsbeveiliging. De gebruiker dient aan
de netzijde maatregelen t.b.v. een effectieve blik-
sem- en overspanningsbeveiliging te treffen. De
netspanning mag de tolerantie van ±10 % niet
overschrijden.
– De ventilatoren in éénfase-warmtewisselaars zijn
intrinsiekveilig (thermische wikkelingsbeveiliging).
Dat geldt ook voor alle trafoversies alsmede voor
warmtewisselaars met afwijkende spanningen, die
eveneens met een trafo zijn uitgerust.
4.6.3 Deurschakelaar
(alleen e-Comfortcontroller)
– Elke deurschakelaar mag slechts aan één lucht/
water-warmtewisselaar worden toegewezen.
– Op één lucht/water-warmtewisselaar kunnen,
parallelgeschakeld, meerdere deurschakelaars
worden aangesloten.
– De minimale doorsnede van de aansluitkabel be-
2
draagt 0,3 mm
bij een kabellengte van 2 m. Het is
aanbevolen een afgeschermde kabel te gebrui-
ken.
– De kabelweerstand naar de deurschakelaar mag
max. 50 Ω bedragen.
– De deurschakelaar mag alleen potentiaalvrij wor-
den aangesloten, zonder externe spanningen.
– Het contact van de deurschakelaar dient bij
geopende deur te zijn gesloten.
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding Rittal lucht/water-warmtewisselaars
4 Montage en aansluiting
De lage veiligheidsspanning voor de deurschake-
laar wordt verzorgd door de interne voeding: stroom
ca. 30 mA DC.
Sluit de deurschakelaar aan op de klemmen 1 en 2
van de aansluitconnector.
De deurschakelaar is leverbaar als toebehoren
(bestelnr. 4127.010).

4.6.4 Potentiaalvereffening

Rittal raadt aan om op het aansluitpunt van de poten-
tiaalvereffening bij lucht/water-warmtewisselaars
een ader met een nominale doorsnede van minimaal
2
6 mm
aan te sluiten en in de bestaande potentiaal-
vereffening op te nemen.
De aardlitze in de netaansluitkabel geldt volgens de
norm niet als potentiaalvereffeningsader.

4.6.5 Aansluiten voeding

Voltooi de elektrische installatie aan de hand van
het elektrische schema aan de achterzijde van de
lucht/water-warmtewisselaar.
Voor de types 3363.xxx en 3364.xxx met een afwij-
kende spanning is een externe transformator
noodzakelijk (kijk daarvoor bij de Rittal
systeemtoebehoren).
Wanneer u systeemmeldingen via het systeem-
meldrelais wilt uitlezen, sluit dan bovendien een
geschikte laagspanningskabel aan op de aansluit-
klemmen 3 – 5.
NL
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave