2. VOORZORGSMAATREGELEN
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER:
VERANDERINGEN OF MODIFICATIES AAN DIT PRODUCT DIE NIET DOOR DE FABRIKANT ZIJN
GOEDGEKEURD MAKEN DE GARANTIE ONGELDIG.
WAARSCHUWING
• Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor
gebruik met een achteruitkijksysteem voor
voertuigen. Gebruik het apparaat niet voor
andere doeleinden.
• Maak de negatieve (-) accukabel van het
voertuig los voordat u begint met het
aansluiten van de bedrading.
• Probeer het apparaat niet te demonteren
en breng er ook geen wijzigingen in aan.
• Als er gaten in het voertuig geboord
moeten worden in verband met de
montage van het apparaat, controleer dan
eerst of de boor of de bedrading van de
camera niet in contact komt met de
leidingen, benzinetank, elektrische
bedrading of andere belangrijke
onderdelen van het voertuig.
• Vertrouw niet enkel op het monitorbeeld
bij het achteruitrijden van het voertuig.
De achteruitkijkmonitor is een hulpmiddel
waarmee op de aanwezigheid van
obstakels aan de achterkant van het
voertuig kan worden gecontroleerd, maar
deze monitor heeft een beperkt bereik. De
monitor moet in combinatie met directe
visuele waarneming worden gebruikt.
• Rijd altijd langzaam wanneer u
achteruitrijdt.
De achteruitkijkmonitor toont een
breedbeeld-weergave, wat betekent dat de
feitelijke afstand anders kan zijn dan het
subjectieve beeld op de monitor aangeeft.
• Gebruik het apparaat niet wanneer het
beeldelement of andere onderdelen niet
juist werken.
• Wanneer de montage en de aansluitingen
zijn voltooid, moet u controleren of de
claxon, remmen en waarschuwingslichten,
en ook de andere elektrische apparatuur
van het voertuig, juist werken.
44
CC4001U
ATTENZIONE
LET OP
• Voer de montage uit zoals beschreven in
de montagehandleiding.
• Monteer de bijgeleverde onderdelen zoals
beschreven.
• Bij het boren van gaten in het voertuig
voor de montage van de bedrading,
dienen altijd geïsoleerde doorvoertules in
de gaten te worden gebruikt, om
beschadiging van de bedrading te
voorkomen.
• Als er gaten in het voertuig worden
geboord om de camera te monteren, of
wanneer de bedrading wordt gelegd, moet
u siliconen-afdichtmiddel gebruiken om
eventuele openingen af te dichten.
• Wees voorzichtig dat de bedrading van de
camera niet wordt beschadigd.
• Nadat het aansluiten van de camera is
voltooid, gebruikt u kabelklemmen of
isolatieband om de bedrading samen te
bundelen.
• Het beeld dat u ziet op de
achteruitkijkmonitor is rechts-links
gedraaid, zodat dit hetzelfde is als het
beeld dat u in de achteruitkijkspiegel van
het voertuig ziet. Het beeld kan verschillen
afhankelijk van het voertuigtype.
• Gebruik geen hogedruk-autowasinrichting
in de buurt van de camera.
De camera is een uiterst nauwkeurig
vervaardigd instrument en mag niet worden
blootgesteld aan een harde waterstraal.
• Controleer regelmatig of de
montageschroeven goed vastzitten en
draai de schroeven indien nodig opnieuw
vast.