Maaihoogtehendel
Met de maaihoogtehendel kunt u het maaidek
opheffen en neerlaten vanuit de bestuurdersstoel.
Als u de hendel omhoog zet, naar u toe, wordt
het maaidek opgeheven van de grond en als u de
hendel omlaag zet, weg van u, wordt het maaidek
neergelaten. De maaihoogte mag uitsluitend worden
ingesteld als de machine stilstaat
Maaidekhefsysteem met
voetpedaal
Alleen bij sommige modellen
Met het voetbediende maaidekhefsysteem kan de
gebruiker het maaidek omhoog en omlaag brengen
vanuit de bestuurdersstoel. U kunt het voetpedaal
gebruiken om het maaidek kort omhoog te brengen
om obstakels te vermijden of het regelen van de
maaihoogte gemakkelijker te maken
Specificaties
Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Maaidek van
107 cm
Maaibreedte
107 cm
Breedte met
135 cm
grasgeleider
omlaag
Breedte met
123 cm
grasgeleider
omhoog
Lengte
185 cm
Hoogte
112 cm
Gewicht
332 kg
Werktuigen/accessoires
Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen
en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de
machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren
en uit te breiden. Neem contact op met een erkende
servicedealer of een erkende Toro- distributeur,
of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle
goedgekeurde werktuigen en accessoires.
Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker
van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden
gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele
Toro- onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik
ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van
andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit
kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt
te vervallen.
(Figuur
28).
(Figuur
4)
Maaidek van
127 cm
127 cm
155 cm
130 cm
186 cm
109 cm
353 kg
13
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal de linker- en rechterzijde van
de machine vanuit de normale bedieningspositie.
Voor gebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaand aan het werk
Algemene veiligheid
•
Laat kinderen of personen die geen instructie
hebben ontvangen de machine niet gebruiken of
er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten.
Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen
stellen aan de leeftijd van degene die met
de machine werkt. Plaatselijke voorschriften
kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van
degene die met de machine werkt. De eigenaar
is verantwoordelijk voor de instructie van alle
bestuurders en technici.
•
Controleer de omgeving waar u de machine gaat
gebruiken. Verwijder alle voorwerpen die de
werking van de machine kunnen beïnvloeden of
die door de machine kunnen worden uitgeworpen.
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Controleer de aanwezigheid en goede werking van
de dodemansinrichtingen, veiligheidsschakelaars
en schermen. Gebruik de machine uitsluitend als
deze naar behoren werkt.
•
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat. Laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, vult met brandstof,
reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
•
Controleer voordat u begint te maaien de machine
om zeker te zijn dat de maai-eenheden goed
werken.
•
Inspecteer het terrein om na te gaan welke
accessoires en werktuigen nodig zijn om de
machine veilig en goed te gebruiken.
•
Draag geschikte kleding en uitrusting,
zoals oogbescherming, een lange broek,
stevige schoenen met een gripvaste zool en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en
draag geen losse kleding of juwelen.
•
Vervoer geen passagiers op de machine.