07.2
ROOKKANAAL OF ROOKAFVOER
Het rookkanaal of rookafvoer is een fundamenteel element voor de goede werking van het apparaat en moet de volgende algemene
normen respecteren:
UNI EN 1856-1
Schoorstenen: eisen voor metalen schoorstenen - Deel 1: Producten voor systeemschoorstenen
UNI EN 1856-2
Schoorstenen: eisen voor metalen schoorstenen - Deel 2: Interne pijpen en metalen rookkanalen
UNI 10683
Hittegeneratoren gestookt op hout of andere vaste biobrandstoffen - Keuring, installatie, controle en onderhoud
De doorsnede (diameter) van het rookkanaal moet afgemeten zijn in functie van de technische eigenschappen van het apparaat en van
het type en de plaats van installatie. Elke hittegenerator moet voorzien zijn van zijn eigen rookkanaal, en invoer door andere apparaten
uitsluiten.
Het evacuatiekanaal van de verbrandingsproducten die door het apparaat met kunstmatige trek gegenereerd worden, voldoet aan de
volgende eisen:
•
men moet verbindingen en buizen gebruiken met drukbestendige afdichting, aangezien de verbinding aan het rookkanaal een
lichte overdruk kan veroorzaken tijdens de werking van het apparaat
•
alle richtingsveranderingen moeten geïnspecteerd kunnen worden om de onderhoudsingrepen te vergemakkelijken.
•
het moet een correcte trek garanderen om het behoud van depressie binnenin de verbrandingskamer te garanderen, zoals
aangegeven in de technische gegeven
•
het moet waterdicht en degelijk geïsoleerd zijn
•
het moet vervaardigd zijn met materialen die geschikt zijn om te weerstaan aan de normale mechanische spanningen, aan de
hitte, aan de werking van de verbrandingsproducten en de eventuele vorming van zuur condensaat
•
het moet een hoofdzakelijk verticale baan hebben met afwijkingen van de as van niet meer dan 45°
•
er moet een degelijke afstand voorzien zijn ten opzichte van brandbare of ontvlambare materialen, door middel van een
luchtspleet of een goede isolatie
•
de interne doorsnede moet bij voorkeur cirkelvormig zijn; vierkante of rechthoekige secties moeten afgeronde hoeken met een
straal van niet minder dan 20 mm hebben
•
een constante, vrije en onafhankelijke interne doorsnede hebben
Indien het rookkanaal extern geïnstalleerd is, is het absoluut noodzakelijk dat dit geïsoleerd is om de afkoeling van de rook en de vorming
van condensaat te vermijden. Dit geldt ook voor het stuk tussen het dak en de schoorsteen (brandersschacht) Voor de verbinding tussen
de hittegenerator en het rookkanaal, in geval van afwijkingen of bochten, en in ieder geval voor een grotere gemak van installatie,
snelheid en veiligheid, raadt men aan om dubbelwandige roestvrijstalen buizen te gebruiken.
1
2
2
Voorbeeldschema voor rookgasuitlaat achteraan
20
3
4
5
. Waterdichte staalplaat
1
. 45° bochten
2
6
. Rookafvoer
3
. Extern geïsoleerd
4
rookkanaal
6
. Geïsoleerde
5
T-aansluiting voor
condensaat
. Niet geïsoleerde pijp
6
Het gebruik van vezelcementpijpen is niet toegestaan voor de
verbinding van de apparaten op het rookkanaal.
De rookkanalen mogen niet door lokalen lopen waar de
installatie van verbrandingsapparatuur verboden is. De montage
van de aansluiting aan het rookkanaal moet zodanig worden
uitgevoerd dat de rook tijdens de werking van het apparaat
onder druk gehouden wordt en dat de vorming van condensaat
en de terugkeer naar het apparaat vermeden wordt.
De montage van horizontale delen moet zo veel mogelijk
vermeden worden en in ieder geval mag de horizontale lengte
maximaal 2 m bedragen, met een minimale helling van niet
minder dan 5%. Het horizontale deel mag niet rechtstreeks
op de uitlaat van de rookventilator worden aangesloten, maar
enkel na het eerste verticale deel (6) van Fig. 1.
Het ontluchtingssysteem voor de evacuatie van
verbrandingsproducten MOET worden gedimensioneerd en
ontworpen door een bevoegde technicus die, in functie van
de kenmerkende gegevens van de hittegenerator en van het
type en de plaats van installatie en vooral van de geldende
technische normen met betrekking op de installatie, het
correcte rookafvoersysteem bepaalt, en aanwijzingen
geeft aan de installateur in verband met de te gebruiken
materialen, de doorsnede van de doorgang voor de rook,
dikte van de isolatie, weerstand tegen corrosie en alle
passende eisen voor de goede werking van het systeem
generator-rookkanaal.
Bovendien MOET de correcte afmeting gecontroleerd
worden van de luchtinlaat voor ventilatie en ontluchting van
de installatieruimte, in overeenstemming met de geldende
technische normen.
Storingen van de generator veroorzaakt door een
niet-voorziene en niet correct afgemeten rookuitlaat
kunnen GEEN aanleiding geven tot betwistingen of
garantieverzoeken aan de fabrikant Jolly Mec.
Voor apparaten waar men afvoeren in het plafond of aan de
wand moet bereiken die niet coaxiaal zijn met de uitlaat van de
rook, moeten de richtingwijzigingen vervaardigd worden met het
gebruik van open verbindingsstukken van 45 ° (zie Fig.1).