Inhoudsopgave
Advertenties
De gps-antenne installeren
WAARSCHUWING
• I nstalleer de gps-antenne niet op een plaats waar deze de bediening van
de airbag kan verstoren of het zicht van de bestuurder kan hinderen.
• G ebruik het navigatiesysteem niet met de draad van de gps-antenne
doorgesneden. De stroomkabels in de draad kunnen kortsluiting
veroorzaken.
OPMERKING:
• D e meegeleverde gps-antenne is bedoeld voor installatie in het voertuig. Installeer de
antenne niet buiten het voertuig.
• I nstalleer de gps-antenne op meer dan 50 cm afstand van de hoofdeenheid, andere
audioapparaten zoals een cd-speler, en van een radardetector. Als de antenne in de
buurt van deze apparaten wordt geïnstalleerd, kan de gps-ontvangst worden gehinderd.
• I nstalleer de gps-antenne voor een verbeterde ontvangst van het gps-signaal horizontaal
op een plat vlak.
• D e bedekking van de gps-antenne mag niet worden geverfd of met was worden
behandeld. Dit kan de prestaties van de gps-antenne verminderen.
• I nstalleer de gps-antenne op minimaal 10 cm van de voorruit.
• V eeg het vuil van het montagevlak voordat u de gps-antenne installeert.
Gps-antenne
Figuur 7
Onderkant van de
gps-antenne
• Monteer de gps-antenne. Plak
de antenne stevig op een
plat vlak van het dashboard
aan de passagierszijde waar
onderbreking van het gps-signaal
minimaal is.
• Sluit de draad van de gps-
antenne aan. Zet de draad vast
met de kabelhouders.
Kabelhouder
Dubbelzijdige tape
• Plak de dubbelzijdige tape
aan de onderkant van de
gps-antenne.
Voorzorgsmaatregelen bij bedrading
1. Zorg ervoor dat u de stroom uitschakelt voordat u de bedrading regelt.
2. Wees in het bijzonder voorzichtig met het leiden van de bedrading.
Houd deze goed uit de buurt van de motor, de uitlaat enzovoort. Hitte kan de
draden beschadigen.
3. Als de zekering springt, controleert u of de bedrading juist is.
Als een zekering is gesprongen, vervangt u deze door een nieuwe zekering met
dezelfde stroomsterkte als de oorspronkelijke (15 A-ZEKERING).
4. Verwijder om de zekering de vervangen de oude zekering aan de achterkant van
de eenheid en plaats de nieuwe. (Figuur 8)
OPMERKING:
Er zijn verschillende types zekeringhouder. Zorg ervoor dat de accuzijde geen contact
maakt met andere metalen onderdelen.
Na de aansluiting zet u het koord ter bescherming vast
met een klem of met isolatieband.
Zekeringhouder
LET OP
Zekering
(15A-zekering)
Figuur 8
NX404E
151
Advertenties
Inhoudsopgave
