Symbolen
In deze handleiding worden symbolen en pictogrammen gebruikt om
aan te geven waarop u moet letten tijdens de installatieprocedure
om de veiligheid te waarborgen. Lees alle voorzorgsaanwijzingen
zorgvuldig door en begin pas aan de installatie wanneer u deze
volledig begrijpt.
WAARSCHUWING
Dit symbool os bedoeld om de gebruiker attent te maken op de
aanwezigheid van belangrijke bedieningsaanwijzingen. Als u deze
aanwijzingen niet opvolgt, zou dit kunnen leiden tot ernstig letsel of
dood.
Dit symbool os bedoeld om de gebruiker attent te maken op de
aanwezigheid van belangrijke bedieningsaanwijzingen. Als u deze
aanwijzingen niet opvolgt, zou dit kunnen leiden tot letsel of materiële
schade.
WAARSCHUWING
• C ontroleer de accuspanning van het voertuig waarin het apparaat
wordt geïnstalleerd. Het apparaat is uitsluitend bestemd voor
voertuigen met een stroomvoorziening van 12 V gelijkstroom.
• H aal de minpool van de accu los voordat u draden aansluit. Anders
zou zich een elektrische schok of letsel als gevolg van kortsluiting
kunnen voordoen.
146
NX404E
LET OP
Waarop u tijdens de installatie moet letten
WAARSCHUWING
• A ls u het apparaat installeert in een voertuig met een airbagsysteem,
moet u het nooit installeren op een plaats waar het de werking van de
airbag zou kunnen belemmeren.
• I nstalleer het apparaat niet op de volgende plaatsen:
E en plaats waar deze het zicht of de bewegingsvrijheid van de chauffeur
belemmert.
Een plaats waar de werking van de versnellingshendel of het rempedaal
wordt belemmerd.
Een plaats waar het apparaat een gevaar vormt voor passagiers.
Een instabiele locatie, of een locatie waar het systeem zou kunnen vallen.
LET OP
• I nstalleer het systeem niet op de plaatsen die hieronder worden
beschreven. Dit kan leiden tot brand, ongevallen of elektrische schokken:
Een plaats waar het apparaat wordt blootgesteld aan regen of stof.
Een instabiele locatie, of een locatie waar het systeem zou kunnen vallen.
• I nstalleer het apparaat niet op een plaats waar het is blootgesteld aan
direct zonlicht of warmte, of op een plaats waar de ventilatieopeningen of
warmteafvoeropeningen zijn afgedekt.
• W anneer u de antenne installeert, moet u deze aanbrengen op een plaats
waar de elementen van de antenne niet buiten de rand aan de voorzijde,
achterzijde, links en rechts van het voertuig uitsteekt. Als voetgangers
door de antenne worden geraakt, kan dit leiden tot ongevallen.