- Diagnostiek:
A – Visuele mechanische inspectie:
1. Controleer de spanning van de groene rubberen riem in het middelste deel van de unit. Vervangen indien beschadigd.
2. Controleer de koppeling tussen de motoras en de poelie: eventueel de 2 schroeven afstellen.
3. Controleer of de draden van de motor beschadigd zijn (8 draden: rood, rood-wit, zwart, zwart-wit, groen, groen-wit,
geel, geel-wit).
B – Nadere diagnostiek
1. Zorg dat de printplaat TAC de meest recente op de website beschikbare versie is.
2. Controleer de huidige RPM van de rotor ten opzichte van het instelpunt. In normale omstandigheden (geen vrije koeling
en geen vorstbeveiliging) 10 RPM.
3. Als de actuele snelheid lager is dan 9,8 RPM (maar >0), verlaag de parameter "rotorsnelheid bij 10V" in de
productinstellingen totdat de actuele snelheid tussen de 9,8 en 10,2 RPM is.
4. Als de actuele snelheid hoger is dan 10,2 RPM, verhoog de parameter "rotorsnelheid bij 10V" in de productinstellingen
totdat de actuele snelheid tussen de 9,8 en 10,2 RPM is.
5. Feedback van de rotor: controleer de ingang voor rotorsnelheid (zie bedradingsschema bij punt 4): gesloten als de
magneet op de rotor voor de magneetschakelaar zit. Anders, open.
5.1. Zo niet, controleer dan meteen de impedantie bij de sensoruitgang: indien 0 Ohm met de magneet voor en oneindig
met de magneet in uiterste positie, dan is de sensor correct en moet de printplaat worden vervangen. Anders moet de
magnetische sensor worden vervangen.
6. Uitgang regeling rotorsnelheid op TAC plaat: controleer of de draad vanuit DO2 goed in de ingang van de
stappenaandrijving PWM1 gaat (zie volgende punt).
7. Controleer de stappenaandrijving:
7.1
Controleer of de vorige draad van printplaat Do2 goed is aangesloten op de ingang «PWM1».
7.2
Controleer +24V DC op GND +24V connectors van stappenaandrijving. Zo niet, controleer de 24 V DC voeding
en de kabel naar de aandrijving.
7.3
Controleer de elektrische aansluiting tussen de aandrijving en de motor.
7.4
Als de rode led op de stappenaandrijving knippert, is er sprake van een alarm.
Controleer eerst of de steun van de stappenmotor goed is aangesloten op het rotorframe met een geel-groene
beschermende aardkabel.
7.4.1
Zo nee, dan moet deze worden aangesloten en is het veiliger de stappenaandrijving en de printplaat te
vervangen.
7.4.2 Zo ja, probeer dan een andere aandrijving. Als de led nog steeds knippert, probeer dan een andere motor.
Let op: als de stappenaandrijving wordt vervangen, moet de tuimelschakelaar in dezelfde positie worden gezet als
daarvoor. Alleen TUIMELSCHAKELAAR 1 heeft effect en wordt gebruikt voor de richting van de rotatie.
56
Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.