Stop ventilator bij drukalarm
Mogelijkheid om de ventilatoren bij een drukalarm automa-
tisch te stoppen.
Instelling
Instelbereik
Stop ventilatoren Nee
Ja
Start koppel
Mogelijkheid om het startkoppel van de ventilatoren te wijzi-
gen.
Instelling
Instelbereik
Start Koppel
0...100%
Deactiveer zachte stop
Met deze functie wordt de functie "OFF" gedeactiveerd.
Instelling
Instelbereik
Zachte stop
Ja
Nee
Temperatuur
In dit menu kunnen de parameters voor de geavanceerde tem-
peratuurregeling worden aangepast.
Bij pulsielucht regeling wordt een constante pulsietempera-
tuur aangehouden zonder rekening te houden met de vraag in
het gebouw.
Bij extractielucht regeling wordt een constante tempera-
tuur aangehouden in het extractiekanaal door de pulsietempe-
ratuur te moduleren.
De reactiesnelheid van het capaciteitsregelsignaal kan worden
aangepast. Een hogere instelling leidt tot een vloeiende rege-
ling; een lagere instelling leidt tot een hogere reactiesnelheid,
maar ook tot een grotere kans op schommelingen.
Instelling
Pulsie of extractie tempe-
ratuurregeling?
Reactiesnelheid
Pulsielucht, min.
Pulsielucht, max.
Stop ventilator als T°
pulsie <5°C
Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.
Fabrieksinstel-
ling
Nee
Fabrieksinstel-
ling
2%
Fabrieksinstel-
ling
Nee
Instelbereik
Fabrieksin-
stelling
Pulsie
Pulsie
Extractie
1...10
1
0...20°C
15,0°C
16...50°C
28,0°C
Nee
Nee
Ja
GEAVANCEERDE SETUP
TWEEDE 0...10 REGELSIGNAAL
CONSTANTE DRUK
STOP VENTILATOR
START KOPPEL
DEACTIVEER ZACHTE STOP
GEAVANCEERDE SETUP
CONSTANTE DRUK
STOP VENTILATOR
START KOPPEL
DEACTIVEER ZACHTE STOP
TEMPERATUURREGELING
GEAVANCEERDE SETUP
CONSTANTE DRUK
DEACTIVEER ZACHTE STOP
TEMPERATUURREGELING
BOOST
POST-VENTILATIE
37