5.2 TEMPERATUURREGELING
Bij GLOBAL units zijn er meerdere opties beschikbaar om te zorgen voor een comfortabele
temperatuur. Deze opties worden geregeld via de pulsie- of de extractie temperatuur.
Pulsielucht temperatuur
De pulsielucht temperatuur is standaard ingesteld. Hierbij wordt een constante pulsielucht temperatuur aangehouden,
ongeacht de behoefte in het gebouw. De pulsielucht temperatuur wordt gemeten op sensor T5.
Extractielucht temperatuur
De standaard temperatuurregeling kan in Geavanceerde setup worden gewijzigd in regeling via extractielucht
temperatuur. De extractielucht temperatuur wordt gemeten op sensor T2. Bij extractielucht regeling wordt een
constante temperatuur aangehouden in het extractiekanaal (gebouw) door de temperatuur van de pulsielucht te
regelen. Hiermee wordt een constante temperatuur in het gebouw bereikt, ongeacht de belasting. De interne sensor T2
kan worden vervangen door een optionele externe ruimtetemperatuursensor (CID370042).
Positie van de temperatuursensor:
5.3 FREECOOLING (RX
De functie freecooling maakt gebruik van een lagere buitenlucht temperatuur om een gebouw te koelen.
Freecooling is mogelijk dankzij de geïntegreerde 100% modulerende bypass van de platenwarmtewisselaar (PX) of een
traploze motorregeling van het warmtewiel (RX). De optionele uitgang OR3-OR3 op het SATIO relais geeft de positie
van de bypass aan. Het contact opent als de bypass volledig is gesloten en sluit als de bypass volledig of gedeeltelijk is
geopend.
De bypass (PX) of de warmtewielwisselaar (RX) kan worden geconfigureerd als aan/uit of modulerend. Deze instelling
wordt geconfigureerd in GEAVANCEERDE SETUP. In de modulerende modus wordt de temperatuur geconfigureerd in
de basis-setup en moduleert de positie van de bypass/traploze motor om het instelpunt te handhaven. De functie
freecooling wordt automatisch geactiveerd. Een aan/uit bypass / traploze motor functioneert volgens de volgende
logica:
Freecooling START als aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
•
De buitentemperatuur (sensor T1) is lager dan
de extractielucht temperatuur (sensor T2)
•
De buitentemperatuur (sensor T1) is hoger dan
10°C.
•
De extractielucht temperatuur (sensor T2) is
hoger dan 22°C.
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd onder
GEAVANCEERDE SETUP
24
Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.
PX)
EN
Freecooling STOPT als aan een van de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
•
De buitentemperatuur (sensor T1) is hoger dan
de extractielucht temperatuur (sensor T2) plus
1°C.
•
De buitentemperatuur (sensor T1) is lager dan
9°C.
•
De extractielucht temperatuur (sensor T2) is
lager dan 20°C.