Pagina 1
GLOBAL PX/RX/LP/ LP OUT Gebruiks- en onderhoudsinstructies Van toepassing op programmaversies TAC6 – Versie 1.0.0.5 GLOBAL PX GLOBAL RX GLOBAL RX TOP GLOBAL LP GLOBAL LP OUT...
Pagina 2
Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.
GLOBAL PX/RX/LP/ LP OUT Inhoud Veiligheidsmaatregelen Symbolen en afkortingen Productoverzicht Bekabelingsoverzicht Functies Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met HMI Touchscreen Preventief onderhoud Problemen oplossen Overzicht parameters/inbedrijfstelling 10.0 CE-verklaring Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.
Pagina 4
NAVERWAR- UITVOERING VENTILATOR MING MING GLOBAL PX 04/05/08/10/12/ Ja, elektrisch of Ja, elektrisch Rechts Voorwaarts Tegenstroom 13/14/16/18/20/24/26 water GLOBAL PX TOP Ja, elektrisch of 05/08/10/12/14/18 Ja, elektrisch Links/Rechts Achterwaarts Tegenstroom water GLOBAL RX 05/08/10/12/13/ Ja, elektrisch of Links/Rechts Achterwaarts Warmtewiel...
Pagina 5
Disclaimer Gevaar / Waarschuwing / Let op • TOEPASSINGEN Alle betrokken medewerkers dienen kennis te nemen van deze instructies voordat ze werkzaamheden aan De GLOBAL units zijn ontworpen voor toepassingen in de unit uitvoeren. Schade aan de unit of onderdelen comfortventilatie.
2.0 Symbolen en afkortingen VENTILATOR MET ACHTEROVERGE- BOGEN SCHOE- ZAKKENFILTER PANEELFILTER WARMTEWIELWIS- PLATENWISSELAAR SELAAR De printplaten bevatten ESD gevoelige WAARSCHUWING componenten. Gebruik een antistatische polsband om Moet worden aangesloten door een werken uit te voeren. gekwalificeerde elektricien. ( of neem andere antistatische voorzorgs- maatregelen) Waarschuwing! Gevaarlijke spanning.
RECHTSE UNIT (PULSIE RECHTS) LINKSE UNIT (PULSIE LINKS) EXT EXT GLOBAL RX GLOBAL RX GLOBAL RX TOP GLOBAL RX TOP GLOBAL PX GLOBAL PX Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.
Pagina 8
RECHTSE UITVOERING (PULSIE RECHTS) LINKSE UITVOERING (PULSIE LINKS) GLOBAL LP/LP OUT (gezien vanaf de BOVENZIJDE) GLOBAL LP/LP OUT (gezien vanaf de BOVENZIJDE) LET OP Rechtse en linkse uitvoeringen van units hebben verschillende artikelnummers en moeten overeenkomstig worden besteld. De hoofdversie beschreven in de handleidingen is altijd een rechtse versie. Het verschil tussen linkse en rechtse LP/OUT units is de locatie van de in de fabriek geïnstalleerde schakelkast aan de tegengestelde kant.
Pagina 9
RECHTSE UITVOERING (PULSIE RECHTS) LINKSE UITVOERING (PULSIE LINKS) GLOBAL PX TOP 05 - 10 GLOBAL PX TOP 05 - 10 GLOBAL PX TOP 12 - 18 GLOBAL PX TOP 12 - 18 Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.
Pagina 10
COMPONENTEN GLOBAL PX 10. Modulerende 100% bypass 1. Hoofdschakelaar 11. Condensbak en afvoerleiding 2. Hoofdschakelaar elektrische batterijen 12. Elektrische voorverwarmingsbatterij voor antivries (zowel interne voorverwarming als naverwarming) 13. Interne waterbatterij voor naverwarming of elektrische 3. Elektrisch bord TAC batterij (optioneel) 4.
Pagina 11
LUCHTVOLUMES EN AFMETINGEN - GLOBAL PX WISSELAAR TYPE LUCHTVOLUME A [mm] B [mm] C [mm] Gewicht [kg] 1060 m³/u 295 l/s 1680 1465 1680 m³/u 465 l/s 1680 1465 1860 m³/u 515 l/s 1680 1465 2300 m³/u 640 l/s 1182...
Pagina 12
6. Modulerende 100% bypass 7. Roestvrijstalen condensbak 8. Basisframe voor eenvoudig transport op locatie 9. Geïntegreerde naverwarming (water / elektrisch) 10. Geïntegreerde voorverwarming (elektrisch) 11. Geluiddemper LUCHTVOLUMES EN AFMETINGEN GLOBAL PX TOP WISSELAAR TYPE LUCHTVOLUME A [mm] B [mm] C [mm] Gewicht [kg] m²/u...
Pagina 13
COMPONENTEN GLOBAL LP 10. Modulerende 100% bypass 1. Hoofdschakelaar 11. Condensbak en afvoerleiding 2. Hoofdschakelaar elektrische batterijen (zowel interne voorverwarming als naverwarming) 12. Elektrische voorverwarmingsbatterij voor antivries 3. Elektrisch bord TAC 13. Interne waterbatterij voor naverwarming of elektrische batterij (toebehoren) 4.
Pagina 14
LUCHTVOLUMES EN AFMETINGEN - GLOBAL LP WISSELAAR TYPE LUCHTVOLUME A [mm] B [mm] C [mm] Gewicht [kg] 580 m³/u 160 l/s 1300 650 m³/u 180 l/s 1300 1100 1000 m³/u 280 l/s 2100 1050 1420 m³/u 395 l/s 2100 1300 1800 m³/u 500 l/s 2180...
Pagina 15
COMPONENTEN GLOBAL RX GLOBAL RX TOP GLOBAL RX 13. Water of elektrische interne naverwarmingsbatterij 1. Hoofdschakelaar (toebehoren) 2. Hoofdschakelaar voor elektrische batterijen 14. Gemotoriseerde klep (op buitenluchtzijde - optioneel) (zowel interne voorverwarming als naverwarming) 15. Gemotoriseerde klep (op afvoerluchtzijde - optioneel) 3.
Pagina 16
LUCHTVOLUMES EN AFMETINGEN - GLOBAL RX GLOBAL RX (TOP) WISSELAAR TYPE LUCHTVOLUME A [mm] B [mm] C [mm] Gewicht [kg] 1050 m³/u 290 l/s 1530 1315 1400 m³/u 390 l/s 1530 1315 1690 m³/u 470 l/s 1680 1465 GLOBAL RX TOP 2140 m³/u 590 l/s 1680...
Pagina 17
COMPONENTS GLOBAL LP OUT 1. Hoofdschakelaar luchtbehandelingsunit 2. Hoofdschakelaar elektrische batterijen (zowel interne 13. Interne waterbatterij voor naverwarming of elektrische voorverwarming als naverwarming) batterij (toebehoren) 3. Electrisch bord TAC5 14. Gemotoriseerde klep (optie) 4. Toevoerventilator (BW of FW) 15. Gemotoriseerde klep (optie) 5.
Pagina 18
LUCHTHOEVEELHEDEN EN AFMETINGEN GLOBAL LP OUT 10 GLOBAL LP OUT 08 WISSELAAR TYPE LUCHTHOEVEELHEID GEWICHT L [mm] W [mm] H [mm] [kg] 1420 m³/h 395 l/s 2540 1450 GLOBAL LP OUT Counterflow 1800 m³/h 500 l/s 2540 1750 Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.
4.1 DIGITALE UITGANGEN De digitale uitgangen DO7 - DO11 kunnen worden Fig. 2 gebruikt voor het activeren van een relais (1 N/O contact. Ingangsspanning: 24 V DC). Zie figuur 1 voor voorbeeld met DO7.: uitgang voor circulatiepomp verwarming, figuur 2 voor DO9: uitgang voor alarmindicatie, figuur 3 voor DO10 indicatie drukalarm.
4.3 PRINTPLAAT SAT IO - CID372144 Fig. 5 SAT IO is een satellietcircuit ontworpen voor montage op de printplaat. Het maakt uitbreiding van het aantal ingangen en uitgangen mogelijk. Installatie De SAT IO moet worden aangesloten op het voorziene circuit op de printplaat (zie Fig.5).
4.4 REGELING EXTERNE BATTERIJEN Indien een externe batterij wordt toegevoegd, is een kit EBA of KWext noodzakkelijk om respectievelijk de EBA (externe hydraulische/verdampings-/condensatiebatterij) of de KWext (externe elektrische batterij) aan te sluiten op de TAC printplaat. Beide kits bestaan uit een verlengkabel die nodig is om de externe batterij aan te sluiten op de TAC printplaat.
5.0 Functies 5.1 BEDRIJFSMODUS Er zijn vijf belangrijke bedrijfsmodi. De bedrijfsmodus gemoduleerd. is bepalend voor de manier waarop het debiet of het In alle bedrijfsmodi functioneren de pulsieventilatoren ventilatorkoppel wordt gemoduleerd. DDe standaard in overeenstemming met de toegewezen modus en bedrijfsmodus is constant debiet regeling.
5.2 TEMPERATUURREGELING Bij GLOBAL units zijn er meerdere opties beschikbaar om te zorgen voor een comfortabele temperatuur. Deze opties worden geregeld via de pulsie- of de extractie temperatuur. Pulsielucht temperatuur De pulsielucht temperatuur is standaard ingesteld. Hierbij wordt een constante pulsielucht temperatuur aangehouden, ongeacht de behoefte in het gebouw.
5.4 CHANGEOVER-FUNCTIE AUTOMATISCHE CHANGEOVER Met de TAC regelaar is het regelen van zowel een omkeerbare batterij als een koel- en verwarmingsbatterij mogelijk. De batterijen zijn voorzien van gemotoriseerde 3-wegkleppen. Het verschil tussen de gemeten temperatuur (pulsielucht of extractielucht - te configureren) en het instelpunt bepaalt of de verwarming of de koeling automatisch wordt geactiveerd.
5.5 VORSTBEVEILIGING VERWARMINGSBATTERIJ De functie vorstbeveiliging is altijd actief als de wordt geactiveerd als de temperatuur van de batterij verwarmingsbatterij correct is geconfigureerd in de onder 4°C daalt. In deze omstandigheden word de product-setup. De toezichtfunctie maakt gebruik van circulatiepomp geactiveerd, is het vermogen van de temperatuursensor T7 voor de geïntegreerde batterij driewegklep 100%, schakelt de unit uit en wordt een (IBA) of voor de externe batterij (EBA).
Pagina 27
5.6 TIJDSCHEMA In de regelaar kunnen 6 tijdvakken (kanalen) worden geconfigureerd. Voor iedere dag van de week kan de bedrijfsmodus ofwel AUTO (functioneren volgens tijdvakken) ofwel handmatig (selectie van snelheid) zijn. Voor ieder tijdvak selecteren: • starttijd • Bedrijfsmodus • Snelheidselectie: I, II, III voor CA/TQ, normaal/verlaagd voor LS/CP en een boost-niveau voor alle modi •...
6.0 Inbedrijfstelling Er zijn meerdere HMI (Human Machine Interface) opties beschikbaar. De HMI maakt toegang tot de regelparameters in de geïntegreerde regelaar mogelijk. De HMI op zich bevat geen programmering en is daarom niet verplicht. De mogelijke HMI's zijn: TACtouch touchscreen - CID372142 Dit 4,3”...
6.1 INBEDRIJFSTELLING MET TACtouch INTERFACE De handterminal bestaat uit een 4,3" touchscreen en een 1,5 meter lange kabel voor aansluiting op de printplaat van de luchtbehandelingsunit. Als de handterminal gedurende 20 minuten niet wordt gebruikt, schakelt deze over naar de slaapmodus. De Touchscreen regelaar kan buiten worden gebruikt, maar moet wel bewaard worden op een plek die bescherming biedt tegen weersinvloeden.
Statusindicaties 6.1.1 HOME-SCHERM Het Home-scherm toont de belangrijkste actuele gegevens voor de luchtbehandelingsunit en wordt weergegeven als er geen ander menu is geselecteerd. Het touchscreen schakelt na 20 minuten over naar de slaapmodus. Om de slaapmodus af te sluiten, drukt u op het touchscreen.
6.1.2 Hoofdmenu Het hoofdmenu bestaat uit een draaimenu met 7 pictogrammen. Regeling In het regelmenu kan de gebruiker de basisparameters en de bedrijfsstatus van de unit wijzigen. De unit kan worden gestart of gestopt. De ventilatorsnelheid kan worden geselecteerd; drie handma- tige snelheden + één automatische snelheid.
Uitlezen De bedrijfsstatus en instellingen kunnen worden uitgele- zen. Gebruikt voor prestatiecontroles en het controleren van instellingen, verbruik, enz. In deze menugroep kunnen geen instellingen worden aangepast. Onderhoud Configuratie van servicegerelateerde instellingen. Er kunnen een onderhoudswaarschuwingsinterval en een filterverstoppingsalarm worden geconfigureerd. BASIS-SETUP Instellingen/Basis-setup TAALSELECTIE...
6.1.3 BASIS-SETUP Wanneer de luchtbehandelingsunit voor de eerste keer wordt gestart, wordt het inbedrijfstellingsmenu automatisch weer- gegeven. Aan het einde van de inbedrijfstelling (menu) moet de inbedrijfstelling van de unit door de servicemonteur worden bevestigd. Zodra de inbedrijfstelling is bevestigd, wordt het BASIS-SETUP inbedrijfstellingsmenu niet meer als eerste menu weergegeven.
Pagina 34
Constant debiet Vraaggestuurde regeling Met de constant debiet regeling wordt bedoeld dat de Het gewenste debiet wordt geregeld met 0-10 V ingangs- luchtbehandelingsunit constant een ingesteld debiet signalen van een externe sensor, zoals een CO2- of vocht- behoudt. De snelheid van de ventilatoren wordt auto- sensor.
Temperatuur BASIS-SETUP TAALSELECTIE De temperatuurregeling kan worden geconfigureerd als een pulsielucht rege- ling of een extractielucht regeling. Standaard is deze functie geconfigureerd als SELECTIE UNIT CONSTANT DEBIET een pulsielucht temperatuurregeling. Deze configuratie kan worden gewijzigd in de geavanceerde setup; zie hoofdstuk 6.1.4. TEMPERATUURREGELING BRANDALARM Instelling...
Pagina 36
6.1.4 GEAVANCEERDE SETUP Let op! De indeling en inhoud van dit menu verschillen per type luchtbe- handelingsunit en de geselecteerde functies en/of opties. Voor toegang tot dit menu zijn een code en een speciale training vereist. Let op: Het instelbereik voor de meeste functies is voor maxi- GEAVANCEERDE SETUP male flexibiliteit gedefinieerd.
Pagina 37
Stop ventilator bij drukalarm GEAVANCEERDE SETUP TWEEDE 0...10 REGELSIGNAAL Mogelijkheid om de ventilatoren bij een drukalarm automa- tisch te stoppen. CONSTANTE DRUK STOP VENTILATOR Instelling Instelbereik Fabrieksinstel- START KOPPEL ling DEACTIVEER ZACHTE STOP Stop ventilatoren Nee Start koppel GEAVANCEERDE SETUP Mogelijkheid om het startkoppel van de ventilatoren te wijzi- CONSTANTE DRUK gen.
Boost GEAVANCEERDE SETUP De boost kan worden gebruikt om het pulsie- en extractedebiet DEACTIVEER ZACHTE STOP naar een hoger instelpunt te forceren wanneer aan specifieke TEMPERATUURREGELING voorwaarden is voldaan. De boost kan worden geactiveerd met BOOST een contact aangesloten op de digitale ingang IN2 of door een POST-VENTILATIE analoog 0...10V regelsignaal aangesloten op ingang K3.
Interne batterijen GEAVANCEERDE SETUP Voorverwarmingsbatterij (water) BOOST Het voorverwarmen van de verse lucht voorkomt het neer- POST-VENTILATIE slaan van vocht in de verse luchtfilter, verkleint de kans op INTERNE BATTERIJEN bevriezing in de warmtewisselaar en neemt het risico weg EXTERNE BATTERIJEN dat druksensoren en motorregelsystemen werken bij te INTERNE BATTERIJEN lage omgevingstemperaturen.
Pagina 40
Externe batterijen GEAVANCEERDE SETUP Configuratie van de batterijen BOOST In dit menu kan elke combinatie van externe verwar- POST-VENTILATIE mings- en/of koelbatterij(en) worden geconfigureerd. EXTERNE BATTERIJEN VORSTBEVEILIGING Instel- Instelbereik FREECOOLING ling Type Geen Geen Warm water Koud water Warm & koud water Omkeerbaar water Elektrische PWM Elektrische PWM + koud water...
Vorstbeveiliging Vorstbeveiliging verwarmings- en koelbatterijen Vorstbeveiliging platenwisselaars (PX) De waterbatterijen zijn met behulp van een vorst- IIn omgevingen waar de extractielucht vochtig kan temperatuursensor altijd tegen bevriezen beschermd. zijn, kan de ontdooi-functie worden geactiveerd om de Deze sensor is op het oppervlak van de waterbatterij warmtewisselaar te beschermen tegen vorst.
Modbus-configuratie GEAVANCEERDE SETUP De MODBUS RTU communicatie vereist een extra satel- HERSTEL FABRIEKSINSTELLINGEN lietcircuit (CID025006) dat wordt gebruikt als communi- RESET ALARMLOG catie-interface. Het gebruikte communicatieprotocol is PRODUCTINSTELLINGEN MODBUS RTU, RS485. TOEGANGSCODE Instelling Instelbereik Fabrieksin- CONTACTEN K1-K2-K3 MASTER stelling Adres 1...247 Herstel fabrieksinstellingen Snelheid...
7.0 Preventief onderhoud Let op: vooraleer de toegangsdeuren te openen is het verplicht eerst de unit uit te schakelen en de stroom te onderbreken via de hoofdschakelaar op het frontpaneel.[3]Schakel de voeding niet uit als de unit in werking is. Als KWin en/of KWout zijn geïnstalleerd, schakel dan de overeenkomstige voedingsbron uit.
Pagina 44
7.3 OM DE 12 MAANDEN 1. Controleer bij warmtewielwisselaars (RX units) of de borstelafdichtingen op het warmtewiel langs de zijkant in contact komen met het frame: Breng de borstelafdichtingen indien nodig dichter op de wisselaar om zeker te zijn van een goede afdichting. 2.
8.0 Oplossen van problemen De TAC printplaat genereert en meldt 22 soorten alarmmeldingen. De alarmmeldingen worden onderverdeeld in automatisch geresette en niet-automatisch geresette alarmen.Wat de laatste betreft is een reset nodig zodra het probleem is opgelost. Voor ieder alarmtype wordt er een tekstuele beschrijving gegeven op de gebruikersinterface, alsook een symbool dat het alarmniveau aangeeft: hoogste niveau, niveau 3: ernstig alarm niveau 2: waarschuwing...
Diagnostiek: als beide ventilatoren alarmen aangeven: controleer de voeding op iedere ventilator. • Als één ventilator een alarm aangeeft, verwissel de sturingskabels van de ventilatoren op de printplaat en reset de kaart: • Als de alarmtekst nu verwijst naar de andere ventilator betreft het een probleem op het niveau van de ventilator die oorspronkelijk een storing vertoonde, de sturingskabel zelf of de bekabeling aan de zijde van de ventilatorconnector.
8.3 TYPE 3: ALARMMELDING TIJDENS INITIALISATIE REFERENTIEDRUK - Omstandigheden: • Constant debiet regeling of vraaggestuurde regeling: tijdens initialisatie van een drukalarm. In dit geval moeten de ventilatoren ofwel voorwaarts gebogen schoepen hebben, ofwel achterwaarts gebogen schoepen en een kit CA (constant debiet).
8.4 TYPE 4: ALARM OM AAN TE GEVEN DAT HET SYSTEEM HET INSTELPUNT NIET KAN BEREIKEN - Omstandigheden: - Oorzaken: • Het instelpunt kan niet worden gehaald omdat de onder- of bovengrens van de werkzone is bereikt - Gevolgen: Tekstmelding op TACtouch Tekst Code Niveau...
Pagina 49
8.6 TYPE 6: BRANDALARM - Omstandigheden: • Ingang brandalarm moet worden aangesloten op een detectiesysteem. - Oorzaken: • Activering van ingang voor brandalarm, IN1, aangesloten op een detectiesysteem. IN1 kan worden geconfigureerd om standaard te werken als NO open contact of als NC indien dusdanig geconfigureerd in de geavanceerde setup.
Pagina 50
8.7 TYPE 7: ONDERHOUDALARM - Omstandigheden: • de functie loopuren moet worden ingeschakeld in de geavanceerde setup - Oorzaken: • SERVICEALARM: de bedrijfstijd van de ventilator (in uren) heeft de configureerbare limiet overschreden • STOP VENTILATOR: de bedrijfstijd van de ventilator (in uren) heeft de configureerbare limiet overschreden. Dit alarm stopt de ventilatoren - Gevolgen: Tekstmelding op TACtouch...
8.8 TYPE 9: ALARM OM EEN T° SENSOR T1/T2/T3/T4 FOUT AAN TE GEVEN - Omstandigheden: - Oorzaken: • Een of meer van de T° sensoren T1/T2/T3/T4 aangesloten op het TAC circuit en gemonteerd op de warmtewisselaar is (zijn) defect of niet aangesloten. Deze sensoren zijn nodig voor de regeling van de bypass en de antivriesprocedure. - Gevolgen: Tekstmelding op TACtouch Tekst...
8.10 TYPE 10 BIS: ALARM AFVOERPOMP - Omstandigheden: • Alleen voor GLOBAL LP/OUT of CLASS UNIT - Oorzaken: • Het niveau van het condensaat is hoger dan een instelling (ong. 1,5 cm). Kan ook worden geactiveerd als de pomp niet aanwezig of defect is - Gevolgen: Tekstmelding op TACtouch Tekst...
Pagina 53
8.12 TYPE 12: ALARM OM AAN TE GEVEN DAT COMFORT T° TE LAAG IS TEN OPZICHTE VAN INSTELPUNT T° - Omstandigheden: • Alleen bij de optie naverwarming - Oorzaken: • Het comfort T° instelpunt kan niet worden bereikt (daadwerkelijke T° lager dan instelpunt gedurende 15 minuten of 30 minuten als comfort op T2 in plaats van T5, terwijl naverwarming maximaal is) - Gevolgen: Tekstmelding op TACtouch...
8.13 TYPE 13: ALARM OM WAARSCHUWING VORSTBEVEILIGING WARMTEWISSELAAR AAN TE GEVEN - Omstandigheden: • Alleen bij de optie naverwarming. - Oorzaken: • Voor PX units: Vorstbeveiliging wordt alleen geselecteerd met elektrische voorverwarmingsbatterij (KWin) of watervoorverwarmingsbatterij (BAin) of modulerende bypass. Met KWin of BAin optie: In bepaalde lucht T° omstandigheden gemeten op het extractiedebiet na warmteterugwinning, waarbij wordt aangegeven dat de interne elektrische KWin batterij of de externe hydraulische batterij (BAin) de limiet heeft bereikt, kan de TAC regeling de regeling overnemen om de antivriesfunctie te garanderen.
8.14 TYPE 14: ALARM OM WAARSCHUWING VORSTBEVEILIGING AAN TE GEVEN – VENTILATOREN GESTOPT T° - Omstandigheden: • Vorstbeveiliging wordt alleen geselecteerd voor PX units met elektrische voorverwarming (KWin) of watervoorverwarming (BAin) of modulerende bypass. - Oorzaken: • Met KWin of BAin optie: in bepaalde lucht T° omstandigheden gemeten op het afvoerdebiet na warmteterugwinning, waarbij wordt aangegeven dat de interne elektrische KWin batterij of de externe hydraulische batterij (BAin) de limiet heeft bereikt, kan de TAC regeling de regeling overnemen om de antivriesfunctie te garanderen.
Pagina 56
- Diagnostiek: A – Visuele mechanische inspectie: 1. Controleer de spanning van de groene rubberen riem in het middelste deel van de unit. Vervangen indien beschadigd. 2. Controleer de koppeling tussen de motoras en de poelie: eventueel de 2 schroeven afstellen. 3.
Pagina 57
8.16 TYPE 15 BIS: ALARM OM AAN TE GEVEN DAT COMFORT T° TE HOOG IS TEN OPZICHTE VAN INSTELPUNT T° - Omstandigheden: • Alleen bij de optie nakoeling. - Oorzaken: • Het comfort T° instelpunt kan niet worden bereikt (daadwerkelijke T° lager dan instelpunt gedurende 15 minuten of 30 minuten als comfort op T2 in plaats van T5, terwijl nakoeling maximaal is).
8.17 TYPE 16: ALARM OM AAN TE GEVEN DAT Pulsie T° TE LAAG IS - Omstandigheden: • Alleen bij de optie naverwarming of nakoeling. - Oorzaken: • Dit alarm geeft aan dat de pulsietemperatuur (T5) lager is dan 5°C. De ventilatoren worden gedurende 1 minuut gestopt. Het alarm is configureerbaar via de geavanceerde setup en is standaard uitgeschakeld.
Pagina 59
8.19 TYPE 18: ALARM OM ONJUISTE POSITIE VAN DE MODULERENDE BYPASS TEN OPZICHTE VAN DE GEVRAAGDE POSITIE AAN TE GEVEN - Omstandigheden: • PX units met modulerende bypass - Oorzaken: • Dit alarm geeft aan dat de modulerende bypass de gevraagde positie niet binnen 10 seconden heeft bereikt. De meest voor de hand liggende reden hiervoor is een beschadigde positiesensor op de bypass actuator die moet worden vervangen.
8.20 TYPE 19: ALARM OM AAN TE GEVEN DAT DE URENLIMIET VOOR KLEIN ONDERHOUD IS BEREIKT - Omstandigheden: • De urenlimiet moet worden geconfigureerd met een waarde groter dan 0. - Oorzaken: • De urenlimiet voor klein onderhoud is bereikt. De instructies in deze handleiding van de unit voor het 3-maandelijks onderhoud moeten worden gevolgd.
Pagina 61
8.21 TYPE 20: ALARM OM AAN TE GEVEN DAT HET ONTDOOIPROCES ACTIEF IS - Omstandigheden: • Unit met tegenstroomplatenwisselaar. - Oorzaken: • De ijsvorming in de platenwisselaar zorgt voor een drukval die te groot is voor het huidige debiet. Voor deze detectie is een Modbus-druksensor in de warmtewisselaar nodig en moet het moduleren van de ventilatorsnelheid gebaseerd zijn op het debiet en niet op het koppel.
Pagina 62
8.22 TYPE 21: ALARM OM AAN TE GEVEN DAT ER EEN COMMUNICATIEFOUT IS VOOR EEN VAN DE MODBUS DRUKSENSORS - Omstandigheden: • Unit met ten minste één geconfigureerde Modbus druksensor. - Oorzaken: • Een of meer Modbus druksensoren geven te veel communicatiefouten. Dit kan op zijn beurt worden veroorzaakt door: De fysieke afwezigheid van een van de geconfigureerde sensors.
8.23 TYPE 22: ALARM OM AAN TE GEVEN DAT DE URENLIMIET VOOR GROOT ONDERHOUD IS BEREIKT - Omstandigheden: • De urenlimiet moet worden geconfigureerd met een waarde groter dan 0. - Oorzaken: • De urenlimiet voor groot onderhoud is bereikt. De instructies in deze handleiding voor het 12-maandelijks onderhoud moeten worden gevolgd.
Pagina 64
Er zijn een code en een speciale training nodig om toegang te krijgen tot deze menugroep. De tabel hieronder is geldig voor regelaars van de TAC generatie. GLOBAL RX GLOBAL PX GLOBAL PX TOP GLOBAL PX LP (Aluminium) (Aluminium)
9.0 Overzicht parameters/inbedrijfstelling Voer alle instellingen van uw specifieke installatie in deze tabel in. Houd dit document bij de hand als u contact met ons opneemt om een probleem te melden. 9.1 BELANGRIJKE PARAMETERS NA INBEDRIJFSTELLING GLOBAL model: Constant debiet Constant koppel Bedrijfsmodus: O Vraaggestuurde regeling...
Pagina 66
9.2 BIJHOUDEN VAN WIJZIGINGEN Voer gegevens in als de instelling van een parameter wordt gewijzigd (één rij per parameter gebruiken): Instelling voor Instelling van Datum van wijzi- Instelling van Datum van wijzi- Naam parameter wijziging wijziging #1 ging #1 wijziging #2 ging #2 Dit document is een overzicht van de technische specificaties.
Parc-industriel de Sauvenière 102 Chaussée de Tirlemont B5030 Gembloux Hereby declares that: Following product range(s): GLOBAL PX (TOP) / GLOBAL RX (TOP) / GLOBAL LP (OUT)/ CLASS UNIT / MURAL Complies with the requirements of Machinery Directive 2006/42/EC (LVD included)
Pagina 68
Versie: 20220215 We behouden ons het recht voor om wijzigingen aan te brengen.