7.3 OM DE 12 MAANDEN
1. Controleer bij warmtewielwisselaars (RX units) of de borstelafdichtingen op het warmtewiel langs de zijkant in contact
komen met het frame:
Breng de borstelafdichtingen indien nodig dichter op de wisselaar om zeker te zijn van een goede afdichting.
2. Controleer bij RX units de spanning van de aandrijfriem op de warmtewielwisselaar. Als er geen spanning op staat of als de
riem beschadigd is, neem dan contact op met de serviceafdeling om de riem te laten vervangen.
De warmtewisselaar moet bij voorkeur worden schoongemaakt met een stofzuiger met een zacht mondstuk om schade
aan de luchtkanalen in de lamellen in het wiel te voorkomen. Draai de rotor met de hand om het hele oppervlak goed te
kunnen stofzuigen. Als de warmtewisselaar aanzienlijk vervuild is, kan deze worden schoongeblazen met perslucht.
3. Voor platenwisselaars (PX units):
• Maak de condensbak schoon
• Maak de binnenkant van de bypass schoon. Om de binnenkant van de bypass te bereiken, is het nodig deze open te
maken. Ga als volgt te werk:
plaats een brugje tussen klemmen IN3 en +12V op de TAC printplaat. De bypass is nu open, ongeacht de temperatuur.
• Denk eraan het brugje tussen klemmen IN3 en +12V te verwijderen zodra de bypass schoon is.
• Houd bij het schoonmaken altijd de tegengestelde richting van de luchtstroom aan.
• Schoonmaken mag uitsluitend gebeuren door te blazen met perslucht, te stofzuigen met een zacht mondstuk of nat
schoon te maken met water en/of een reinigingsmiddel. Dek voordat u met schoonmaken begint eerst aangrenzende
delen ter bescherming af.
Als gebruik wordt gemaakt van een reinigingsmiddel, let er dan op dat het middel geen aluminium of koper aantast.
4. Ventilatoronderhoud:
Controleer nogmaals of de elektrische voeding is uitgeschakeld en de ventilatoren niet meer draaien.
Inspecteer de ventilatorwaaiers en maak deze schoon door opgehoopt vuil weg te halen. Let erop dat u de balans
niet verandert (de balansklemmen niet verwijderen). Controleer of de ventilatorwaaier niet uit balans is. Maak de
ventilatormotor schoon met een stofzuiger of borstel. Deze kan ook voorzichtig worden schoongemaakt met een vochtige
doek en een oplossing van water en reinigingsmiddel. Maak de ventilatorruimte indien nodig schoon. Verwijder de
ventilatoren indien nodig.
5. Controleer de afdichtingen op de unit:
Zorg ervoor dat de zijpanelen volledig dicht zijn en de afdichtingen intact zijnIndien nodig de afdichtingen vervangen.
44
Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Voor gedetailleerde en up-to-date informatie, zie onze selectie software.