3.6. Wandmontage
ä
Let op!
Monteer het toestel altijd aan een wand, nooit staand
of liggend op de vloer!
a)
Bepaal de exacte plaats van de unit en houd hierbij
rekening met de Installatie-eisen op pagina 5.
30
210
30
420
180
480
Standaard montage.
30
210
30
420
300
480
Gedraaide montage.
8
30
210
30
300
5xø5mm
30
210
30
180
5xø5mm
De rand van het montageset komt overeen met de hartlijn
van de kanalen. De inkeping aan de onderzijde van het
montageset geeft de plaats van de condensafvoer aan (links
bij een standaard unit en rechts bij een gedraaide unit).
b)
Bevestig de wandplaat
schroeven (montagemateriaal niet meegeleverd).
c)
Hang de ventilatie-unit met de montagestrip aan de
wandplaat. De montagebeugel is al in het toestel
geplaatst. Zorg er voor dat de ventilatie-unit op de
steunen aan de onderzijde van de wandplaat rust.
De zijkanten van de wandplaat komen overeen met de
hartlijnen van de kanaalaansluitingen.
waterpas op de muur met 5