Wanneer de laagstand wordt geactiveerd, gaat de ventilator in de hoogstand draaien/wanneer de hoogstand/
timerstand wordt geactiveerd, gaat de ventilator gaat in de laagstand draaien
Oorzaak
a)
Een temperatuursensor van de ventilatie-unit zelf is
defect.
De ventilator gaat (zonder duidelijke reden) plotseling veel harder of zachter draaien
Oorzaak
a)
Na gebruik van de timerfunctie schakelt de ventilatie-
unit terug naar de automatische stand.
b)
Er is door de RV-sensor een verhoging van de
luchtvochtigheid gedetecteerd waardoor de ventilatie-
unit automatisch naar een hoger niveau schakelt.
c)
Er is door de CO
-sensor een verhoging van de CO
2
concentratie gedetecteerd waardoor de ventilatie-unit
automatisch naar een hoger niveau schakelt.
d)
Na max. 12 uur in stand 1 of 3 te hebben gedraaid gaat
de ventilatie unit automatisch naar de automatische
stand.
e)
De draadloze bedieningsschakelaar van een
aangrenzende woning is aangemeld op
De ventilatie-unit reageert niet op de 3-standenschakelaar
Oorzaak
a)
De stekker van de ventilatie-unit zit niet in een
wandcontactdoos.
b)
Er staat geen spanning op de wandcontactdoos.
c)
De schakeldraden van de 3-standenschakelaar zijn
verkeerd gemonteerd.
d)
De print van de ventilatie-unit is defect.
De ventilatie-unit lekt water
Oorzaak
a)
De condensafvoer is niet aangesloten.
b)
De condensafvoer is verstopt.
De kanalen naar buiten zijn nat (aan de buitenzijde) en/of lekken water
Oorzaak
a)
De kanalen naar buiten zijn niet thermisch en
dampdicht geïsoleerd.
b)
Er is geen regen- en dampdichte dakdoorvoer
toegepast.
18
Oplossing
Vervang de defecte temperatuursensor.
●
Oplossing
Dit is geen storing.
●
Dit is geen storing.
●
-
Dit is geen storing.
●
2
Dit is geen storing.
●
Maak de ventilatie-unit 15 seconden
●
deze ventilator.
spanningsloos. Meld een reeds aangemelde
draadloze bedieningsschakelaar (en sensoren)
af en meld hem (en sensoren) opnieuw aan.
Oplossing
Steek de stekker in een wandcontactdoos.
●
Herstel de spanning op de wandcontactdoos.
●
Gebruik een andere wandcontactdoos.
●
Verbind de schakeldraden op de correcte
●
manier (zie aansluitschema).
Vervang de print en voer de
●
inbedrijfstellingsprocedure opnieuw uit.
Oplossing
Sluit één van beide condensafvoeren aan.
●
Ontstop de condensafvoer en probeer de
●
oorzaak te vinden.
Oplossing
Zorg dat de kanalen die naar buiten gaan over
●
de gehele lengte thermisch en dampdicht
geïsoleerd zijn.
Vervang de bestaande dakdoorvoer(en) door
●
regen- en dampdichte doorvoer(en).