Hiervoor kan bije. gebruik worden gemaakt van het naversnellingsapparaat GM 4188. De spanning, die dit apparaat
levert, wordt dan aangesloten op bus Bus, waarbij dan automatisch de interne spanning van 360 V wordt afge-
schakeld (door Sks).
Fig. I 1
Schakeling van de elektronenstraalbuis
Verticale-deflectieplaten —Het is mogelijk een spanning voor verticale deflectie rechtstreeks aan de platen toe te
voeren via Bue en Bido. De versterker wordt dan automatisch afgeschakeld (door Sks resp. Sks). De deflectie-
platen zijn dan zonder condensatoren of lekweerstanden met Bus en Bula verbonden (zie ook blz. 13).
Horizontale-deflectieplaten— De platen voor de horizontale deflectie zijn steeds verbonden met Bu12 en Bu13, zodat
van deze bussen de interne tijdbasisspanning kan worden afgenomen wanneer Skls in de stand „INT." staat. Ook
kan desgewenst op deze bussen een externe spanning voor horizontale deflectie worden aangesloten. In dat geval
moet Sklo in de stand „EXT." worden geplaatst, terwijl dan de keuzeschakelaar Sk2 in de derde stand („EXT.-
INT.") moet staan.
Straalmodulatie —Door op Bul¢ een spanning aan te sluiten kan dynamische straalmodulatie worden verkregen via
het eerste rooster van de elektronenstraalbuis. De interne straalonderdrukking (afkomstig van de anode van Bis)
wordt daarbij automatisch afgeschakeld (Sk,l) om te voorkomen, dat de spanning voor de straalmodulatie de tijd-
basis via Bis zou kunnen synchroniseren.
Beeldhelderheid — De helderheid van het beeld wordt geregeld door middel van R3. Verder is het mogelijk het
gehele beeld te onderdrukken door Sk, te openen (stand „SUPPR."). Deze schakelaar is verbonden met Buts en Buis,
waardoor een externe schakelaar met Sk, parallel kan worden geschakeld. Met Sk, in geopende toestand zal het
sluiten van de externe schakelaar de beeldonderdrukking opheffen.
Beeldscherpte — De beeldscherpte kan worden ingesteld door met behulp van
R 4
de focusseringsspanning te regelen.