Bij verkleining van de amplitude zal de frequentie toe-
~
+a4sv
nemen, omdat de snelheid van de tijdbasis dezelfde blijft.
De maximum-bereikbare amplitude wordt bij de fabricage
ingesteld met behulp van R82.
Terugslagonderdrukking —Daar bij iedere ontlading
van de condensatoren (dus tijdens de terugslag van de tijd-
basis) een negatieve spanningsimpuls op de anode van Bia
ontstaat, kan men van deze anode een spanning afnemen
(schakelaar Skll) om de elektronenstraal van Bls (via
het stuurrooster) te onderdrukken (fig. 4).
Synchronisatie —Bij interne synchronisatie wordt een
stilstaand beeld verkregen door de frequentie van de tijd-
basis te synchroniseren met de frequentie van de waar
te nemen spanning. Deze spanning is aanwezig in de
versterker voor verticale deflectie. Een gedeelte hiervan,
dat wordt ontleend aan het schermrooster van B5, doet
dienst als synchronisatiespanning. Deze spanning wordt
toegevoerd aan het stuurrooster van het triodegedeelte
van B14, dat de functie heeft van synchronisatiescheidings-
trap en versterker (fig. 5).
De versterkte synchronisatiespanning wordt aan het
schermrooster van het pentodegedeelte toegevoerd om
tenslotte via de anode op het stuurrooster van B1S werk-
zaam te worden. Met deze schakeling wordt een zeer
vaste synchronisatie verkregen.
Om te voorkomen, dat bij de hoge frequenties superpositie
tot stand komt van synchronisatiespanning op tijdbasis-
spanning (waardoor beeldvervorming zou kunnen optre-
den), wordt aan de kasode van B13 een correctiespanning
in tegenfaze toegevoerd (afkomstig van B14, zie fig. 6).
Bij kleine amplituden van de tijdbasisspanning (RS naar
links) verdient het aanbeveling om ook de synchronisatie-
spanning iets te verminderen. Dit kan met behulp van R8
worden gedaan. De tijdbasisspanning wordt van de anode
van B12 toegevoerd aan een van de platen voor horizon-
tale deflectie. Om een tegengestelde spanning te krijgen op
de andere plaat wordt de anodespanning van B12 (via
een katodevolgbuis) ook toegevoerd aan een faze-om-
keertrap (fig. 7). De linkertriode van B11 doet dienst als
katodevolgbuis en de rechter als omkeertrap. De anode
van het rechtergedeelte geeft de spanning af aan de
andere plaat voor horizontale deflectie.
In de stand voor externe tijdbasis (stand 3 van Sk2) is
de interne tijdbasis uitgeschakeld. De externe tijdbasis-
spanning kan eventueel worden gesynchroniseerd met de
op bus Bu4 aanwezige synchronisatiespanning. Deze span-
ning wordt afgeleid van de versterker voor verticale
deflectie en wordt via het triodedeel van B14 toegevoerd
aan de bus Bu4.
Bij externe synchronisatie moet de synchronisatiespanning
worden toegevoerd aan de klemmen Bui-Bu4. Voor de
verschillende mogelijkheden, die met de synchronisatie-
schakelaar Sk2 kunnen worden ingesteld, zie men het
hoofdstuk „Bediening" (blz. 13).
Bij gebruik als tijdbasisgeneratorrnag aan de bussen
Bul en Buy (ingang van de versterker voor horizontale
af buiging) niets worden aangesloten.
4. Versterker voor horizontale deflectie
De buis B12, die in de tijdbasisschakeling dienst doet als
laadpentode, kan ook als versterkbuis voor de horizontale
deflectie worden geschakeld. Daartoe is de schakelaar Ska voorzien van een elfde stand (HOR. 0,2 - 100
VeR).
In
deze stand ontstaat de schakeling van fig. 8. De te versterken spanning kan nu tussen Bul en Bul worden aangesloten.
Om capacitief overspreken te voorkomen kan men Sk2 in stand 2 plaatsen, waardoor de verticale-synchronisatiespan-
ning wordt kortgesloten. Met de potentiometer Re (waarmee in de tijdbasisschakeling de laadstroom en dus de fre-
6
B~~
77898
Fig. 5
Schakeling voor de synchronisatie
Fig. 6
Schakeling voor de correctiespanning
+a4sv
+36ov
R59
Í42 L ~c k 10
B12
I~~
Rroo
9 uraq
~BWa
1
►D2
cs
Skro
.D
a
R98
Ria4
Fig. 7
Faze-omkeertrap
3
Rgg
— ra00V
+360V
77700
Fig. 8
Versterker voor de horizontale deflectie