Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting; Bediening; Inschakelen; Beeldhelderheid En Beeldscherpte - Philips GM 5654 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

tuurveiligheid brengt men aan, door deze aan het spiraalveertje te bevestigen en over het haakje heen
te trekken.
Aansluiting
Aarde — De grote kartelmoer, gemerkt „'_" (fig. 14), aan de achterzijde, moet met een goede aard-
leiding worden verbonden. Eerst daarna mag de netverbinding tot stand worden gebracht.
Net —Het voor netaansluiting bestemde snoer wordt los bijgeleverd. Dit snoer wordt op de ver-
zonken stekerpennen, gemerkt ,,,~," en op een wisselspanningsnet van de juiste spanning aangesloten.
BEDIENING
INSCHAKELEN
Het apparaat wordt ingeschakeld door de helderheidsregelaar R3 (zie fig. 24 op uitslagblad) rechtsom
te draaien tot de netschakelaar Skl inschakelt. Ongeveer een halve minuut na het inschakelen hebben
de buizen hun bedrijfstemperatuur bereikt en kan het apparaat in gebruik worden genomen.
BEELDHELDERHEID EN BEELDSCHERPTE
1. Zet Rl en R2 in de middenstand.
2. Draai Sk2 linksom en Ska in de stand „1500" (Hz).
3. Draai R3 rechtsom, met R4 in de stand „6", totdat een horizontale lijn op het scherm verschijnt.
4. Stel R4 zodanig in, dat de lijndikte minimaal is. Bij verandering van de helderheidsinstelling (R3)
moet soms R4 iets bijgeregeld worden.
5. Regel de horizontale instelling met Rí.
6. Regel de verticale instelling met R2.
Het beeldscherm kan worden beschadigd als een punt gedurende lange tijd met een te grote
helderheid op dezelfde plaats blijft staan. Bij niet-gebruik draaie men dus steeds R3 zover linksom
totdat het beeld is verdwenen.
VERTICALE DEFLECTIE
1. Met versterker
De onbekende spanning wordt tussen Bus (aarde) en Bus aangesloten. De ingangsgevoelig-
heid, die bij een bepaalde ingangsspanning de beeldhoogte op het scherm bepaalt, kan met
de schakelaar Sk5 in 3 stappen (100 x , 10 x en 1 x) worden ingesteld. De gevoeligheid in
deze 3 standen is respectievelijk ca. 1000 mV, 100 mV en 10 mVeff/cm. Bij iedere stand van de
verzwakker Sk5 kan door verdere verzwakking met behulp van R, de gevoeligheid bovendien
nog continu worden gevariëerd met maximaal een factor 16. Bij onbekende grootte van de in-
gangsspanning kan men voor een snelle instelling het beste beginnen met maximale verzwakking.
Bovengenoemde waarden gelden voor het geval R, rechtsom staat. Mocht bij het regelen met
behulp van R, de lijn zich te veel in verticale richting over het scherm verplaatsen, dan kan
dit worden bijgeregeld met R14. Deze potentiometer is bereikbaar (met een schroevedraaier)
door een gat in de rechterzijkant van het apparaat (zie ook fig. 12). Het is raadzaam om te
vermijden, dat de versterker voor verticale deflectie gedurende lange tijd wordt overstuurd.
De maximum ingangsspanning op de oscillograaf bedraagt 14 Veff. Deze spanning mag niet
worden overschreden, wil men zeker zijn, dat geen vervorming optreedt. Een eventuele gelijk-
spanningscomponent mag de waarde van 400 V niet overschrijden. Met de speciale meetkop
kunnen wisselspanningen tot 280 Veff worden gemeten. Indien de spanningsbron een hoge
inwendige weerstand bezit (ca. 20 megohm) is de maximum toelaatbare ingangsspanning op de
meetkop 2000 Vt.t (topwaarde wisselspanning -I- gelijkspanningscomponent). De wisselspanning
mag daarbij 280 Veff niet overschrijden.
12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave