Gewenste aanvoertemperatuur
7.3.3
Aanvoertemperatuur bij boilervraag
De gewenste aanvoertemperatuur bij boilervraag is gelijk aan de gewenste boiler-
temperatuur plus een instelbare verhoging. De gewenste aanvoertemperatuur is
gelijk aan 0 °C als er geen boilervraag is.
Deze functie is alleen actief als het adres van de regeling waaraan de gewenste
aanvoertemperatuur moet worden doorgegeven, tijdens de configuratie is ingevuld.
MENU INSTELLINGEN
Aanvoertemp
verhoging
7.3.4
Aanvoertemperatuur van andere Regeling(en)
De aanvoertemperatuur die de Regeling moet realiseren, is gelijk aan de hoogste
waarde van de door externe Regelingen gewenste aanvoertemperatuur. Bij
Regelingen die hun gewenste aanvoertemperatuur doorgeven, moet het adres van
deze Regeling tijdens de configuratie ingesteld worden.
MENU BEDRIJFSGEGEVENS
Aanvoer extern
7.3.5
Aanvoertemperatuur ruimtecompensatie
De gewenste aanvoertemperatuur wordt, indien de betreffende ruimte te koud is,
verhoogd om een snellere opwarming te bewerkstelligen.
De functie is alleen beschikbaar indien er een ruimtetemperatuurvoeler aanwezig is.
De verhoging van de gewenste aanvoertemperatuur is groter naarmate het verschil
tussen de gemeten en de gewenste ruimtetemperatuur groter is.
MENU INSTELLINGEN
Ruimtecompen-
satie
7.3.6
Begrenzing aanvoertemperatuur (minimum, maximum)
Het kan belangrijk zijn de gewenste aanvoertemperatuur te begrenzen.
Redenen om een minimumaanvoertemperatuur in te stellen, zijn bv.:
• Voorkomen van condensatie bij ketels.
• Warmtevoorziening voor een heater.
Redenen om een maximumaanvoertemperatuur in te stellen, zijn bv.:
• Het gebruik van het systeem voor vloerverwarming.
Menggroepenregelaar MG 315 / 316
De gewenste aanvoertemperatuur is gelijk aan de
ingestelde boilertemperatuur verhoogd met de
25K
ingestelde waarde.
De gewenste aanvoertemperatuur wordt door een
externe Regeling bepaald.
Vul de waarde in waarmee de gewenste aanvoertem-
peratuur, per graad verschil tussen de gewenste en
3K/K
gemeten ruimtetemperatuur, verhoogd moet worden.
88