Pagina 2
Dit document is met alle mogelijke zorg samengesteld, maar Itho-Daalderop kan geen verant- woording op zich nemen voor eventuele fouten of de gevolgen daarvan. Itho-Daalderop stelt zich evenmin aansprakelijk voor fouten in de Regelaar of hieruit voortvloeiende schade. Cenvax™ en Combicontrol™ zijn geregistreerde handelsmerken van Itho-Daalderop te Schiedam.
Markeerconventies In dit document worden de volgende markeringen gebruikt: : tekst die op het display verschijnt, bv. Monospace type Instellingen : aandachtspunt of waarschuwing Italic : het betreffende item is alleen onder voorwaarden zichtbaar Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: toets ‘volgend menu-item’...
Woord vooraf Deel I van dit document is bedoeld voor de eindgebruiker en voor de installateur die voor het eerst kennismaakt met dit product. Het bevat alle informatie die nodig is om de Regelaar te bedienen en om de goede werking van de Regelaar te controleren. In de Inleiding wordt algemene informatie gegeven met betrekking tot de functie van de Regelaar, de opbouw van de CTR-bus, het verschil tussen een Regelaar en een Regeling, de bedieningswijze, het kiezen en instellen van het toegangsniveau en het...
Bedieningsregelaar worden bediend. Hierdoor kan een Volgregelaar dus niet als stand-alone Regelaar worden gebruikt. Met de Combicontrol serie is Cenvax erin geslaagd om een aantal standaard oplossingen te bieden voor kleine en middelgrote installaties. Door de universele opzet van het systeem, de consistente menu-opbouw (zie fig. 1.1) en de eenvoudige methode van bediening, kan de installateur elke Combicontrol Regelaar snel in bedrijf stellen.
Inleiding Modulaire opbouw Modulaire opbouw Een Regelaar bestaat uit verschillende functionele blokken, de zgn. Regelingen. Elke Regeling stuurt een specifieke installatiecomponent of een groep bij elkaar horende installatiecomponenten aan (zie fig. 1.2) en heeft haar eigen, vastomlijnde taken en functies. Regeling 001-B Cascadesturing...
Inleiding Bediening Bediening 1.3.1 Combicontrol De uitvoering van de Combicontrol Regelaar met geïntegreerde gebruikersinterface is voorzien van een bedieningspaneel (zie fig. 1.3) met LCD-display (2 regels van elk 16 karakters) en 4 toetsen ( Het bedieningspaneel kan tevens voorzien worden van een insteekkaartje met een afbeelding van het hydraulisch schema en bevat daarnaast uitsparingen voor een aantal LED’s.
Inleiding Bediening 1.3.2 Werking en functies van de toetsen De bediening is geheel menu gestuurd. Met behulp van vier toetsen ( ) kunnen, afhankelijk van de configuratie en het toegangsniveau, in de verschil- lende hoofd- en submenu’s gegevens van de Regelaar worden weergegeven en/of gewijzigd.
Pagina 16
Inleiding Bediening Regeling 001-A WK305 Algemeen Regeling 001-B Geen storing Cascadesturing Regeling ..Bedrijfsgegevens ..Instellingen ..Regeling ..Regeling ......Fig. 1.4 Selecteren van Regelingen en menu’s 1. Selecteer, m.b.v. , de Regeling waarvan de gegevens moeten worden weergegeven en/of gewijzigd (a).
Inleiding Bediening 8. Druk op . De ingestelde waarde stopt met knipperen ten teken dat de instelling voltooid is. 9. Door het (herhaald) indrukken van worden de diverse submenu’s weer verlaten. 1.3.4 Kiezen van een toegangsniveau 1.3.4.1 Toegangsniveau 1 (de gebruiker) •...
Inleiding Bediening 1.3.5 Wijzigen van het toegangsniveau 06-12-2000 Regeling 001-A 11:31:55 WK305 Algemeen Toegangsniveau 1 Regeling 001-B Toegangsniveau ..Bedrijfsgegevens Regeling ..Toegangsniveau 1 ..Toegangsniveau 2 Regeling ..[****] ..Regeling ..Fig. 1.5 Wijzigen van het toegangsniveau Handel als volgt: 1.
Pagina 19
Inleiding Bediening Regelaar Het systeem schakelt automatisch terug naar toegangsniveau 1 indien de gedurende 1 uur niet meer wordt bediend. Weersafhankelijke cascaderegelaar WK 305 / 306...
Instellen en bedienen Statusscherm Instellen en bedienen Een Regelaar is samengesteld uit diverse Regelingen. De aanwezigheid van de specifieke Regelingen wordt bepaald door het type Regelaar en de configuratie van Regeling Algemeen die altijd in een Regelaar aanwezig is. De Regeling Algemeen wordt door een gebruiker alleen gebruikt om het toegangsniveau te wijzigen.
Instellen en bedienen Instellingen beschreven submenu’s zijn voor de gebruiker niet van belang en worden daarom in deel III beschreven. MENU BEDRIJFSGEGEVENS De gewenste aanvoertemperatuur wordt door een Aanvoer extern andere Regeling bepaald. De Regeling is in dagbedrijf op grond van het Klokprogramma ingestelde weekklokprogramma.
Instellen en bedienen Weekklok MENU INSTELLINGEN De gewenste ruimtetemperatuur tijdens dagbedrijf. Ruimtetemp 20°C De (minimaal) gewenste ruimtetemperatuur tijdens Ruimtetemp nachtbedrijf. nacht 15°C De (minimaal) gewenste ruimtetemperatuur tijdens Ruimtetemp vakantiebedrijf. vakantie 10°C menu Instellingen niet geselecteerd kan worden, betekent dit dat de gebruiker geen instellingen kan wijzigen.
Pagina 23
Instellen en bedienen Weekklok Weekklok 00:00-00:00 00:00-00:00 08:00-17:00 ..07:00-17:00 00:00-00:00 00:00-00:00 07:00-09:00 ..08:00-17:00 00:00-00:00 00:00-00:00 07:00-09:00 ..17:00-00:00 07:00-09:00 ..17:00-23:15 07:00-09:00 17:00-23:15 Fig. 2.1 Procedure voor het wijzigen van schakeltijden Handel als volgt om de schakeltijden te wijzigen: 1.
Instellen en bedienen Vakantieklok 9. Druk op , de begintijd van de tweede periode knippert. Druk op om de gewenste begintijd van de tweede periode in te stellen (f). 10.Druk op , de eindtijd van de tweede periode begint te knipperen. Druk op om de gewenste eindtijd van de tweede periode in te stellen (g).
Pagina 25
Instellen en bedienen Vakantieklok Vakantieklok 01-01-1999 t/m 01-01-1999 01-01-1999 ..15-01-1999 t/m 01-01-1999 t/m 01-01-1999 15-07-1999 t/m 01-01-1999 15-07-2000 t/m 01-01-1999 15-07-2000 t/m 10-01-1999 15-07-2000 t/m 10-08-1999 15-07-2000 t/m 10-08-2000 15-07-2000 t/m 10-08-2000 Fig. 2.2 Procedure voor het wijzigen van vakantieperioden Handel als volgt om de schakeltijden te wijzigen: 1.
Instellen en bedienen Datum en tijd 4. Druk op tot menu Vakantieklok op het display verschijnt (a). 5. Druk op . Selecteer met gewenste periode (b-c). 6. Druk op , de dag van de begindatum knippert. Stel met behulp van gewenste dag in (d).
Pagina 27
Instellen en bedienen Datum en tijd Toegangsniveau Regeling 001-A WK305 Algemeen 28-01-1970 01-01-1970 Regeling 001-B 00:00:00 ..00:00:00 28-07-1970 Bedrijfsgegevens 00:00:00 28-07-2000 00:00:00 28-07-2000 15:00:00 28-07-2000 15:23:00 28-07-2000 15:23:37 28-07-2000 15:23:37 Fig. 2.3 Procedure voor het wijzigen van de datum en de tijd Handel als volgt om de datum en/of tijd in te stellen: 1.
Pagina 28
Instellen en bedienen Datum en tijd 3. Selecteer menu Toegangsniveau m.b.v. (b). 4. Stel toegangsniveau 2 in. 5. Druk op om menu Toegangsniveau te verlaten. 6. Selecteer het menu-item dat de datum en de tijd weergeeft m.b.v. (c). 7. Druk op om de dag in te stellen.
Verhelpen van storingen Datum en tijd Verhelpen van storingen De Combicontrol Regelaars zijn ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren. Mochten zich desondanks problemen voordoen, raadpleeg dan onder- staande instructies om het probleem op te lossen. Indien dit niet lukt, neem dan contact op met uw leverancier.
Pagina 30
Verhelpen van storingen Datum en tijd Deel I: Gebruikershandleiding...
Pagina 32
Woord vooraf Deel II van dit document is uitsluitend bedoeld voor de installateur van Cenvax producten. Het bevat alle informatie die nodig is om de Regelaar te installeren en in gebruik te nemen. Eerst wordt beschreven hoe de Regelaar bevestigd moet worden en hoe de diverse installatiecomponenten aangesloten moeten worden.
Installatie en montage Combicontrol Installatie en montage Combicontrol 4.1.1 Veiligheidsvoorschriften • Naast de L- en N-aansluiting voor het netsnoer, bevindt zich de aardaansluiting. De aardaansluiting moet altijd worden aangesloten om te voldoen aan de EMC- richtlijnen. Het is geen veiligheidsaarding. •...
Installatie en montage Combicontrol 4.1.4 Montagevoorschriften 4.1.4.1 Uitpakken Controleer de inhoud van de doos. Deze dient te bestaan uit: • De Regelaar. • Insteekkaartje(s). • Een netsnoer met stekker voor de voedingsspanning. • Een zakje met schroeven, montagepluggen, jumper en trekontlastingsclips. •...
Installatie en montage Combicontrol 4.1.4.3 Bevestigen van de Regelaar Fig. 4.2 Bevestigen van de Regelaar De Regelaar wordt bevestigd met drie schroeven (zie fig. 4.2). De bovenste schroef is voor het ophangen van de Regelaar en kan na het ophangen niet meer worden aangedraaid.
Installatie en montage Combicontrol 5. Plaats beide schroeven en fixeer de Regelaar hiermee na uitlijning. 6. Monteer de kleine afdekkap. 4.1.4.4 Plaatsen van voelers en bekabeling RS 232 13 14 15 16 17 18 19 20 9 10 11 12 CTR-NR 16314 230 VAC...
Installatie en montage Combicontrol De relaisuitgangen zijn potentiaalvrij en hebben alléén een schakelfunctie. De Regelaar voedingsspanning (van bv. een pomp) moet dus van buiten de komen. 4.1.4.5 I/O-aansluitingen WK 305 / 306 Table 4.1: Ingangen WK 305 / 306 met insteekkkaartje 1 of 2 Klemmen Nr.6 WK 305 / WK 306...
Pagina 38
Installatie en montage Combicontrol Table 4.2: Uitgangen WK 305 / 306 met insteekkkaartje 1 of 2 Klemmen Nr.2 WK 305 / WK 306 Nr.1 WK 305 / WK 306 Insteekkaartje Nr. 1 Insteekkaartje Nr .2 1 / 2 Ketel 1 ...
Pagina 39
Installatie en montage Combicontrol Table 4.3: Uitgangen WK 305 / 306 met insteekkaartje 3 of 4 Klemmen Nr.4 WK 305 / WK 306 Nr.3 WK 305 / WK 306 Insteekkaartje Nr. 3 Insteekkaartje Nr. 4 1 / 2 Ketel 1 ...
Configuratie Inleiding Configuratie Inleiding Volledigheidshalve wordt in dit hoofdstuk uitgegaan van de meest uitgebreide configuratie van de Regelaar. Afhankelijk van de werkelijke configuratie is het mogelijk dat bepaalde schermteksten en/of omschrijvingen in dit hoofdstuk niet van toepassing zijn. Dergelijke schermteksten en omschrijvingen zijn in dit document cursief gedrukt.
Pagina 44
Configuratie CTR-bus Bij een Combicontrol Regelaar is dit nummer te vinden onder de kleine afdekkap, op het lipje van de grote afdekkap. Het CTR-nummer wordt o.a. gebruikt bij de configuratie van de CTR-bus, waarbij zowel het CTR-nummer van elke Regelaar als het aantal in de CTR-bus op te nemen Regelaars moet worden ingegeven (zie §...
Regelaar WK 305 / 306 Regelaar WK 305 / 306 Selecteer Regeling Algemeen. Wanneer dit scherm Regeling 001-A verschijnt, druk dan op . Indien deze Regeling voor WK305 Algemeen het eerst wordt geconfigureerd, verschijnt het menu Configuratie. Als de Regeling al eerder geconfigureerd is, stel dan eerst toegangsniveau 3 in.
Pagina 46
Regelaar WK 305 / 306 Stel het juiste modemtype in indien er een modem op RS232 Modemtype de Regelaar wordt aangesloten. Indien er geen modem Tron wordt aangesloten, is het modemtype niet van belang. Bovenstaand menu-item verschijnt alleen indien Functie RS232 Standaard geselecteerd.
Configuratie CTR-bus Configuratie CTR-bus Een systeem kan uit meerdere Regelaars die onderling via de CTR-bus zijn gekoppeld, bestaan. De diverse Regelaars en Regelingen kunnen pas gebruikmaken van de CTR-bus als deze geconfigureerd is. CONFIGURATIE CTR Selecteer het submenu Configuratie CTR-bus Configuratie Regeling Algemeen van de Bedieningsregelaar.
Configuratie CTR-bus De configuratie van de CTR-bus is afgebroken omdat Config beeindigd het niet gelukt is alle Regelaars tijdelijk op adres 151 te geen busvrijgave zetten. De oorzaak is een bedradingsfout of sluiting in de CTR-bus. Nummer 1 wordt (in dit voorbeeld) aan de Regelaar met Reg 1 CTR 02534 CTR-nummer 2534 toegekend.
Pagina 49
Configuratie CTR-bus De betreffende Regelaar is in de CTR-bus opgenomen. Regelaar Weersafhankelijke cascaderegelaar WK 305 / 306...
Regeling GBS Interface - GI Regeling GBS Interface - GI Selecteer Regeling GBS Interface. Wanneer dit scherm Regeling 001-F verschijnt, druk dan op . Indien deze Regeling voor GBS Interface het eerst wordt geconfigureerd, verschijnt het menu Configuratie. Als de Regeling al eerder geconfigureerd is, stel dan eerst toegangsniveau 3 in.
Regeling Storingsmelding - ST Regeling Storingsmelding - ST Selecteer Regeling Storingsmelding. Wanneer dit Regeling 001-D scherm verschijnt, druk dan op . Indien deze Storingsmelding Regeling voor het eerst wordt geconfigureerd, verschijnt het menu Configuratie. Als de Regeling al eerder geconfigureerd is, stel dan eerst toegangsni- veau 3 in.
Regeling Cascadesturing - WK Regeling Cascadesturing - WK Selecteer Regeling Cascadesturing. Wanneer dit Regeling 001-B scherm verschijnt, druk dan op . Indien deze Cascadesturing Regeling voor het eerst wordt geconfigureerd, verschijnt het menu Configuratie. Als de Regeling al eerder geconfigureerd is, stel dan eerst toegangsni- veau 3 in.
Pagina 53
Regeling Cascadesturing - WK WEEKKLOK Selecteer hier: Weekklok • : de Regeling heeft geen weekklok. Intern Geen • : de Regeling heeft een eigen weekklok. Intern • : de Regeling gebruikt de weekklok van Extern een andere Regeling. Bovenstaand menu-item verschijnt alleen indien Buitentemp Intern Buitentemp is geselecteerd.
Regeling Cascadesturing - WK POMP Kies indien de Regeling een transportpomp moet Pomp aansturen. Indien men gebruikmaakt van één of twee Volgregelaars (omdat het aantal ketels groter is dan 6, respectievelijk 12) wordt het laatste relais op de laatste Volgregelaar voor de pomp gebruikt. Bovenstaand menu-item verschijnt alleen indien niet alle uitgangen (inclusief de uitgangen van eventuele Volgregelaars) gebruikt worden voor de ketels.
Regeling Cascadesturing - WK KETELVERMOGEN Vul het vermogen van de betreffende ketel in. Ketel 1 vermogen 45kW Bovenstaand menu-item verschijnt alleen indien Gelijk vermogen per ketel Nee is gekozen. VENTILATIE UNIT Stel het adres in van de ventilatieregeling waarmee de Ventilatie-unit Regeling moet samenwerken.
Pagina 56
Regeling Cascadesturing - WK Deel II: Installatiehandleiding...
Pagina 58
Woord vooraf Deel III van dit document is uitsluitend bedoeld voor de installateur. Het begint met een overzicht van de specifieke functies van elke Regeling en vervolgens worden deze functies beschreven. Deze informatie kan gebruikt worden om de juiste werking van de Regelingen te controleren en om ingestelde waarden te wijzigen.
Regelingen Regeling WK 305 / 306 Algemeen Regelingen Regeling WK 305 / 306 Algemeen De belangrijkste taak van Regeling WK 305 / 306 Algemeen is het uitvoeren van algemene functies, zoals datum en tijd instellen. Indien de Regelaar in een bus zit, verandert ook daar de datum en de tijd.
Regeling GBS Interface - GI Regeling GBS Interface - GI De Regeling GBS Interface verzorgt de communicatie tussen de CTR-bus en een extern (gebouwbeheer)systeem. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de ingebouwde RS232-poort. Power Fig. 6.2 Schematische weergave Regeling GBS interface Hieronder volgt een overzicht van de functies binnen de Regeling: •...
Regeling Storingsmelding - ST Regeling Storingsmelding - ST De Regeling Storingsmelding heeft tot taak om alle in het systeem aanwezige storingen te verzamelen en, indien gewenst, te melden. Met systeem worden alle aanwezige en onderling, via de CTR-bus, gekoppelde Regelaars en Regelingen bedoeld.
Regeling Cascadesturing - WK Regeling Cascadesturing - WK De Regeling Cascadesturing bepaalt de gewenste aanvoertemperatuur voor de ketelinstallatie. Op basis van de gewenste en de gemeten aanvoertemperatuur wordt, met behulp van een PID-regeling, het aantal in te schakelen ketels bepaald. Indien de cascade-opstelling uit 7 ketels óf meer (maximaal 18) bestaat, moet men de Regelaar combineren met één of twee WK 306 Volgregelaars.
Functies Bedrijfstoestanden Functies Bedrijfstoestanden 7.1.1 Bedrijfstoestand (dag, nacht, vakantie, uit) De Regeling kent 4 bedrijfstoestanden, namelijk: 1. Dagbedrijf. 2. Nachtbedrijf. 3. Vakantiebedrijf. 4. Uit bedrijf. Afhankelijk van de bedrijfstoestand kunnen bepaalde installatie-onderdelen al dan niet in bedrijf zijn en kunnen setpoints, waarop geregeld wordt, veranderen. In het menu Bedrijfsgegevens wordt door middel van een korte omschrijving aangegeven wat de actuele toestand van de Regeling is.
Functies Bedrijfstoestanden 7.1.2 Weekklok met twee bedrijfstijden per dag (intern) Met behulp van een weekklok kan, vooraf, voor bepaalde perioden dagbedrijf worden ingesteld. Buiten de ingestelde bedrijfsperioden is de Regeling in nachtbedrijf. Deze functie is mogelijk alleen actief als tijdens de configuratie voor een interne weekklok gekozen is.
Functies Bedrijfstoestanden Deze functie is mogelijk alleen actief als tijdens de configuratie voor een interne vakantieklok gekozen is. In het vakantieklokprogramma kunnen acht verschillende vakantieperioden worden ingesteld. Per vakantieperiode moet een begin- en einddatum worden ingesteld. In het menu Bedrijfsgegevens wordt aangegeven of de Regeling, t.g.v. het vakantieklokprogramma, in de bedrijfstoestand vakantiebedrijf verkeert.
Functies Bedrijfstoestanden 2. Nachtbedrijf. 3. Vakantiebedrijf. 4. Uit bedrijf (laagste prioriteit). De bedrijfstoestand wordt alleen overgenomen als deze een hogere prioriteit heeft dan de eigen bedrijfstoestand. Is de Regeling zelf bv. in dagbedrijf en zijn de andere Regelingen in nachtbedrijf, dan blijft de Regeling in dagbedrijf. MENU BEDRIJFSGEGEVENS De Regeling verkeert in de bedrijfstoestand dagbedrijf Extern...
Functies Bedrijfstoestanden MENU BEDRIJFSGEGEVENS De Regeling verkeert, t.g.v. het opstoken, in de bedrijf- Opstoken stoestand dagbedrijf. De gemeten ruimtetemperatuur is gelijk aan 20 °C. Ruimtetemp 20°C De gemeten buitentemperatuur is gelijk aan 14 °C Buitentemp 14°C MENU INSTELLINGEN De Regeling schakelt vervroegd in met minimaal de Opstooktijd ingestelde tijd.
Functies Bedrijfstoestanden Gewenste ruimte- temperatuur DAG 0,5 K Gemiddelde buitentemperatuur Offset stookgrens Tijdsverloop (h) normaal bedrijf uit bedrijf: STOOKGRENS normaal bedrijf Fig. 7.1 Stookgrens in relatie tot verloop gemiddelde buitentemperatuur MENU BEDRIJFSGEGEVENS De Regeling verkeert, t.g.v. de stookgrens, in de bedrijf- Stookgrens stoestand uit.
Functies Bedrijfstoestanden MENU BEDRIJFSGEGEVENS De Regeling verkeert, na nachtventilatie, in de bedrijf- Dag na nacht- stoestand dagbedrijf en een ingestelde tijd na de ventilatie nachtventilatie is nog niet verstreken. Er mag in deze toestand nog niet verwarmd worden. 7.1.11 Geen vrijgave verwarmen bij koelen De verwarming wordt geblokkeerd indien er gekoeld wordt.
Gewenste ruimtetemperatuur Gewenste ruimtetemperatuur 7.2.1 Ruimtetemp. afh. van bedrijfstoestand (dag, nacht, vakantie) De gewenste ruimtetemperatuur kan voor de bedrijfstoestanden dag, nacht en vakantie (niet voor uit bedrijf, de gewenste ruimtetemperatuur is dan 0 °C) worden ingesteld. MENU BEDRIJFSGEGEVENS De momentaan gewenste ruimtetemperatuur. Ruimtetemp gewenst 20°C...
Gewenste ruimtetemperatuur °C Gewenste ruimtetemperatuur nacht °C Buitentemperatuur Fig. 7.2 Begrenzing nachtverlaging Uit fig. 7.2 blijkt dat de gewenste ruimtetemperatuur nacht, door de begrenzing, hoger wordt naarmate de buitentemperatuur lager wordt. De ingestelde waarden van de gewenste ruimtetemperatuur dag en de gewenste ruimtetemperatuur nacht zijn respectievelijk gelijk aan 20 en 12 °C.
Pagina 73
Gewenste ruimtetemperatuur MENU INSTELLINGEN Het ingestelde gebouwtype ( Licht Middel Zwaar Gebouwtype Gebouwtype betekent dat de ruimtetemperatuur Licht Middel de buitentemperatuur met een kleine vertraging volgt. Gebouwtype betekent dat de ruimtetemperatuur Zwaar de buitentemperatuur met een grote vertraging volgt. Weersafhankelijke cascaderegelaar WK 305 / 306...
Gewenste aanvoertemperatuur Gewenste aanvoertemperatuur 7.3.1 Weersafhankelijke aanvoertemperatuur (stooklijn) De stooklijn is de relatie tussen de buitentemperatuur en de benodigde aanvoertem- peratuur. Het doel van de stooklijn is er voor te zorgen dat de hoeveelheid te produceren warmte wordt afgestemd op het warmteverlies. Regelingen met een stooklijn worden vaak aangeduid met de term ‘weersafhankelijk’.
Gewenste aanvoertemperatuur MENU INSTELLINGEN De waarde van de buitentemperatuur bij het voetpunt Buitentemp dient in de meeste gevallen op dezelfde waarde te voetpunt 20°C worden ingesteld als de gewenste ruimtetemperatuur tijdens dagbedrijf. Bij radiatorenverwarming is deze waarde meestal gelijk Aanvoertemp aan de bij ingestelde waarde.
Gewenste aanvoertemperatuur °C °C Buitentemperatuur Fig. 7.4 Parallelverschuiving van de stooklijn 7.3.2 Aanvoertemperatuur afh. van ingang externe warmtevraag De gewenste aanvoertemperatuur is, bij een gesloten ingang ‘Warmtevraag extern’, minimaal gelijk aan de ingestelde waarde. MENU BEDRIJFSGEGEVENS De gewenste aanvoertemperatuur wordt door de Warmtevraag ext toestand van ingang ‘Warmtevraag extern’...
Gewenste aanvoertemperatuur 7.3.4 Aanvoertemperatuur ruimtecompensatie De gewenste aanvoertemperatuur wordt, indien de betreffende ruimte te koud is, verhoogd om een snellere opwarming te bewerkstelligen. De functie is alleen beschikbaar indien er een ruimtetemperatuurvoeler aanwezig is. De verhoging van de gewenste aanvoertemperatuur is groter naarmate het verschil tussen de gemeten en de gewenste ruimtetemperatuur groter is.
Regeling GBS Interface - GI Regeling GBS Interface - GI 7.4.1 Bedrijfstoestanden In het menu Bedrijfsgegevens wordt aangegeven in welke toestand de Regeling momentaan verkeert. MENU BEDRIJFSGEGEVENS De Regeling wacht op opdrachten. Indien de Regeling Geen zojuist is geconfigureerd, geeft deze tekst aan dat er opdracht geen configuratie fouten zijn.
Regeling Storingsmelding - ST Regeling Storingsmelding - ST 7.5.1 Storingsgegevens (aantal en status) In het Statusscherm van de Regeling kunnen de storingsgegevens van de installatie bekeken worden. De volgende teksten (voorbeelden) kunnen zichtbaar zijn: MENU STATUSSCHERM Er heeft zich geen storing voorgedaan. Geen storing Er is één storing met lage prioriteit.
Regeling Storingsmelding - ST MENU BEDRIJFSGEGEVENS De Regelaar met adres 001 wordt momenteel op de Controle aanwezigheid van storingen gecontroleerd. Regelaar 7.5.3 Storingsniveau (hoog, laag) Elke storing, die door het regelsysteem gedetecteerd kan worden, heeft een instel- baar storingsniveau. Dit maakt het mogelijk om storingen een verschillende prioriteit te geven.
Pagina 81
Regeling Storingsmelding - ST In het faxbericht worden de volgende gegevens vermeld: • De omschrijving van het project (projectnaam, maximaal 40 karakters). • De datum en de tijd waarop het faxbericht is verstuurd. • Is er geen storingssituatie: ‘Geen storing’. •...
Pagina 82
Regeling Storingsmelding - ST De faxstatus geeft aan dat het faxbericht wordt Status fax verstuurd. Versturen De faxstatus geeft aan dat een andere Regeling bezig Statusfax is met het versturen van een faxbericht. Regeling bezet De faxstatus geeft aan dat de COM-poort in gebruik is. Status fax RS232 bezet De faxstatus geeft aan dat er geen faxbericht verstuurd...
Regeling Storingsmelding - ST MENU INSTELLINGEN Stel het gewenste faxnummer in met behulp van de Faxnummer toets en bevestig elk cijfer met . Met 1234567890 het vorige cijfer geselecteerd worden. De ingestelde wachttijd voor het versturen van een Fax wijziging nieuw faxbericht als er, tijdens een storingssituatie, een wachttijd nieuwe storing optreedt.
Pagina 84
Regeling Storingsmelding - ST Een SMS-bericht is als volgt opgebouwd: • De omschrijving van het project (projectnaam, maximaal 40 karakters). • Het totaal aantal storingen in de installatie. • Een omschrijving van de storingen (maximaal 5 ). De omschrijving bestaat uit het adres van de Regeling en een korte omschrijving, bijv.
Pagina 85
Regeling Storingsmelding - ST De SMS-status geeft aan dat het opbouwen van de Status SMS verbinding niet gelukt is. De oorzaak is niet bekend. Algemene fout De SMS-status geeft aan dat er een storing is Status SMS opgetreden tijdens de communicatie via de CTR-bus. CTR-comm fout De SMS-status geeft aan dat er momenteel geen Status SMS...
Regeling Cascadesturing - WK Regeling Cascadesturing - WK 7.6.1 Gewenst vermogen van Regeling Ketelsturing (KS) De Regeling Ketelsturing kan zijn gewenst vermogen aan de Regeling Cascade- sturing doorgeven. Deze functie is alleen actief als tijdens de configuratie van de Regeling Ketelsturing het adres van de Regeling Cascadesturing is ingesteld.
Regeling Cascadesturing - WK Het momentane vermogen in bedrijf uitgedrukt in het Vermogen percentage van het totale beschikbare vermogen. bedrijf 7.6.3 Sturing transportpomp ketelcascade De Regeling Cascadesturing zorgt voor aansturing van de transportpomp van de ketelcascade. Deze functie is alleen actief als, tijdens de configuratie, voor het gebruik van een pomp gekozen is.
Overige regelfuncties Overige regelfuncties 7.7.1 PID-regeling voor gewenst vermogen De Regeling bepaalt, met behulp van een PID-regeling, op basis van het verschil tussen de gemeten en de gewenste aanvoertemperatuur, het gewenste vermogen van de installatie. De PID-factoren zijn afzonderlijk instelbaar. MENU BEDRIJFSGEGEVENS Het door de installatie gewenst vermogen in procenten.
Overige regelfuncties 7.7.3 Maximaal bedrijf van een warmtebron De inschakelvolgorde is zodanig gekozen dat het energetisch gunstiger is om warmtebronnen die vooraan staan in de volgorde maximaal te benutten. Daarom is het van belang dat alle ingeschakelde warmtebronnen, met uitzondering van de als laatste ingeschakelde warmtebron, maximaal in bedrijf blijven.
Overige regelfuncties Vermogen in bedrijf Gewenst vermogen Ketel 2 uit Ketel 1 en 2 uit Wachttijd ketel af Tijd Fig. 7.8 Afschakelen aan/uit ketels in systeem met twee ketels MENU INSTELLINGEN De wachttijd voor het bijschakelen van een ketel is Wachttijd ketel minimaal gelijk aan de ingestelde waarde.
Pagina 91
Overige regelfuncties MENU INSTELLINGEN De pomp draait gedurende de ingestelde tijd na. Nadraaitijd pomp 5min Weersafhankelijke cascaderegelaar WK 305 / 306...
Beveiligingen en bewakingen Beveiligingen en bewakingen 7.8.1 Setpointbewaking aanvoertemperatuur De aanvoertemperatuur wordt bewaakt met gebruikmaking van een instelbare tijd en een instelbare temperatuurafwijking. Deze functie is alleen actief als er een aanvoertemperatuurvoeler aanwezig is. Indien de aanvoertemperatuur niet binnen de ingestelde tijd hoger is dan de gewenste aanvoertemperatuur minus de ingestelde temperatuurafwijking, volgt een storingsmelding.
Beveiligingen en bewakingen 7.8.4 Vorstbewaking buitentemperatuur De buitentemperatuur wordt bewaakt om bevriezen van bv. leidingen in de installatie te voorkomen. De functie is alleen actief als hier, tijdens de configuratie, voor is gekozen. Er is sprake van vorstgevaar als de buitentemperatuur beneden 3 °C komt. De gewenste aanvoertemperatuur wordt minimaal gelijk aan de ingestelde minimum- aanvoertemperatuur vorstgevaar.
Algemene functies Algemene functies 7.9.1 Datum en tijd Een aantal functies, bv. weekklok, vakantieklok en opstoken, maakt gebruik van de datum en de tijd. Elke Regelaar beschikt over een menu Datum en tijd. De datum en de tijd kunnen zowel op een Bedieningsregelaar als op een Volgregelaar ingesteld worden.
Algemene functies menu Bedrijfsgegevens Het juiste versienummer is in het van de betreffende Regeling zichtbaar. 7.9.3 Identificatie Regelaar (CTR-nummer) Regelaars die onderling via de CTR-bus gekoppeld zijn, moeten individueel herken- baar zijn. Daarom wordt aan elke Regelaar van fabriekswege een uniek nummer, het zgn.
Algemene functies Indien men, met behulp van het PC-programma CTR-remote, een verbinding wil opbouwen met een modem dat is aangesloten op een Regelaar waarvan de modemfuncties niet zijn vrijgegeven, dan wordt de verbinding na korte tijd verbroken. Een Regeling Storingsmelding die gebruik wil maken van een modem waarvan de modemfuncties niet zijn vrijgegeven, meldt dat er geen modem is aangesloten.
Algemene functies Het faxbericht wordt verzonden. Bezig met versturen fax Er is een PC op de RS232-poort aangesloten. Direkte verbinding Er is geen modem aangesloten. Modem niet gedetecteerd Het modem is aan het bellen teneinde een SMS-bericht Verbindings- te versturen. opbouw SMS Het verzenden van het SMS-bericht is niet gelukt.
Algemene functies Het dataformaat is opgebouwd uit acht databits, een Dataformaat even pariteitbit en één stopbit. RS232 8-E-1 Het dataformaat is opgebouwd uit acht databits, een Dataformaat oneven pariteitbit en één stopbit. RS232 8-O-1 7.9.8 Telefooninstellingen Indien er een modem op een Regelaar wordt aangesloten, kunnen de kiesmethode, de tekens voor het gebruik van een buitenlijn en het aantal belsignalen worden ingesteld.
Algemene functies enzovoorts. Deze gegevens kunnen inzicht geven in de noodzaak van vervanging of onderhoud van de diverse componenten. Het aantal tellers is afhankelijk van de Regelingen en de gemaakte keuzes tijdens de configuratie. Tijdens de configuratie van een Regeling bestaat de mogelijkheid alle tellers tegelij- kertijd op nul te zetten.
Algemene functies De gegevens worden telkens, na het ingestelde tijdsinterval, in het geheugen van de betreffende Regeling opgeslagen. Bij een tijdsinterval van 5 minuten (standaard) kunnen de gegevens minimaal twee dagen bewaard worden. De in de datalogger opgeslagen gegevens kunnen met een PC en het programma CTR-remote ingelezen en grafisch weergegeven worden.
Pagina 101
Algemene functies MENU STORINGEN Er is een storing. Op de eerste regel (..) staat waar de ..storing betrekking op heeft. Storingnummer 01 Datum en tijd van de laatste wijziging in de 26-06-2000 storingssituatie. 12:34:09 Achtereenvolgens worden de 10 meest recente Oude storing 01 (mogelijk niet meer actieve) storingen weergegeven.
Mochten zich desondanks problemen voordoen, raadpleeg dan onderstaande paragrafen en probeer de storing op te lossen aan de hand van de gegeven instructies. Indien dit niet lukt, neem dan contact op met uw Cenvax leverancier. De in dit hoofdstuk beschreven storingen zijn onderverdeeld in: •...
Als de betreffende storing zich meermaals voordoet of het euvel niet (afdoende) kan worden hersteld, neem dan contact op met uw Cenvax leverancier. Alle LED’s uit, geen tekst in het display: • Controleer de voeding en de zekering, deze bevindt zich links onder de grote afdekkap.
Het verhelpen van storingen Storingen gemeld door Regelingen CTR-fout 09 Elke Regelaar moet ‘op zijn beurt wachten’ voordat een bericht verzonden mag worden. Indien echter op het moment dat een Regelaar aan de beurt is, een andere Regelaar nog bezig is gegevens te verzenden, gaat de beurt over en moet de Regelaar wachten totdat de verzendvolgorde weer correct is, d.w.z.
Pagina 105
Het verhelpen van storingen Storingen gemeld door Regelingen Oorzaak : Voeler is niet aangesloten, foutief Buitentemp aangesloten, of defect. Storingnummer 01 Gevolg : De Regeling schakelt over op de gemiddelde buitentemperatuur. Enkele functies die gebruikmaken van de buitentemperatuur vervallen. Actie : Controleer de bedrading en eventueel de voeler aan de hand van de weerstandstabel (zie §...
Het verhelpen van storingen Controleren van relaissuitgangen Oorzaak : Voeler is niet aangesloten, foutief Ruimtetemp aangesloten, of defect. Storingnummer 01 Gevolg : De Regeling schakelt over op de geschatte ruimtetemperatuur. Enkele functies die gebruikmaken van de ruimtetemperatuur vervallen. Actie : Controleer de bedrading en eventueel de voeler aan de hand van de weerstandstabel (zie §...
Druk op om een volgend relais te testen. Weerstandstabellen voor temperatuuropnemers De onderstaande weerstandstabellen kunnen bv. gebruikt worden om de diverse temperatuuropnemers te controleren. Table 8.1: Cenvax NTC weerstandstabel Temp. [°C] Weerstand [Ω] Temp. [°C] Weerstand [Ω] 36.475 2.185 27.665...
Pagina 111
Status fax Rust 76 Status fax Tel-lijn bezet 76 Uit 15 Status fax Versturen 76 Status SMS Algemene fout 79 Status SMS CTR-comm fout 79 Vakantieklok 6, 19 Status SMS Fout nummer 78 Vakantieklok Intern 47 Status SMS Geen antwoord 78 Vakantieklok Regeling 000-A 47 Status SMS Geen kiestoon 78 Ventilatie-unit Regeling 000-A 49...