Pagina 2
Dit document is met alle mogelijke zorg samengesteld, maar Itho-Daalderop kan geen verant- woording op zich nemen voor eventuele fouten of de gevolgen daarvan. Itho-Daalderop stelt zich evenmin aansprakelijk voor fouten in de Regelaar of hieruit voortvloeiende schade. Cenvax™ en Combicontrol™ zijn geregistreerde handelsmerken van Itho-Daalderop te Schiedam.
Markeerconventies In dit document worden de volgende markeringen gebruikt: : tekst die op het display verschijnt, bv. Monospace type Instellingen : aandachtspunt of waarschuwing Italic : het betreffende item is alleen onder voorwaarden zichtbaar Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: toets ‘volgend menu-item’...
Woord vooraf Deel I van dit document is bedoeld voor de eindgebruiker en voor de installateur die voor het eerst kennismaakt met dit product. Het bevat alle informatie die nodig is om de Regelaar te bedienen en om de goede werking van de Regelaar te controleren. In de Inleiding wordt algemene informatie gegeven met betrekking tot de functie van de Regelaar, de opbouw van de CTR-bus, het verschil tussen een Regelaar en een Regeling, de bedieningswijze, het kiezen en instellen van het toegangsniveau en het...
Bedieningsregelaar worden bediend. Hierdoor kan een Volgregelaar dus niet als stand-alone Regelaar worden gebruikt. Met de Combicontrol serie is Cenvax erin geslaagd om een aantal standaard oplossingen te bieden voor kleine en middelgrote installaties. Door de universele opzet van het systeem, de consistente menu-opbouw (zie fig. 1.1) en de eenvoudige methode van bediening, kan de installateur elke Combicontrol Regelaar snel in bedrijf stellen.
Inleiding Modulaire opbouw Inleiding Modulaire opbouw Modulaire opbouw Een Regelaar bestaat uit verschillende functionele blokken, de zgn. Regelingen. Elke Regeling stuurt een specifieke installatiecomponent of een groep bij elkaar horende installatiecomponenten aan (zie fig. 1.2) en heeft haar eigen, vastomlijnde taken en functies.
Inleiding Bediening Inleiding Bediening Inleiding Bediening Bediening 1.3.1 Combicontrol De uitvoering van de Combicontrol Regelaar met geïntegreerde gebruikersinterface is voorzien van een bedieningspaneel (zie fig. 1.3) met LCD-display (2 regels van elk 16 karakters) en 4 toetsen ( Het bedieningspaneel kan tevens voorzien worden van een insteekkaartje met een afbeelding van het hydraulisch schema en bevat daarnaast uitsparingen voor een aantal LED’s.
Inleiding Bediening Inleiding Bediening 1.3.2 Werking en functies van de toetsen De bediening is geheel menu gestuurd. Met behulp van vier toetsen ( ) kunnen, afhankelijk van de configuratie en het toegangsniveau, in de verschil- lende hoofd- en submenu’s gegevens van de Regelaar worden weergegeven en/of gewijzigd.
Pagina 16
Inleiding Bediening Inleiding Bediening Inleiding Bediening Regeling 001-A TC301 Algemeen Regeling 001-B Geen storing Tapwaterregeling Regeling ..Bedrijfsgegevens ..Instellingen ..Regeling ..Regeling ......Fig. 1.4 Selecteren van regelingen en menu’s 1. Selecteer, m.b.v. , de Regeling waarvan de gegevens moeten worden weergegeven en/of gewijzigd (a).
Inleiding Bediening Inleiding Bediening 8. Druk op . De ingestelde waarde stopt met knipperen ten teken dat de instelling voltooid is. 9. Door het (herhaald) indrukken van worden de diverse submenu’s weer verlaten. 1.3.4 Kiezen van een toegangsniveau 1.3.4.1 Toegangsniveau 1 (de gebruiker) •...
Pagina 19
Inleiding Bediening Inleiding Bediening Regelaar Het systeem schakelt automatisch terug naar toegangsniveau 1 indien de gedurende 1 uur niet meer wordt bediend. Tapwaterregelaar TC 301 / 302...
Instellen en bedienen Statusscherm Instellen en bedienen Een Regelaar is samengesteld uit diverse Regelingen. De aanwezigheid van de specifieke Regelingen wordt bepaald door het type Regelaar en de configuratie van Regeling Algemeen die altijd in een Regelaar aanwezig is. De Regeling Algemeen wordt door een gebruiker alleen gebruikt om het toegangsniveau te wijzigen.
Instellen en bedienen Bedrijfsgegevens Bedrijfsgegevens Het menu Bedrijfsgegevens heeft submenu’s die informatie geven over de momentane bedrijfstoestand van een Regeling. Hieronder worden de voor de gebruiker belangrijkste submenu’s vermeld en kort beschreven. Eventueel hier niet beschreven submenu’s zijn voor de gebruiker niet van belang en worden daarom in deel III beschreven.
Instellen en bedienen Weekklok Weekklok Met behulp van een weekklok kunnen, vooraf, voor elke dag van de week twee bedrijfsperioden worden ingesteld. Weekklok 00:00-00:00 00:00-00:00 08:00-17:00 ..07:00-17:00 00:00-00:00 00:00-00:00 07:00-09:00 ..08:00-17:00 00:00-00:00 00:00-00:00 07:00-09:00 ..17:00-00:00 07:00-09:00 ..
Instellen en bedienen Vakantieklok om de gewenste begintijd van de eerste periode in te stellen (d). 8. Druk op , de eindtijd van de eerste periode begint te knipperen. Druk op om de gewenste eindtijd van de eerste periode in te stellen (e). 9.
Pagina 24
Instellen en bedienen Vakantieklok Vakantieklok 01-01-1999 t/m 01-01-1999 01-01-1999 ..15-01-1999 t/m 01-01-1999 t/m 01-01-1999 15-07-1999 t/m 01-01-1999 15-07-2000 t/m 01-01-1999 15-07-2000 t/m 10-01-1999 15-07-2000 t/m 10-08-1999 15-07-2000 t/m 10-08-2000 15-07-2000 t/m 10-08-2000 Fig. 2.2 Procedure voor het wijzigen van vakantieperioden Handel als volgt om de schakeltijden te wijzigen: 1.
Instellen en bedienen Datum en tijd 4. Druk op tot menu Vakantieklok op het display verschijnt (a). 5. Druk op . Selecteer met gewenste periode (b-c). 6. Druk op , de dag van de begindatum knippert. Stel met behulp van gewenste dag in (d).
Pagina 26
Instellen en bedienen Datum en tijd Toegangsniveau Regeling 001-A TC301 Algemeen 28-01-1970 01-01-1970 Regeling 001-B 00:00:00 ..00:00:00 28-07-1970 Bedrijfsgegevens 00:00:00 28-07-2000 00:00:00 28-07-2000 15:00:00 28-07-2000 15:23:00 28-07-2000 15:23:37 28-07-2000 15:23:37 Fig. 2.3 Procedure voor het wijzigen van de datum en de tijd Handel als volgt om de datum en/of tijd in te stellen: 1.
Pagina 27
Instellen en bedienen Datum en tijd 3. Selecteer menu Toegangsniveau m.b.v. (b). 4. Stel toegangsniveau 2 in. 5. Druk op om menu Toegangsniveau te verlaten. 6. Selecteer het menu-item dat de datum en de tijd weergeeft m.b.v. (c). 7. Druk op om de dag in te stellen.
Verhelpen van storingen Datum en tijd Verhelpen van storingen De Combicontrol Regelaars zijn ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren. Mochten zich desondanks problemen voordoen, raadpleeg dan onder- staande instructies om het probleem op te lossen. Indien dit niet lukt, neem dan contact op met uw leverancier.
Pagina 30
Woord vooraf Deel II van dit document is uitsluitend bedoeld voor de installateur van Cenvax producten. Het bevat alle informatie die nodig is om de Regelaar te installeren en in gebruik te nemen. Eerst wordt beschreven hoe de Regelaar bevestigd moet worden en hoe de diverse installatiecomponenten aangesloten moeten worden.
Installatie en montage Combicontrol Installatie en montage Combicontrol 4.1.1 Veiligheidsvoorschriften • Naast de L- en N-aansluiting voor het netsnoer, bevindt zich de aardaansluiting. De aardaansluiting moet altijd worden aangesloten om te voldoen aan de EMC- richtlijnen. Het is geen veiligheidsaarding. •...
Installatie en montage Combicontrol 4.1.4 Montagevoorschriften 4.1.4.1 Uitpakken Controleer de inhoud van de doos. Deze dient te bestaan uit: • De Regelaar. • Insteekkaartje(s). • Een netsnoer met stekker voor de voedingsspanning. • Een zakje met schroeven, montagepluggen, jumper en trekontlastingsclips. •...
Installatie en montage Combicontrol 4.1.4.3 Bevestigen van de Regelaar Fig. 4.2 Bevestigen van de regelaar De Regelaar wordt bevestigd met drie schroeven (zie fig. 4.2). De bovenste schroef is voor het ophangen van de Regelaar en kan na het ophangen niet meer worden aangedraaid.
Installatie en montage Combicontrol 5. Plaats beide schroeven en fixeer de Regelaar hiermee na uitlijning. 6. Monteer de kleine afdekkap. 4.1.4.4 Plaatsen van voelers en bekabeling RS 232 13 14 15 16 17 18 19 20 9 10 11 12 CTR-NR 16314 230 VAC...
Installatie en montage Combicontrol De relaisuitgangen zijn potentiaalvrij en hebben alléén een schakelfunctie. De Regelaar voedingsspanning (van bv. een pomp) moet dus van buiten de komen. 4.1.4.5 I/O-aansluitingen TC 301 / 302 Table 4.1: Ingangen TC 301 / 302 met insteekkkaartje 1 of 2 Klemmen Nr.1 TC 301 / TC 302...
Configuratie Inleiding Configuratie Inleiding Volledigheidshalve wordt in dit hoofdstuk uitgegaan van de meest uitgebreide configuratie van de Regelaar. Afhankelijk van de werkelijke configuratie is het mogelijk dat bepaalde schermteksten en/of omschrijvingen in dit hoofdstuk niet van toepassing zijn. Dergelijke schermteksten en omschrijvingen zijn in dit document cursief gedrukt.
Pagina 40
Configuratie CTR-bus Bij een Combicontrol Regelaar is dit nummer te vinden onder de kleine afdekkap, op het lipje van de grote afdekkap. Het CTR-nummer wordt o.a. gebruikt bij de configuratie van de CTR-bus, waarbij zowel het CTR-nummer van elke Regelaar als het aantal in de CTR-bus op te nemen Regelaars moet worden ingegeven (zie §...
Regelaar TC 301 / 302 Regelaar TC 301 / 302 Selecteer Regeling Algemeen. Wanneer dit scherm Regeling 001-A verschijnt, druk dan op . Indien deze Regeling voor TC301 Algemeen het eerst wordt geconfigureerd, verschijnt het menu Configuratie. Als de Regeling al eerder geconfigureerd is, stel dan eerst toegangsniveau 3 in.
Pagina 42
Regelaar TC 301 / 302 Stel het juiste modemtype in indien er een modem op RS232 Modemtype de Regelaar wordt aangesloten. Indien er geen modem Tron wordt aangesloten, is het modemtype niet van belang. Bovenstaand menu-item verschijnt alleen indien Functie RS232 Standaard geselecteerd.
Configuratie CTR-bus Configuratie CTR-bus Een systeem kan uit meerdere Regelaars die onderling via de CTR-bus zijn gekoppeld, bestaan. De diverse Regelaars en Regelingen kunnen pas gebruikmaken van de CTR-bus als deze geconfigureerd is. CONFIGURATIE CTR Selecteer het submenu Configuratie CTR-bus Configuratie Regeling Algemeen van de Bedieningsregelaar.
Pagina 44
Configuratie CTR-bus De configuratie van de CTR-bus is afgebroken omdat Config beeindigd het niet gelukt is alle Regelaars tijdelijk op adres 151 te geen busvrijgave zetten. De oorzaak is een bedradingsfout of sluiting in de CTR-bus. Nummer 1 wordt (in dit voorbeeld) aan de Regelaar met Reg 1 CTR 02534 CTR-nummer 2534 toegekend.
Pagina 45
Configuratie CTR-bus De betreffende Regelaar is in de CTR-bus opgenomen. Regelaar Tapwaterregelaar TC 301 / 302...
Regeling GBS Interface - GI Regeling GBS Interface - GI Selecteer Regeling GBS Interface. Wanneer dit scherm Regeling 001-F verschijnt, druk dan op . Indien deze Regeling voor GBS Interface het eerst wordt geconfigureerd, verschijnt het menu Configuratie. Als de Regeling al eerder geconfigureerd is, stel dan eerst toegangsniveau 3 in.
Regeling Storingsmelding - ST Regeling Storingsmelding - ST Selecteer Regeling Storingsmelding. Wanneer dit Regeling 001-D scherm verschijnt, druk dan op . Indien deze Storingsmelding Regeling voor het eerst wordt geconfigureerd, verschijnt het menu Configuratie. Als de Regeling al eerder geconfigureerd is, stel dan eerst toegangsni- veau 3 in.
Regeling Tapwaterregeling - TW Regeling Tapwaterregeling - TW Selecteer Regeling Tapwaterregeling. Wanneer dit Regeling 001-B scherm verschijnt, druk dan op . Indien deze Tapwaterregeling Regeling voor het eerst wordt geconfigureerd, verschijnt het menu Configuratie. Als de Regeling al eerder geconfigureerd is, stel dan eerst toegangsni- veau 3 in.
Pagina 49
Regeling Tapwaterregeling - TW CONTINU BEDRIJF Kies indien de Regeling altijd in de toestand dag Continu bedrijf verkeert. Bovenstaand menu-item verschijnt alleen indien is geselecteerd. Weekklok Geen BOILER Kies indien het tapwatersysteem is voorzien van een Boiler boiler. AANVOERTEMPERATUUR Selecteer hier: Aanvoertemp •...
Pagina 50
Regeling Tapwaterregeling - TW TAPWATERVOELER Kies indien er een tapwatertemperatuurvoeler op de Tapwatervoeler Regeling is aangesloten. Bovenstaand menu-item verschijnt alleen indien is gekozen. Boiler Ja LAADVOELER IN TSA Kies zodat de laadpomp, bij een onbekende Laadvoeler in aanvoertemperatuur én het ontbreken van een primaire temperatuurvoeler, niet wordt geschakeld op basis van de laadvoeler in de TSA, maar op basis van een vertra- gingstijd.
Pagina 51
Regeling Tapwaterregeling - TW LOOPTIJD VAN DE MENGKLEP Stel de tijd in die nodig is om de mengklep van volledig Mengklep dicht naar volledig open te sturen. looptijd 300s PERIODIEK HERINSCHAKELEN Kies indien de Regeling over een pomp en/of klep Periodiek herin- beschikt die ten minste eenmaal per dag gedurende schakelen...
Pagina 52
Regeling Tapwaterregeling - TW Deel II: Installatiehandleiding...
Pagina 54
Woord vooraf Deel III van dit document is uitsluitend bedoeld voor de installateur. Het begint met een overzicht van de specifieke functies van elke Regeling en vervolgens worden deze functies beschreven. Deze informatie kan gebruikt worden om de juiste werking van de Regelingen te controleren en om ingestelde waarden te wijzigen.
Regelingen Regeling TC 301 / 302 Algemeen Regelingen Regeling TC 301 / 302 Algemeen De belangrijkste taak van Regeling TC 301 / 302 Algemeen is het uitvoeren van algemene functies, zoals datum en tijd instellen. Indien de Regelaar in een bus zit, verandert ook daar de datum en de tijd.
Regeling GBS Interface - GI Regeling GBS Interface - GI De Regeling GBS Interface verzorgt de communicatie tussen de CTR-bus en een extern (gebouwbeheer)systeem. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de ingebouwde RS232-poort. Power Fig. 6.2 Schematische weergave Regeling GBS interface Hieronder volgt een overzicht van de functies binnen de Regeling: •...
Regeling Storingsmelding - ST Regeling Storingsmelding - ST De Regeling Storingsmelding heeft tot taak om alle in het systeem aanwezige storingen te verzamelen en, indien gewenst, te melden. Met systeem worden alle aanwezige en onderling, via de CTR-bus, gekoppelde Regelaars en Regelingen bedoeld.
Regeling Tapwaterregeling - TW Regeling Tapwaterregeling - TW De Regeling Tapwaterregeling kan gebruikt worden voor de warmtapwaterbereiding door middel van een externe warmtewisselaar. De Regeling kan naar keuze gebruikt worden voor een systeem met of zonder buffervat. Bij een systeem met buffervat is de warmtevraag afhankelijk van het verschil tussen de gewenste tapwatertempera- tuur en de temperatuur (midden en onder) in het buffervat.
Pagina 59
Regeling Tapwaterregeling - TW • Warmtevraag afh. van wel of geen boiler § 7.5.3, pag. 68 • Sturing mengklep bij installatie aan primaire zijde § 7.5.4, pag. 69 • Sturing mengklep bij installatie aan secundaire zijde § 7.5.5, pag. 70 •...
Functies Bedrijfstoestanden Functies Bedrijfstoestanden 7.1.1 Bedrijfstoestand (dag, nacht, vakantie, uit) De Regeling kent 4 bedrijfstoestanden, namelijk: 1. Dagbedrijf. 2. Nachtbedrijf. 3. Vakantiebedrijf. 4. Uit bedrijf. Afhankelijk van de bedrijfstoestand kunnen bepaalde installatie-onderdelen al dan niet in bedrijf zijn en kunnen setpoints, waarop geregeld wordt, veranderen. In het menu Bedrijfsgegevens wordt door middel van een korte omschrijving aangegeven wat de actuele toestand van de Regeling is.
Functies Bedrijfstoestanden 7.1.2 Weekklok met twee bedrijfstijden per dag (intern) Met behulp van een weekklok kan, vooraf, voor bepaalde perioden dagbedrijf worden ingesteld. Buiten de ingestelde bedrijfsperioden is de Regeling in nachtbedrijf. Deze functie is mogelijk alleen actief als tijdens de configuratie voor een interne weekklok gekozen is.
Functies Bedrijfstoestanden Deze functie is mogelijk alleen actief als tijdens de configuratie voor een interne vakantieklok gekozen is. In het vakantieklokprogramma kunnen acht verschillende vakantieperioden worden ingesteld. Per vakantieperiode moet een begin- en einddatum worden ingesteld. In het menu Bedrijfsgegevens wordt aangegeven of de Regeling, t.g.v. het vakantieklokprogramma, in de bedrijfstoestand vakantiebedrijf verkeert.
Functies Bedrijfstoestanden 2. Nachtbedrijf. 3. Vakantiebedrijf. 4. Uit bedrijf (laagste prioriteit). De bedrijfstoestand wordt alleen overgenomen als deze een hogere prioriteit heeft dan de eigen bedrijfstoestand. Is de Regeling zelf bv. in dagbedrijf en zijn de andere Regelingen in nachtbedrijf, dan blijft de Regeling in dagbedrijf. MENU BEDRIJFSGEGEVENS De Regeling verkeert in de bedrijfstoestand dagbedrijf Extern...
Functies Bedrijfstoestanden 7.1.9 Op afstand instelbare (constante) bedrijfstoestand Met behulp van tableauschakelaars kan de bedrijfstoestand van de Regeling constant naar dagbedrijf, nachtbedrijf, vakantiebedrijf of uit geschakeld worden. De tableauschakelaars worden ingelezen d.m.v. de Regeling Schakeltableau. Indien de Regeling Schakeltableau een constante bedrijfstoestand aan een Regeling doorgeeft, wordt deze altijd overgenomen, ongeacht de momentane bedrijfstoestand van de Regeling zelf.
Gewenste aanvoertemperatuur Gewenste aanvoertemperatuur 7.2.1 Aanvoertemperatuur bij warmtevraag Bij warmtevraag voor tapwater is de gewenste aanvoertemperatuur gelijk aan de ingestelde aanvoertemperatuur. De gewenste aanvoertemperatuur wordt eventueel doorgegeven aan een andere regeling. MENU BEDRIJFSGEGEVENS De momentane aanvoertemperatuur. Aanvoertemp 0°C De momentaan gewenste aanvoertemperatuur. Aanvoertemp gewenst 0°C...
Regeling GBS Interface - GI Regeling GBS Interface - GI 7.3.1 Bedrijfstoestanden In het menu Bedrijfsgegevens wordt aangegeven in welke toestand de Regeling momentaan verkeert. MENU BEDRIJFSGEGEVENS De Regeling wacht op opdrachten. Indien de Regeling Geen zojuist is geconfigureerd, geeft deze tekst aan dat er opdracht geen configuratie fouten zijn.
Regeling Storingsmelding - ST Regeling Storingsmelding - ST 7.4.1 Storingsgegevens (aantal en status) In het Statusscherm van de Regeling kunnen de storingsgegevens van de installatie bekeken worden. De volgende teksten (voorbeelden) kunnen zichtbaar zijn: MENU STATUSSCHERM Er heeft zich geen storing voorgedaan. Geen storing Er is één storing met lage prioriteit.
Regeling Storingsmelding - ST 7.4.3 Storingsniveau (hoog, laag) Elke storing, die door het regelsysteem gedetecteerd kan worden, heeft een instel- baar storingsniveau. Dit maakt het mogelijk om storingen een verschillende prioriteit te geven. Storingen met een niveau dat gelijk is aan, of hoger is dan het ingestelde niveau ‘Storing hoog’, hebben een hoge prioriteit.
Pagina 69
Regeling Storingsmelding - ST • Is er wel een storingssituatie dan worden per storing de desbetreffende Regeling, een korte omschrijving, het storingsnummer, en de datum en tijd van optreden vermeld. Er worden maximaal 20 storingen in het faxbericht omschreven. In principe wordt dit aantal gelijkelijk (elk 10) verdeeld over de reguliere storingen en de storingen met betrekking tot de externe storingsingangen.
Pagina 70
Regeling Storingsmelding - ST De faxstatus geeft aan dat een andere Regeling bezig Statusfax is met het versturen van een faxbericht. Regeling bezet De faxstatus geeft aan dat de COM-poort in gebruik is. Status fax RS232 bezet De faxstatus geeft aan dat er geen faxbericht verstuurd Status fax kan worden omdat het bericht te lang is.
Regeling Storingsmelding - ST De ingestelde wachttijd voor het versturen van een Fax wijziging nieuw faxbericht als er, tijdens een storingssituatie, een wachttijd nieuwe storing optreedt. Als de wachttijd gelijk aan ‘0 h’ is, wordt het nieuwe faxbericht onmiddellijk verstuurd. Als een storingssituatie blijft bestaan, wordt er, na de Fax-bericht ingestelde herhaaltijd, een nieuw faxbericht verzonden.
Pagina 72
Regeling Storingsmelding - ST • Een omschrijving van de storingen (maximaal 5 ). De omschrijving bestaat uit het adres van de Regeling en een korte omschrijving, bijv. 002-B Buitentemp. In het menu Bedrijfsgegevens is de status van de afhandeling van een SMS-bericht zichtbaar.
Pagina 73
Regeling Storingsmelding - ST De SMS-status geeft aan dat er een storing is Status SMS opgetreden tijdens de communicatie via de CTR-bus. CTR-comm fout De SMS-status geeft aan dat er momenteel geen Status SMS storingen zijn en dat er geen SMS-bericht verzonden Rust hoeft te worden.
Regeling Tapwaterregeling - TW Regeling Tapwaterregeling - TW 7.5.1 Gewenste tapwatertemperatuur dag en nacht De gewenste tapwatertemperatuur is voor dag- en nachtbedrijf separaat instelbaar. Tijdens vakantiebedrijf wordt het tapwatersysteem uitgeschakeld. De tapwatertemperatuur tijdens dagbedrijf is alleen via een menu instelbaar als tijdens de configuratie niet voor het gebruik van een potmeter is gekozen.
Regeling Tapwaterregeling - TW Er is warmtevraag maar het boilervat wordt nog niet Boilervraag opgewarmd (de laadpomp is nog niet ingeschakeld). De temperatuur in het midden van het boilervat. Boilertemp midden 0°C De temperatuur onder in het boilervat. Boilertemp onder 0°C MENU INSTELLINGEN Warmtevraag ontstaat als de temperatuur in het midden...
Regeling Tapwaterregeling - TW MENU BEDRIJFSGEGEVENS De momentane laadtemperatuur. Laadtemp 0°C De gewenste tapwatertemperatuur. Tapwatertemp gewenst 0°C De gewenste positie van de mengklep (0% betekent Positie mengklep volledig dicht en 100% betekent volledig open). MENU INSTELLINGEN De proportionele factor van de PID-regeling die de Mengklep gewenste stand van de mengklep bepaalt op basis van P-factor...
Regeling Tapwaterregeling - TW 7.5.6 Antikalkprogramma Het antikalkprogramma zorgt ervoor dat de primaire temperatuur niet hoger wordt dan de ingestelde antikalktemperatuur. Hierdoor wordt kalkafzetting zoveel mogelijk voorkomen. De functie is alleen actief als tijdens de configuratie voor het gebruik van een primaire voeler is gekozen.
Regeling Tapwaterregeling - TW 7.5.8 Sturing boilergroepspomp De boilergroepspomp wordt bij warmtevraag ingeschakeld en bij geen warmtevraag, eventueel pas na afloop van de ingestelde nadraaitijd, afgeschakeld. 7.5.9 Sturing laadpomp De laadpomp wordt bij warmtevraag in principe ingeschakeld als de warmtewisselaar voldoende warm is en uitgeschakeld als er geen warmtevraag is, of als de warmte- wisselaar te koud wordt.
Pagina 79
Regeling Tapwaterregeling - TW MENU INSTELLINGEN Het ketelcontact wordt verbroken als de aanvoertempe- Ketelsturing ratuur hoger wordt dan de gewenste schakeldiff aanvoertemperatuur plus de schakeldifferentie. Tapwaterregelaar TC 301 / 302...
Overige regelfuncties Overige regelfuncties 7.6.1 Opladen boiler voor aanvang dagbedrijf Deze functie zorgt ervoor dat de boiler bij aanvang van de dagperiode al op de gewenste temperatuur is. De tijd die nodig is om de boiler voor aanvang van de dagperiode op de juiste temperatuur te brengen, kan ingesteld worden.
Beveiligingen en bewakingen Beveiligingen en bewakingen 7.7.1 Setpointbewaking laadtemperatuur De laadtemperatuur wordt bewaakt met gebruikmaking van een instelbare tijd en een instelbare temperatuurafwijking. Deze functie is alleen actief als er een laadtemperatuurvoeler aanwezig is. Indien de laadtemperatuur niet binnen de ingestelde tijd hoger is dan de gewenste laadtemperatuur minus de ingestelde temperatuurafwijking, volgt een storingsmel- ding.
Beveiligingen en bewakingen Er is sprake van vorstgevaar indien de laad- en/of tapwatertemperatuur lager wordt dan 5 °C. De gewenste aanvoertemperatuur wordt ten minste gelijk aan de ingestelde minimumaanvoertemperatuur vorstgevaar, de mengklep wordt volledig opengestuurd en de aanwezige pompen worden ingeschakeld. Wanneer de laad- en tapwatertemperaturen vervolgens hoger worden dan 10 °C, vervalt vorstgevaar.
Algemene functies Algemene functies 7.8.1 Datum en tijd Een aantal functies, bv. weekklok, vakantieklok en opstoken, maakt gebruik van de datum en de tijd. Elke Regelaar beschikt over een menu Datum en tijd. De datum en de tijd kunnen zowel op een Bedieningsregelaar als op een Volgregelaar ingesteld worden.
Algemene functies menu Bedrijfsgegevens Het juiste versienummer is in het van de betreffende Regeling zichtbaar. 7.8.3 Identificatie Regelaar (CTR-nummer) Regelaars die onderling via de CTR-bus gekoppeld zijn, moeten individueel herken- baar zijn. Daarom wordt aan elke Regelaar van fabriekswege een uniek nummer, het zgn.
Algemene functies Indien men, met behulp van het PC-programma CTR-remote, een verbinding wil opbouwen met een modem dat is aangesloten op een Regelaar waarvan de modemfuncties niet zijn vrijgegeven, dan wordt de verbinding na korte tijd verbroken. Een Regeling Storingsmelding die gebruik wil maken van een modem waarvan de modemfuncties niet zijn vrijgegeven, meldt dat er geen modem is aangesloten.
Algemene functies Het faxbericht wordt verzonden. Bezig met versturen fax Er is een PC op de RS232-poort aangesloten. Direkte verbinding Er is geen modem aangesloten. Modem niet gedetecteerd Het modem is aan het bellen teneinde een SMS-bericht Verbindings- te versturen. opbouw SMS Het verzenden van het SMS-bericht is niet gelukt.
Algemene functies Het dataformaat is opgebouwd uit acht databits, een Dataformaat even pariteitbit en één stopbit. RS232 8-E-1 Het dataformaat is opgebouwd uit acht databits, een Dataformaat oneven pariteitbit en één stopbit. RS232 8-O-1 7.8.8 Telefooninstellingen Indien er een modem op een Regelaar wordt aangesloten, kunnen de kiesmethode, de tekens voor het gebruik van een buitenlijn en het aantal belsignalen worden ingesteld.
Algemene functies enzovoorts. Deze gegevens kunnen inzicht geven in de noodzaak van vervanging of onderhoud van de diverse componenten. Het aantal tellers is afhankelijk van de Regelingen en de gemaakte keuzes tijdens de configuratie. Tijdens de configuratie van een Regeling bestaat de mogelijkheid alle tellers tegelij- kertijd op nul te zetten.
Algemene functies • Alle analoge ingangswaarden, die door de Regeling worden gebruikt (bv. aanvoertemperatuur). • Alle discrete ingangswaarden, die door de Regeling worden gebruikt (bv. storing pomp). • De toestand waar de Regeling in verkeert (bv. koeling dag). • De berekende waarden (bv. gewenste kleppositie). •...
Pagina 90
Algemene functies MENU INSTELLINGEN Het ingestelde nummer geeft aan bij welke groep de ..storing hoort en wat het niveau van de storing is. Op de storingnummer 01 eerste regel (..) staat waar de storing betrekking op heeft. MENU STORINGEN Er is een storing.
Mochten zich desondanks problemen voordoen, raadpleeg dan onderstaande paragrafen en probeer de storing op te lossen aan de hand van de gegeven instructies. Indien dit niet lukt, neem dan contact op met uw Cenvax leverancier. De in dit hoofdstuk beschreven storingen zijn onderverdeeld in: •...
Als de betreffende storing zich meermaals voordoet of het euvel niet (afdoende) kan worden hersteld, neem dan contact op met uw Cenvax leverancier. Alle LED’s uit, geen tekst in het display: • Controleer de voeding en de zekering, deze bevindt zich links onder de grote afdekkap.
Het verhelpen van storingen Storingen gemeld door Regelingen CTR-fout 09 Elke Regelaar moet ‘op zijn beurt wachten’ voordat een bericht verzonden mag worden. Indien echter op het moment dat een Regelaar aan de beurt is, een andere Regelaar nog bezig is gegevens te verzenden, gaat de beurt over en moet de Regelaar wachten totdat de verzendvolgorde weer correct is, d.w.z.
Pagina 94
Het verhelpen van storingen Storingen gemeld door Regelingen Oorzaak : Tijdens het inlezen van data of teksten Datapunt vanuit een gebouwbeheersysteem treedt een CTR-fout Storingnummer 01 Gevolg : De Regeling GBS Interface meldt de fout aan het gebouwbeheersysteem. Actie : Controleer of het datapunt correct is ingesteld.
Het verhelpen van storingen Controleren van relaissuitgangen Oorzaak : Voeler is niet aangesloten, foutief Tapwatertemp aangesloten, of defect. Storingnummer 01 Gevolg : De functies die gebruikmaken van de tapwatertemperatuur vervallen. Actie : Controleer de bedrading en eventueel de voeler aan de hand van de weerstandstabel (zie § 8.6.). Oorzaak : De laad- en/of de tapwatertemperatuur Vorstgevaar...
Het verhelpen van storingen Weerstandstabellen voor temperatuuropnemers Weerstandstabellen voor temperatuuropnemers De onderstaande weerstandstabellen kunnen bv. gebruikt worden om de diverse temperatuuropnemers te controleren. Table 8.1: Cenvax NTC weerstandstabel Temp. [°C] Weerstand [Ω] Temp. [°C] Weerstand [Ω] 36.475 2.185 27.665 1.801 21.165...