De aansluitingen die voorzien zijn van een '
Table 4.8: Uitgangen MG 315 / 316 met insteekkaartje 7 of 8
Klemmen
1 / 2
3 / 4
5 / 6
7 / 8
9 / 10
11 / 12
De aansluitingen die voorzien zijn van een '
4.1.4.6
Aarding van de CTR-bus
Alle Regelaars worden met behulp van een twee aderig afgeschermde kabel in een
ring (CTR-bus) met elkaar verbonden (zie fig. 4.4).
De CTR-bus moet altijd op één punt aan aarde liggen. Dit gebeurt door het plaatsen
van een jumper.
Op slechts één
Bedieningsregelaar
op een
Handel als volgt:
1. Verwijder de kleine afdekkap.
2. Leg de CTR-bus aan aarde door het plaatsen van de jumper over de pennen
boven de klemmen A en B (zie fig. 4.4).
3. Monteer de kleine afdekkap.
13 14 15 16 17 18 19 20
Fig. 4.4 Aarding van de CTR-bus
35
Insteekkaartje 7
Pomp (KR)
Ketel (KR)
-
Pomp (MG)
Mengklep open (MG)
Mengklep dicht (MG)
Regelaar
in de bus wordt de jumper geplaatst (deze jumper kan alleen
worden geplaatst).
13 14 15 16 17 18 19 20
1 2
3
4 5
6
7 8
9 10 11 12
jumper
A
B
S
Installatie en montage Combicontrol
' , zijn altijd aanwezig.
Insteekkaartje 8
Pomp (KR)
Ketel (KR)
-
Heater (HG)
-
-
' , zijn altijd aanwezig.
1 2
3
4 5
6
7 8
9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19 20
A
B
S
Deel II: Installatiehandleiding
1 2
3
4 5
6
7 8
9 10 11 12
A
B
S