7. B E D I E N I N G VA N D E V O L C A N O C L A S S I C
Selecteer de gewenste temperatuur
met de draaiknop van de temperatuur-
regelaar.
8 . E A S Y VA LV E
8.1. Gebruik en bediening
8.1.1. Vullen van de Vulkamer
Neem het Vulkamerdeksel van de Vul-
kamer door dit tegen de wijzers van de
klok open te draaien.
Vulkamerdeksel verwijderen
Vul de Vulkamer met de gewenste
hoeveelheid fijngemaakt plantenma-
teriaal.
Temperatuur selecteren
max. 10 mm
min. 1 mm
Vullen van de Vulkamer
Schroef vervolgens het Vulkamerdek-
sel opnieuw vast.
Vulkamerdeksel vastschroeven
20
8 . E A S Y VA LV E
Zorg ervoor dat de Zeven niet
verontreinigd zijn met planten-
materiaal. Om een optimale
functie te garanderen is het aan te be-
velen om de Zeven na elke verdamping
te reinigen met de meegeleverde Reini-
gingsborstel.
Zet de Vulkamer met Deksel op de uit-
blaaspijp van de Heteluchtgenerator en
laat de Vulkamer vastklikken. Schakel
de pomp in. Druk op de groene toets/
schakelaar met de aanduiding "AIR". Zo-
wel de Vulkamer als het verdampings-
materiaal moeten eerst enkele secon-
den worden opgewarmd, voordat de
dampen kunnen vrijkomen. Verwijder
het Mondstuk alvorens de Ventielballon
aan te brengen.
ca. 5 sec
Het plantenmateriaal enkele seconden
opwarmen
Trek de Ventielballon strak
voordat hij op de Vulkamer
wordt geplaatst, zodat de Bal-
lon bij het vullen verticaal op de Hete-
luchtgenerator staat.
Ventielballon
strak trekken
Plaats de Ventielballon op de Vulkamer
en laat hem vastklikken. De Ventielbal-
lon wordt nu gevuld met de dampen.
Vul de Ventielballon slechts met zo
veel dampen, als waarschijnlijk in de
volgende 10 minuten worden gebruikt.
Vul de Ventielballon niet volledig (over-
druk), om verlies van dampen te vermij-
den. Het is belangrijk, de dampontwik-
21