•
Gebruik de juiste aansluitingen, de juiste functie en
het juiste bereik voor de metingen.
•
Werk niet in uw eentje.
•
Sluit bij stroommetingen de meter pas aan op de
stroomkring nadat u de stroom naar de stroomkring
hebt verwijderd. Sluit de meter altijd in serie aan op
de stroomkring.
•
Neem de plaatselijke en landelijke
veiligheidsvoorschriften in acht wanneer u werkt op
gevaarlijke locaties.
Gebruik uitsluitend door een veiligheidsinstituut
•
goedgekeurde meetsnoeren met dezelfde nominale
spanning, categorie en stroomsterkte als de meter.
Bij gebruik van het instrument met optionele
accessoires, is de laagste categorie van toepassing.
Om mogelijke elektrische schokken te voorkomen,
•
mag u TouchHold niet gebruiken om vast te stellen
of er een gevaarlijke spanning aanwezig is.
TouchHold registreert geen onstabiele aflezingen of
aflezingen met ruis.
Om foutieve aflezingen te voorkomen die tot een
•
elektrische schok of lichamelijk letsel kunnen
leiden, moet de batterij worden vervangen zodra de
batterij-indicator (B) verschijnt.
•
Om elektrische schokken te voorkomen, moet u de
meetsnoeren van de meter verwijderen voordat u de
batterijklep opent.
•
Sluit en vergrendel de batterijklep voordat u de
meter gebruikt.
•
Gebruik uitsluitend de gespecificeerde
vervangingszekering, een snelle zekering van
440 mA 1000 V, Fluke-onderdeelnr. 943121, om
lichamelijk letsel of beschadiging van de meter te
voorkomen.
•
De specificatie van de meetcategorie (CAT) van de
afzonderlijke component met de laagste
gespecificeerde waarde van het product, de probe of
het accessoire mag niet worden overschreden.
•
Gebruik geen meetprobes TL175 of TP175 in CAT III of
CAT IV omgevingen tenzij de meetpen volledig is
uitgeschoven en de juiste veiligheidsspecificatie
zichtbaar is in het venster.
Bij gebruik van de TL175 met instrumenten of
•
andere accessoires, is de laagste categorie van de
combinatie van toepassing. De enige uitzondering
hierop is wanneer de pen wordt gebruikt met de
AC172 of AC175.