7
Druk op de OK-knop.
Op de linkerhelft van de LCD-monitor verschijnt het scherm voor de eerste
opname.
8
Maak de eerste opname.
Houd de camera zo dat het onderwerp zich in het
midden van de linkerhelft van het scherm bevindt
en druk de ontspanknop in. De opname wordt op
de linkerhelft van de LCD-monitor weergegeven.
De rechterhelft van het scherm is bestemd voor
de tweede opname.
9
Beweeg de camera naar rechts zonder
uw standpunt te wijzigen.
10
Maak de tweede opname.
Houd de camera zo dat het onderwerp zich in het
midden van de rechterhelft van het scherm bevindt
en druk de ontspanknop in.
4
• Als u de 3D-beeldfunctie wilt annuleren, kiest u een andere opnamefunctie.
• Als de twee opnamen worden gemaakt in sterk uiteenlopende posities
(hoogtes) of niet recht zijn, wordt er geen duidelijk driedimensionaal effect
bereikt. Als u een persoon fotografeert, verdient het aanbeveling het model
te vragen zo stil mogelijk te staan en de tweede opname zo snel mogelijk
te maken. Gebruik van een statief of een stevige ondergrond vergemakkelijkt
het maken van de opnamen.
• Als vuistregel moet de camera ongeveer 1/40 van de afstand tussen
camera en onderwerp worden verplaatst. Bevindt het onderwerp zich
bijvoorbeeld op 3 meter afstand, dan moet de camera worden verplaatst
over een afstand van 3 m ÷ 40 = 7,5 cm.
De manier waarop mensen driedimensionale beelden waarnemen, verschilt
van persoon tot persoon. Daarom hoeft u hier geen overdreven aandacht
aan te besteden. De volgende tabel geeft een eenvoudige richtlijn voor
de verplaatsing van de camera.
Afstand tot onderwerp
Cameraverplaatsing
64
0,1m
0,3m
0,5cm
1cm
0,5m
1m
1,5cm
2,5cm
14 14 14
10/20/2003
10/20/2003
10/20/2003
11:19
11:19
11:19
14 14 14
3m
5m
7,5cm
13cm