Opnamen maken
De opnamefuncties instellen
De functie wijzigen
In de opnamefunctie kunt u opnamen maken. In de weergavefunctie kunt u
opnamen weergeven of wissen.
Tussen de opnamefunctie en weergavefunctie schakelen
• Als u van de opnamefunctie naar de weergavefunctie wilt schakelen, drukt u op
de Weergave-knop.
• Als u van de weergavefunctie naar de opnamefunctie wilt schakelen, drukt u op
de Weergave-knop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
4
De opnamefunctie selecteren
Geef de virtuele functiekiezer weer en selecteer de weergavefunctie.
U kunt kiezen uit acht functies.
A
Programmafunctie
H
(Stan-
Picture-functie
daardin-
stelling)
B
Nachtopnamefunctie
C
Filmopnamefunctie
F
Panoramafunctie
G
3D-beeldfunctie
D
Digitale filterfunctie
E
Gebruikersfunctie
1
Druk op de vierwegbesturing (
in de opnamefunctie.
De virtuele functiekiezer verschijnt.
2
Verplaats het pictogram voor
de gewenste functie met de
vierwegbesturing (
de bovenste positie in de kiezer.
Het pictogram wordt weergegeven in
een groen kader.
3
Druk op de OK-knop.
36
Hiermee kunt u alle functies instellen.
Hiermee kunt u de functies instellen op basis van
de bestaande situatie. Er zijn zeven beschikbare
functies in de Picture-functie.
Hiermee kunt u in het donker, bijvoorbeeld 's nachts,
opnamen maken.
Hiermee kunt u films opnemen.
Hiermee kunt u opnamen op panoramaformaat
maken.
Hiermee kunt u 3D-beelden opnemen.
Hiermee kunt u een kleurfilter instellen.
Hiermee kunt u de instellingen voor standaardfuncties
activeren door de camera aan te zetten.
)
3
) naar
45
blz.22
blz.54
blz.55
blz.56
blz.58
blz.63
blz.60
blz.62
Ok
OK