Storings-
Veroorzaker
nummer
0010
Ontstekingstijd overschreden.
0011
Rookgastemperatuur onder minimale waarde
gezakt.
0012
Initiator asverwijdering.
0013
Overstroom aanvoervijzel
0014
Overstroom toevoervijzel
0015
Overstroom asverwijdering
0016
Rookgasvoeler foutief aangesloten
0017
Onderbreking rookgasvoeler
0018
Kortsluiting ketelvoeler
0019
Onderbreking ketelvoeler
0020
Kortsluiting boilervoeler 1
0021
Onderbreking boilervoeler 1
0022
Kortsluiting boilervoeler 2
0023
Onderbreking boilervoeler 2
0024
Kortsluiting terugloopvoeler
0025
Onderbreking terugloopvoeler
0026
Kortsluiting buitenvoeler
0027
Onderbreking buitenvoeler
0028
Kortsluiting kringvoeler VK1
0029
Onderbreking kringvoeler VK1
0030
Kortsluiting kringvoeler VK2
0031
Onderbreking kringvoeler VK2
Oorzaak/probleem
Oplossing
De rookgastemperatuur heeft binnen de in-
Brandmateriaal controleren en in keuzeschakelaarstand Hand testen of het ontstekingsapparaat nog heet blaast;
gestelde ontstekingstijd (parameter P11)
door een technieker de onstekingseindpunten en besturing laten controleren; de assemblage van de rookgas-
niet de ingestelde waarde bereikt (parameter voelers en eindpunten (oxidatie van voelereinden) controleren; ontassing in manuele bediening testen; ser-
P5); geen of te vochtig brandmateriaal voor-
vicecentrum contacteren.
handen; teveel as/restanten in de verbran-
dingskamer; ontsteking defect; rookgas-
voeler steekt niet in schouwbuis;
Bij vollastverbranding zakt de rookgastem-
Geen of te vochtig brandmateriaal voorhanden of te veel as/restanten in verbrandingsruimte; probleem elimi-
peratuur voor de ingestelde tijd (Nr.K8) on-
neren, werking van de motoren, ventilatoren en asverwijdering in manuele bediening testen (keuzeschake-
der de ingestelde waarde (Nr.K7).
laarstand Hand), of verbrandingskamer reinigen).
Asverwijdering kan de ingestelde rotaties
Zie ook p.3.3 (asverwijdering / onderhoud / storing); werking asverwijdering in manuele bediening (Nr.1) testen
(Nr.Q5 of Q8) binnen 150 sec. niet bereiken.
(het initiatordisplay moet van 10 keer naar 9 keer enz. aftellen); de elektrische klemmen en leiding laten na-
Initiator defect, afstand initiatornok te
kijken en de initiator testen; initiatorkabel van klem 63 afnemen en een multimeter tussensteken, in manuele be-
groot (fabrieksinst.: 4mm).
bediening Nr.2 met de toetsen +/- de initiatornok naar initiator draaien (initiator aan: initiatorlampje brandt), de
multimeter moet ca. 21mA aangeven, vervolgens de initiatornok van initiator wegdraaien (initiator uit: initiator-
lampje brandt niet), de multimeter moet ca. 1,7mA aangeven; initiator vervangen of servicecentrum contacteren;
Hinderend deel in vijzelkanaal of vijzeldoor-
Vreemd voorwerp verwijderen, in manuele bediening Nr.2,3 of 4 met de +/- toetsen de betreffende vijzel vooruit
gangen versleten.
of terugdraaien (motorstroomweergave controleren); event. versleten vijzeldoorgangen vernieuwen; bij
asverwijdering ook ketelreinigingssysteem en vliegasverwijdering op soepelheid controleren.
Voeler foutief aangesloten (kan enkel bij
Voeler door technicus op aansluitpolariteit testen; rookgasvoeler of linkse HS-printplaat vervangen.
ingebruikname voorkomen) of HS-printplaat
defect.
Voeler niet aangesloten of onderbreking
Voeler aansluiten; leidingen en klemmen controleren; voeler of linkse HS-printplaat vervangen.
leiding.
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
Leidingen of voeler volgens weerstandswaardentabel (zie hoofdstuk installateursinstellingen) door technicus
laten nakijken .
Voeler niet aangesloten of voeleronderbre-
Voeler aansluiten; leidingen en klemmen controleren; de defecte voeler (stekker op de rechter I/O-printplaat)
king.
door een andere voeler vervangen; volgt een andere storing, dan moet de voeler vernieuwd worden, volgt
dezelfde storing, dan moet de rechter I/O-printplaat vervangen worden.
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
Onderbreking in voeler of in leidingen.
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
Voeler aansluiten: leidingen en klemmen controleren, of de parameters in het installatiescherm nakijken;
Onderbreking in voeler of in leidingen.
Voeler of leidingen volgens weerstandswaarden (hoofdstuk installateursinstellingen) door technicus laten na-
kijken; de stekker van het als defect aangegeven voeler (op de rechter I/O-printplaat) door een andere voelerstekker
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
vervangen; volgt een andere storing, dan is de voeler defect en te vernieuwen; volgt dezelfde storing, dan moet de
Onderbreking in voeler of in leidingen, of
rechter I/O-printplaat vervangen worden, of neem contact op met een servicecentrum.
voeler niet voorhanden.
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
Deze storing kan overbrugd worden door op ENTER te drukken, maar de storingsweergave blijft pinken om er
Onderbreking in voeler of in leidingen.
de gebruiker aan te herinneren.
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
Onderbreking in voeler of in de leidingen.
Kortsluiting in voeler of in de leidingen.
Onderbreking in voeler of in de leidingen.
(na verhelping probleem op ENTER drukken)