Over drempelwaarde en verhouding
Zoals in onderstaand diagram wordt getoond, bepalen
deze parameters hoe het volume gecomprimeerd moet
worden.
Drempelwaarde
Ingangsniveau
De klank aanpassen (EQ)
U kunt de driebands grafische Equalizer (LOW/MID/
HIGH) gebruiken om individuele klanken aan te passen.
Parameter
Waarde
0.5–8.0
Q
(only for MID)
20–1k (LOW),
Freq
20–8k (MID),
(Frequency)
1k–8k (HIGH)
Gain
-15–+15 dB
0.5:1
1:1
Verhouding
1.7:1
4:1
50:1
Uitleg
Breedte van de
frequentiereeks
Een hogere Q versmalt het
betreffende gebied.
Middenfrequentie
Hoeveelheid Boost/Cut
De akoestiek van een
speellocatie simuleren
(AMBIENCE SECTION)
Hier kunt u de daadwerkelijke akoestiek van de ruimte
waarin u de drums bespeelt wijzigen.
Een grote verscheidenheid aan parameters waar u mee
kunt werken bevat onder meer Overhead mic en Room
mic positionering, materiaal van de muur, het 'type'
ruimte, Reverb, enz.
1.
Druk op de [AMBIENCE] knop .
De [AMBIENCE] knop licht op, en het AMBIENCE SECTION
scherm verschijnt.
Knop
[F1] knop
[F2] knop
[F3] knop
[F4] (AMB ONLY) knop
[F5] (EDIT) knop
Effecten
Uitleg
Zet het effect aan/uit wanneer
zwevende microfoons worden
gebruikt.
Zet het Ambience-effect van de
ruimte aan/uit.
Zet het Reverb-effect aan/uit.
Beluister het Ambience-effect
(p.71)
Bewerkt de Ambience instellingen.
69