De Tones en frases tijdens de
opname controleren (Rehearsal)
De Rehearsal functie stelt opnemen tijdens het
opnameproces tijdelijk uit, zodat u kunt oefenen en dan
snel met opnemen verder kunt gaan.
1.
Start de opname (p .99) .
Het opname icoon (
2.
Tijdens de opname houdt u de [SHIFT] knop
ingedrukt en drukt u op de [PLAY] knop .
De [PLAY] knop knippert, en het oefen icoon (
icoon verschijnt.
Nu kan data van de pads of een klavier niet worden
opgenomen.
3.
Druk op de [PLAY] knop om de opname te
hervatten .
De [PLAY] knop is verlicht.
) verschijnt.
)
Een patroon bewerken (EDIT)
Als u een patroon wilt bewerken, bijvoorbeeld door een
patroon te kopiëren of twee patronen samen te voegen,
gaat u als volgt naar het PATTERN EDIT scherm.
1.
In het PATTERN scherm (p .90) drukt u op de [F4]
(EDIT) knop .
Het PATTERN EDIT scherm verschijnt.
PATTERN EDIT scherm (Preset patroon)
PATTERN EDIT scherm (gebruikers-patroon)
Knop
[F1] (COPY) knop
[F2] (APPEND) knop
[F3] (ERASE) knop
[F4] (DELETE) knop
[F5] (USB MEM) knop
2.
Druk op de [EXIT] knop om naar het PATTERN
scherm terug te keren .
Patroon sequencer
Uitleg
Kopieert het patroon naar een
gebruikers-patroon. U kunt ook
gespecificeerde Parts of maten
kopiëren (p.102).
Voegt twee patronen in één
patroon samen (p.103).
Wist de uitvoeringsdata van een
patroon.
U kunt ook de uitvoeringsdata
van gespecificeerde maten wissen
(p.103).
Verwijdert een patroon. U kunt
ook gespecificeerde maten uit een
patroon verwijderen (p.104).
Slaat het patroon in een USB-stick
op (p.105).
101