Inhoudsopgave
Advertenties
16 Pompinstellingen en pompprestaties
De Micro STC is uitgeurst met een Grundfos Alpha 2L-pomp.
16.1 Grundfos Alpha2L-instellingen
Afbeelding 35
Instellingen
Pompcurve
PP1
Laagste
proportionele
drukcurve
PP2
Bovenste
proportionele
drukcurve
CP1
Laagste constante
drukcurve
CP2
Bovenste constante
drukcurve
III
Snelheid III
II
Snelheid II
I
Snelheid I
Instructies voor installatie, onderhoud en bediening
Functie
Het werkpunt van de pomp gaat, afhankelijk van de warmte-eisen,
omhoog of omlaag op de laagste proportionele drukcurve. De
opvoerhoogte wordt bij dalende verwarmingseisen verminderd en
bij stijgende verwarmingseisen verhoogd.
Het werkpunt van de pomp gaat, afhankelijk van de warmte-eisen,
omhoog of omlaag op de bovenste proportionele drukcurve. De
opvoerhoogte wordt bij dalende verwarmingseisen verminderd en
bij stijgende verwarmingseisen verhoogd.
Het werkpunt van de pomp gaat, afhankelijk van de warmte-eisen
in het systeem, in of uit de laagste constante drukcurve. De
opvoerhoogte wordt constant gehouden, ongeacht de
verwarmingseisen.
Het werkpunt van de pomp gaat, afhankelijk van de warmte-eisen
in het systeem, in of uit de bovenste constante drukcurve. De
opvoerhoogte wordt constant gehouden, ongeacht de
verwarmingseisen.
ALPHA2 L werkt op een constante snelheid en op een constante
curve. In snelheid III wordt de pomp onder alle bedrijfscondities
ingesteld om op de max. curve te werken. Snelle ventilatie van de
pomp kan worden verkregen door de pomp voor een korte periode
op snelheid III in te stellen.
ALPHA2 L werkt op een constante snelheid en op een constante
curve. In snelheid II wordt de pomp onder alle bedrijfscondities
ingesteld om op de gemiddelde curve te werken.
ALPHA2 L werkt op een constante snelheid en op een constante
curve. In snelheid I wordt de pomp onder alle bedrijfscondities
ingesteld om op de min. curve te werken.
47
Alfa Laval Micro
Advertenties
Inhoudsopgave
