Inhoudsopgave
Advertenties
8
Verhelpen van fouten en storingen
Fout:
De vlotter geeft niet het
juist debiet aan of blijft
hangen.
De debietsensor schakelt
niet.
De meetwaarde van een
pH- of Redox-sensor is
niet stabiel, de sensor
kan niet worden gekali‐
breerd.
Er is lucht aanwezig in
de bypassarmatuur.
Er komt geen water uit
de monsterkraan.
Het debiet verandert na
verloop van enige uren.
Kwalificatie van gebruiker, verhelpen van fouten en storingen:
n
geschoolde gebruiker
gebruiker" op pagina 15
Oorzaak:
Vervuilende stoffen in de bypassarma‐
tuur.
Flowmetermodule hangt niet loodrecht.
Het Reedcontact kleeft vast door een te
hoge elektrische spanning (ook bij het
kortstondig overschrijden van de span‐
ning).
Er is geen potentiaalvereffeningspen
aangesloten, hoewel de regelaar hierop
is voorbereid.
De regelaar is niet voorbereid voor
metingen met een potentiaalvereffen‐
ingspen, bijv. geen brug geplaatst in het
apparaat.
De regelaar is niet voorbereid op
metingen zonder potentiaalvereffening,
volg de aanwijzingen in de gebruikers‐
handleiding van uw regelaar.
De sensor is vervuild, defect of moet
worden geregenereerd.
De bypassarmatuur is onjuist geïnstal‐
leerd.
Onderdruk in de bypassarmatuur.
De voordruk aan de module is niet cons‐
tant.
Verhelpen van fouten en storingen
Ä Hoofdstuk 3.2 „Kwalificatie van
Verhelpen:
Reinig de module en de vlotter, vuil‐
filter voorschakelen.
Monteer de flowmetermodule lood‐
recht.
Verlaag de spanningswaarden door
een voorweerstand te monteren en
vervang de debietsensor.
Sluit een potentiaalvereffeningspen
en een aarding aan, gebruik hiervoor
een potentiaalplug.
Bereid de regelaar voor op dit soort
metingen, bijv. plaats een brug
tussen twee klemmen in de regelaar.
Bereid de regelaar voor op dit soort
metingen, bijv. een brug plaatsen in
de regelaar.
Reinig, vervang of regenereer de
sensor, zie hiervoor de gebruikers‐
handleiding van de sensor.
Installeer de bypassarmatuur op
juiste wijze. Open de afsluitkraan
volledig en verhoog het debiet tot
maximaal 100 l/h tot lucht is ver‐
drongen uit de bypassarmatuur.
Installeer de bypassarmatuur op
juiste wijze, installeer bijv. een
beluchtingsventiel.
Controleer de werking van de pomp
vóór de bypassarmatuur en contro‐
leer de installatie van de pomp.
Wanneer de debietwijzigingen inhe‐
rent zijn aan het proces, moet de als
accessoire verkrijgbare debietbe‐
grenzer worden geïnstalleerd. Hier‐
voor is een minimale voordruk ver‐
eist van 1,5 bar, neem hierbij de
drukspecificaties van de sensoren in
acht.
35
Advertenties
Inhoudsopgave
