Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfname
6
Inbedrijfname
32
Kwalificatie gebruiker, Inbedrijfname: gekwalificeerd vakman
n
Ä Hoofdstuk 3.2 „Kwalificatie van gebruiker" op pagina 15
WAARSCHUWING!
Gevaar door een gevaarlijke stof!
Mogelijk gevolg: overlijden of zeer ernstig letsel.
Houdt u bij de omgang met gevaarlijke stoffen de
actuele veiligheidsinformatiebladen van de fabri‐
kant van de gevaarlijke stof bij de hand. In het vei‐
ligheidsinformatieblad staan de vereiste maatre‐
gelen vermeld. Aangezien op basis van nieuwe
kennis het gevarenpotentieel van een stof op elk
moment opnieuw kan worden geëvalueerd, moet
het veiligheidsinformatieblad geregeld worden
gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.
De exploitant van de installatie moet ervoor zorgen
dat er een actueel veiligheidsinformatieblad
beschikbaar is en dat de daarmee samenhan‐
gende risicobeoordelingen van de desbetreffende
werkplekken worden opgesteld.
Voorwaarde: Alle componenten zijn op correcte wijze gemonteerd.
1.
Open de afsluitkraan aan de ingangszijde volledig.
2.
Open de afsluitkraan aan de uitgangszijde langzaam, tot het
gewenste debiet is ingesteld. Hierbij mag in de bypassarma‐
tuur geen onderdruk ontstaan - open ter controle de monster‐
kraan, om te zien of er geen meetwater uittreedt. Wanneer
dit het geval is, moeten de procesparameters worden gewij‐
zigd of moet een beluchtingsventiel worden geïnstalleerd
(bestelnr. 1113427).
3.
Indien ingebouwd: Positioneer de Reedschakelaar van de
debietsensor op het minimaal toegestane debiet.
In de toepassing:
BAMa _ _1, bijv. drinkwater: 5 l/h
n
BAMa _ _2, bijv. pool + wellness: 30 l/h.
n
4.
Indien ingebouwd: Controleer de thermische debietbewaking
door het volumetrisch kalibreren van het door de fabriek
ingestelde onderste schakelpunt van 30%. Deze 30%
moeten overeenkomen met een debiet van minimaal 25 l/h.
Wanneer deze waarde wordt onderschreden, moet u het
schakelpunt verhogen, conform de gebruikershandleiding
van de thermische debietsensor. Voor het volumetrisch kali‐
breren heeft u een maatbeker en een stopwatch nodig.
5.
Controleer alle verbindingen, schroefkoppelingen, compo‐
nenten op dichtheid. Volg daarbij de aanwijzingen in de
gebruikershandleidingen van alle sensoren.
6.
Het kalibreren en de inbedrijfstelling verloopt zoals
beschreven in de gebruikershandleidingen van de sensoren.
Advertenties
Inhoudsopgave
