5
6
7
Afb. 9: De wartel vastdraaien
I.
Afb. 10: Sensorpunt insteekdiepte I.
Hernieuwde montage
6.
Draai de wartel met de hand vast (5) en breng een marke‐
ringsstreep (6) aan. Deze markeringsstreep dient als uitlijn‐
hulp bij een naderhande hernieuwde montage.
A3256
7.
Schuif de sensor in tot de voorgeschreven insteekdiepte (I.):
de sensorpunt moet samenvallen met de bovenkant van het
instroomelement.
8.
Houd de sensor vast en draai de wartel met een stuk gereed‐
schap ongeveer 1 ¼ omwentelingen aan (7.).
ð De snijring is nu vast verbonden met de sensorstaaf. De
insteekdiepte kan nu niet meer worden gewijzigd.
9.
Sluit de sensor elektrisch aan.
Specificatie: isolatie strippen, adereindhulzen 0,5 mm² x 10
mm met isolatiekragen.
A3257
10.
U kunt de sensor demonteren, bijv. om de sensorpunt te rei‐
nigen. Plaats de sensor daarna weer en draai de wartel
zonder extra kracht te gebruiken weer vast. De markerings‐
streep (6) moet weer aan dezelfde zijde staan als vóór de
demontage.
11.
Verwijder op de debietmodule de stop M30
12.
INFO!: Bij uitvoering 'Industriële media met aandeel vaste
stoffen' in combinatie met de thermische debietbewaking
moet u de meegeleverde monsterkraan samen met de
adapter M30/G1/4 monteren.
Monteer de adapter M30/G1/4 met O-ring en de monster‐
kraan
13.
Draai de componenten aan, tot de bedieningshendel naar
voren wijst, draaimoment zie
menten" op pagina 53
INFO!: Volg de aanwijzingen in de gebruikershandleiding van de
producent van de sensor.
Montage en installatie
Ä Hoofdstuk 12.9 „Aanhaalmo‐
25