7. Houd de kant van de geheugenmodule met de uitsparing in de contact-
zijde van de aansluiting, steek de geheugenmodule onder een hoek van
circa 20 graden stevig in de aansluiting 1 en kantel hem naar beneden
totdat hij op zijn plaats vastklikt 2 .
8. Breng het afdekplaatje van het compartiment weer aan en draai de
schroeven vast.
9. Sluit het LCD-scherm en leg de computer op zijn kop.
10. Zet de batterij weer op zijn plaats.
11. Draai de computer weer om en sluit de AC-adapter en alle kabels aan op
de computer.
Om te controleren of de geheugenmodule goed is geïnstalleerd, gaat u als
volgt te werk:
1. Zet de computer aan.
2. Druk op de ThinkVantage-knop zodra het bericht "Druk op de
ThinkVantage-knop om de normale opstartprocedure te onderbreken"
links onder op het scherm wordt afgebeeld. Het scherm ThinkVantage Res-
cue and Recovery wordt geopend.
3. Klik op Naar het BIOS gaan. Het bericht "Systeem moet opnieuw worden
gestart" wordt afgebeeld.
4. Klik op Ja. De computer start opnieuw en het venster van het programma
BIOS Setup Utility wordt geopend. Bij "Installed memory" kunt u zien wat
de totale hoeveelheid geïnstalleerd geheugen in uw computer is. Als u bij-
voorbeeld een geheugenmodule van 256 MB installeert in een computer
met een basisgeheugen van 256 MB, vindt u onder "Installed memory" de
waarde 512 MB.
Geheugenmodules vervangen
Hoofdstuk 7. Apparaten upgraden en vervangen
49