Symptomen
Controleren
Apparaat is niet
Staat de AAN/UIT-schakela-
ingeschakeld.
ar van het apparaat op UIT?
Is het netsnoer aangesloten
op het stopcontact?
Is het netsnoer op het appar-
aat of de achterkant van de
ombouw aangesloten?
Wordt spanning van het
juiste voltage geleverd?
Scherm is don-
Is de toets Energiespaarsta-
ker.
nd ingeschakeld?
Is de instelling Helderheid te
laag ingesteld?
Kan niet afdruk-
Wordt er een bericht op het
ken of
bedieningspaneel weerge-
kan niet ko-
geven?
piëren.
Is de printermodus Offline?
Is het netsnoer op het appar-
aat of de achterkant van de
ombouw aangesloten?
Online-lampje
Is de interfacekabel niet
gaat niet bran-
aangesloten?
den, ook al hebt
u de opdracht
gegeven om af
te drukken.
Is de omgeving correct in-
gesteld op de pc?
Is de vereiste interface in-
gesteld?
Afdrukken uit la-
Is het juiste papier in de lade
de 5 (handmati-
geplaatst?
ge invoer)
mislukt.
Xerox
®
D110/D125/D136 Printer
Handleiding voor de gebruiker
Oplossing
Zet de AAN/UIT-schakelaar op AAN.
Zet de AAN/UIT-schakelaar uit en sluit het
netsnoer aan op het stopcontact. Zet de
AAN/UIT-schakelaar op AAN.
De spanning moet 200-240 V (volt), 15 A (am-
père) zijn.
Zorg dat er voldoende stroom compatibel met
het gespecificeerde maximum stroomverbruik
(2,8-3,1 KVA) van het apparaat wordt geleverd.
Het apparaat bevindt zich in de energiespaarst-
and. Druk op de knop Energiespaarstand van
het bedieningspaneel om de energiespaarstand
uit te schakelen.
Pas de helderheid van het scherm aan met de
instelling Helderheid.
Voer de weergegeven instructies uit.
Druk op de knop Apparaatstatus en selecteer
Online als printermodus.
Zet de AAN/UIT-schakelaar uit en sluit het
netsnoer aan op het stopcontact. Zet de
AAN/UIT-schakelaar op AAN.
Zet de AAN/UIT-schakelaar op UIT, verwijder
het netsnoer uit het stopcontact en controleer
de connector van de interfacekabel.
Raadpleeg de Handleiding voor de systeembe-
heerder voor informatie over netwerkinstellin-
gen.
Controleer de printerdriver en andere omge-
vingsinstellingen op de pc.
Controleer de status van de interfacepoort die
in gebruik is.
Raadpleeg de Handleiding voor de systeembe-
heerder voor informatie over netwerkinstellin-
gen.
Volg de weergegeven instructies om papier van
het juiste formaat te plaatsen en probeer op-
nieuw af te drukken.
Problemen oplossen
10-27