Inhoudsopgave
Advertenties
Gevaar voor letsel door ongeschikte aansluitslangen!
Slangen die niet bestand zijn tegen het druk- en temperatuur-
bereik, kunnen tot gevaarlijke situaties leiden.
▶ Alleen slangen gebruiken die voor het aangegeven druk- en
temperatuurbereik zijn toegestaan.
▶ De gegevens in de informatiebladen van de slangfabrikanten
in acht nemen.
De pneumatische aansluiting van het regelventiel met
rechte zitting kan alleen in combinatie met de desbe-
treffende aansturing worden uitgevoerd.
Mogelijke aansturingen zijn:
Positioner type 8692, 8694, 8696 en 8792
procesregelaar type 8693 en 8793
8.4.1 Aansluiting van het stuurmedium
→ Het stuurmedium aansluiten op de stuurluchtaansluiting
("Afbeelding 8": 1)
(3 ... 7 bar; instrumentenlucht, olie-, water- en stofvrij).
→ De luchtafvoerleiding of een geluiddemper op de luchtafvoer-
opening ("Afbeelding 8": 3) en – indien aanwezig – op de extra
luchtafvoeropening ("Afbeelding 8": 3.1) monteren.
Bij gebruik in agressieve omgeving adviseren we alle
vrije pneumatische aansluitingen met behulp van
een pneumatische slang af te voeren in een neutrale
atmosfeer.
31
Extra luchtafvoeropening
met voorgeregeld stelsysteem
voor hoge luchtcapaciteit
(aandrijvingsgrootte ø 130)
Afbeelding 8:
Stuurluchtslang:
Er kunnen stuurluchtslangen van de maten 6/4 mm resp. 1/4"
worden gebruikt.
Optioneel is een stuurluchtaansluiting via G1/8"-schroefdraad
mogelijk.
8.5
Inbedrijfstelling
Na de installatie van het apparaat de X.TUNE uitvoeren. Met deze
functie worden de parameters voor de regeling vooringesteld.
Zie voor een beschrijving de bedieningshandleiding van
de aansturing.
nederlands
Type 2301
Montage
3
Luchtafvoeropening
1
Stuurluchtaansluiting
3.1
Pneumatische aansluiting
Advertenties
Inhoudsopgave
