Gebruikershandleiding
Stap 3 Selecteer de poort (COM1/COM2/COM3/NET) waarop de meter is aangesloten bij Port.
Stap 4 Selecteer Others (overige) bij Device Model (apparaatmodel).
Stap
5
Selecteer
(configuratiemethode).
Stap 6 Selecteer de bijbehorende sjabloon voor het meetpunt in het "configuratiebestand" of klik op
het pictogram
Stap 7 Voer een waarde in voor Beginning Address (beginadres) en Quantity of Device (appa-
raatnummer). Klik op Save (opslaan).
Let op het nummer van de apparaten die op elke poort worden toegevoegd. Het
ingevoerde beginadres moet hoger zijn dan het adres van een bestaand appa-
raat dat op dezelfde poort zit.
- - Einde
7.8.1.6 Meter van derden toevoegen (Custom, aangepast)
Stap 1 Klik op "Device (apparaat)→Device List (apparatenlijst)" om naar het bijbehorende
scherm te gaan.
Stap 2 Klik op Add device (apparaat toevoegen), selecteer Meter bij Device Type
(apparaattype).
Stap 3 Selecteer de poort (COM1/COM2/COM3/NET) waarop de meter is aangesloten bij Port.
Stap 4 Selecteer Others (overige) bij Device Model (apparaatmodel).
Import
Files
(bestanden
om het configuratiebestand te importeren.
importeren)
bij
Configuration
7 Webinterface
Method
47