3 Uitpakken en opslag
WAARSCHUWING
De Logger1000 kan uitsluitend onbeschadigd worden geïnstalleerd en in bedrijf
worden genomen. Controleer voorafgaand aan de installatie of:
•
de Logger1000 intact en onbeschadigd is;
•
gerelateerde documenten, zoals een snelstartgids, meegeleverd zijn.
3.4
Opslag
Als de Logger1000 niet direct na ontvangst wordt geïnstalleerd, neemt u de volgende vereis-
ten in acht om het apparaat op de juiste manier op te slaan:
•
Bewaar de Logger1000 in de originele verpakking in een goed geventileerde, droge en
schone ruimte.
•
De opbergplaats moet geschikt zijn voor het gewicht van de Logger1000.
•
De opslagruimte moet liggen in een droge, goed geventileerde omgeving waar zich geen
water kan verzamelen.
•
Omgevingstemperatuur: -40 ℃ tot +70 ℃; relatieve vochtigheid: 0~95%, geen
condensatie.
•
Neem voorzorgsmaatregelen om het apparaat te beschermen tegen de invloed van ruwe
omgevingen met zware klimatologische omstandigheden, waar het apparaat beschadigd
kan raken door plotselinge afkoeling/opwarming en botsingen.
•
Inspecteer de Logger1000 regelmatig, bijvoorbeeld minstens eenmaal per week. Contro-
leer of de verpakking intact is en vervang deze direct indien nodig.
•
Na opslag van een halfjaar of langer moet de Logger1000 uit de verpakking worden ge-
haald en worden opgestart om de werking te testen.
WAARSCHUWING
•
Bewaar de Logger1000 in de verpakking!
•
Sla de Logger1000 nooit op in de buitenlucht of in een omgeving waar het appa-
raat wordt blootgesteld aan direct zonlicht!
•
Niet gekanteld of gestapeld opslaan!
Na langdurige opslag moet de Logger1000 voorafgaand aan de installatie eerst
uitgebreid worden getest om beschadigingen uit te sluiten. Installeer de Log-
ger1000 indien nodig pas nadat deze is getest door gekwalificeerd personeel.
12
Gebruikershandleiding