Inhoudsopgave
Advertenties
7 Webinterface
De beveiligingsparameters kunnen op twee manieren worden ingesteld: afzonderlijk of
batchgewijs. Zie
instellingsmogelijkheden.
Welke parameters in het scherm Protection Parameters (Other) beschikbaar
zijn, verschilt mogelijk per omvormermodel. Het werkelijke scherm kan dus enigs-
zins afwijken.
7.7.8 Parameters voor vermogensregeling
Klik op "Power Monitoring→Power Regulation Parameters" (Vermogensmonitoring ->
Parameters voor vermogensregeling) en configureer de parameters voor de vermogensre-
geling in het bijbehorende scherm.
De parameters voor de vermogensregeling kunnen op twee manieren worden ingesteld: af-
zonderlijk of batchgewijs. Zie
formatie over instellingsmogelijkheden.
7.7.9 General Parameter (algemene parameters)
Stap 1 Klik op "Device monitoring (apparaatmonitoring)→General Parameters (algemene pa-
rameters)" om naar het bijbehorende scherm te gaan en algemene parameters in te stellen.
Stap 2 Selecteer Read-back (aflezen), stel het registeradres, registernummeren adrestypein en
klik op de knop Read-back (aflezen)om de huidige waarde van het apparaat af te lezen.
Stap 3 Selecteer Settings (instellingen), stel het registeradres, datatypeen de waardein en klik
op de knop Save (opslaan). U kunt parameters instellen voor een afzonderlijk apparaat.
Raadpleeg het betreffende communicatieprotocol van de omvormer om te bepa-
len welke parameters moeten worden ingesteld.
Stap 4 (Optioneel) Selecteer Settings (instellingen), stel het registeradres, "datatype" en de
waardein en klik op Configure Synchronization (synchronisatie configureren).. Kies de
in te stellen apparaten in de weergegeven apparatenlijst en klik op Save (opslaan). U kunt
de parameters instellen voor meerdere apparaten.
- - Einde
7.7.10 Device Instruction (apparaatinstructie)
Klik op "Device Monitoring (apparaatmonitoring)→Device Instruction (apparaatin-
structie)" om naar het bijbehorende scherm te gaan.
Vanuit dit scherm kunnen gebruikers het apparaat opstarten/afsluiten of de bijbehorende in-
stellingen resetten.
U kunt de apparaatinstructie op twee manieren instellen: afzonderlijk of batchgewijs. Hieron-
der leest u hoe dat gebeurt voor bijvoorbeeld een opstartbewerking.
44
"7.7.3 Initial Parameter (initialisatieparameter)"
"7.7.3 Initial Parameter (initialisatieparameter)"
Gebruikershandleiding
voor meer informatie over
voor meer in-
Advertenties
Inhoudsopgave
