5.2.3 Claxon
5.2.4 Ruitenwisser- en ruitensproeierschakelaar
Druk niet op het bedieningsorgaan van de ruitensproeier wanneer het reservoir van de
ruitensproeiervloeistof leeg is, omdat de pomp hierdoor schade zou kunnen oplopen.
Door de ruitenwissers op een droge voorruit te laten werken, zou de ruit schade kunnen
oplopen. Gebruik de ruitenwissers alleen wanneer de voorruit nat is.
Bij koud weer kan het ruitenwisserblad bevriezen. Probeer deze niet in te schakelen wan-
neer hij bevroren is; hierdoor zou de motor van de ruitenwisser schade kunnen oplopen.
5.2.5 Ventilatieschakelaar
5 Beschrijving van de bestuurdersplaats
• Druk op de schakelaar boven aan de rechtse bedie-
ningshendel om de claxon te activeren.
1 = Claxon
• Deze schakelaar dient zowel voor de ruitenwissers
als voor de ruitensproeier.
1 = De ruitenwissers werken.
2 = Druk op de schakelaar om ruitensproeiervloeistof
op de voorruit te verstuiven.
OFF = De ruitenwissers worden uitgezet.
• Controleer dagelijks het ruitensproeiervloeistof .
BELANGRIJK
• Gebruik deze schakelaar om de lucht in de cabine
te ventileren. Druk op de schakelaar om het toerental
van de ventilator te selecteren.
• Met de keuzeschakelaar kan het luchtvolume gese-
lecteerd worden door te kiezen voor :
– OFF = Ventilator uit.
– 1 = Laag toerental ventilator.
– 2 = Hoog toerental ventilator.
www.duma-rent.com
23