4 Controles vóór het starten van de machine
4.5 Controle van het hydrauliekoliepeil en bijvullen van het
reservoir
Wanneer u de dop van de vulopening van de olie verwijdert, moet u deze voorzich-
tig losdraaien om de druk van het reservoir te halen en eventuele lekken van hoge-
drukolie te voorkomen, wat gevaarlijk zou zijn.
1 = Max. vulstreep
2 = Min. vulstreep
2 = Kap B
3 = Brandstoftandkdop
86
OPGELET
1. Zet de machine in de stand die hiernaast verduide-
lijkt wordt: blad naar achteren en op de grond neerge-
laten, inrichting evenwijdig met de rupsen, vijzel van
de giek voor de helft naar buiten, vijzel van de arm in-
getrokken tot het einde van zijn slag, tanden van de
graafschop op de grond.
2. Leg de motor stil.
3. Stel het oliepeil vast door naar de peilstok op de
rechterkant van de machine te kijken.
De kogel moet zich tussen het bovenste en onderste
peilteken van de peilstok bevinden.
Aantekening
Het oliepeil varieert naargelang van de tempe-
ratuur van de olie.
• Vóór het starten moet het oliepeil zich op
of rond het middelpunt van de peilstok be-
vinden (olietemperatuur : 10 tot 30 °C).
• Bij een normale werking moet het olie-
peil zich rond de maximale vulstreepvan de
oliepeilstok bevinden (olietemperatuur : 50
tot 80 ℃).
4. Als het oliepeil lager is dan het peilteken dat het
minimum aanduidt, moet u het reservoir als volgt
bijvullen :
a. Open kap B met behulp van de startsleutel.
b. Open de dop van de opening van het
hydrauliekoliereservoir.
c. Vul de brandstoftank bij via de vulopening en
houd ondertussen de peilstok op de tank in het
oog.
5. Sluit de tank.
6. Sluit kap B.
www.duma-rent.com