• Het gebruik van meters in scholen, trainingcentra, computer- en zelf-hulpwerkplaatsen moet op een
verantwoordelijke wijze onder toezicht worden gehouden door getraind personeel.
• De spanning tussen de aansluitpunten van het multimeteronderdeel en aardpotentiaal mag nooit hoger
zijn dan 600 V DC/AC in CAT III.
• Alleen spanningen van <75 V/DC of <50 V/AC mogen worden aangesloten op de banaanklemmen (14)
en modulaire stekkers. Deze contacten zijn uitsluitend ontworpen voor standaard telefoonsignaal- en
besturingsspanningen of voor kabels die niet onder spanning staan.
• De testsondes moeten van het gemeten voorwerp worden verwijderd telkens wanneer het meetbereik
wordt veranderd.
• Ben uiterst voorzichtig wanneer u werkt met spanningswaarden hoger dan 25V AC of 35 V DC. Zelfs
bij deze spanningen kunt u een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen wanneer u in contact komt
met elektrische draden.
• Controleer zowel de meter als de meetlijnen ervan op schade voorafgaand aan elke meting. Voer nooit
metingen uit als de beschermende isolatie is beschadigd (gescheurd, ontbrekend, etc.).
• Om elektrische schokken te vermijden, dient u de aansluit-/meetpunten tijdens het meten nooit direct of
indirect aan te raken. Houd de testsondes en banaanklemmen tijdens het meten nooit vast buiten hun
gemarkeerd en voelbaar gripbereik.
• Gebruik de multimeter niet net vóór, tijdens of direct na onweer (elektrische schok / krachtige over-
spanning!). Zorg ervoor dat uw handen, uw schoenen, uw kleding, de vloer en alle schakelaars en
schakelcomponenten droog zijn.
• Gebruik het apparaat niet in de buurt van krachtige magnetische of elektromagnetische velden, zendan-
tennes of HF-generatoren, omdat deze incorrecte meetwaarden kunnen veroorzaken.
• Schakel het product niet in onmiddellijk nadat het van een koude naar een warme omgeving is ver-
plaatst. De condensatie die zich dan vormt, kan het apparaat permanent beschadigen. Houd het appa-
raat uitgeschakeld en wacht totdat deze op kamertemperatuur is gekomen.
• Gebruik om veiligheidsredenen alleen de meegeleverde meetkabels of accessoires die zijn aangepast
aan de specificaties van de multimeter.
• Neem daarnaast ook de veiligheidsvoorschriften in elk hoofdstuk van deze instructies in acht.
• Raadpleeg een expert als u vragen hebt over gebruik, veiligheid of aansluiting van het apparaat.
• Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een technicus of een
daartoe bevoegd servicecentrum.
• Als u nog vragen heeft die niet door deze gebruiksaanwijzing worden beantwoord, kunt u contact opne-
men met onze technische dienst of ander technisch personeel.
b) Aangesloten apparaten
• Neem tevens de veiligheids- en gebruiksinstructies van andere apparaten die op het product zijn aan-
gesloten in acht.
66