5.6 Diagnose en signaleringen
Sommige inrichtingen geven zelf al speciale signaleringen waardoor het mogelijk is de bedrijfsstatus of eventuele storing te herkennen.
5.6.1 Fotocellen
In de fotocelllen bevindt zich een ledlampje "SAFE" [A] (afbeelding 74) waarmee de bedrijfsstatus op ieder moment gecontroleerd kan worden.
Tabel 11
LED "SAFE"
Altijd uit
Langzaam knipperen
Snel knipperen
Brandt continu
5.6.2 Waarschuwingslicht en gebruikerslicht
Het waarschuwingslicht knippert tijdens de manoeuvre één keer per seconde, terwijl het gebruikerslicht ononderbroken brandt. In geval van storing
knippert het waarschuwingslicht sneller (het duurt dan een halve seconde). De knipperingen worden worden twee keer herhaald, met een pauze van
een seconde daartussen. Dezelfde diagnoseknipperingen ziet u ook op het gebruikerslicht.
Tabel 12
Snelle Knipperinden
2 knipperingen,
een pauze van 1 seconde,
2 knipperingen
3 knippingen,
een pauze van 1 seconde,
3 knipperingen
4 knipperingen,
een pauze van 1 seconde,
4 knipperingen
24 Aanwijzingen GD0
BETEKENINGS
Signaal OK = Geen enkel obstakel
Schaars signaal = Geen enkel obstakel
Zeer slecht signaal = Geen enkel obstakel
Signaal nul = Obstakel aanwezig
Status
Inwerkingtreding van een fotocel
Inwerkingtreding begrenzer "motorvermogen"
Inwerkingtreding van de ingang STOP.
STATUS UITGANG
Actief
Actief
Actief
Alarm
A
Afbeelding 73
Handeling
Aan het begin van de manoeuvre geven één of meer fotocellen
geen toestemming. Controleer of er obstakels zijn. Tijdens de
manoevre is er geen actie vereist, indien er inderdaad een obsta-
kel aanwezig is.
Tijdens de manoeuvre heeft de deur meer wrijving ondervonden.
Ga na wat de oorzaak is.
Aan het begin van de manoeuvre of tijdens de beweging is de
ingang STOP in werking getreden. Ga na wat de oorzaak is.
HANDELING
Alles OK
Centreer beter
Controleer centrering, eventueel vuil aanwezig en omgeving
Verwijder obstakel