3
Controleer de opgenomen filmclip
of verwijder deze.
Om deze te controleren, drukt u op de k-knop.
Om deze te verwijderen, drukt u op de l-knop.
De laatst opgenomen filmclip of alle filmclips
kunnen worden verwijderd.
Om verder te gaan met het opnemen van
filmclips herhaalt u de handeling in stap 2.
Om de effecten te wijzigen, keert u terug naar
stap 1.
4
Sla de korte filmvoorstelling op.
De korte filmvoorstelling wordt opgeslagen wanneer de camera klaar is met het
opnemen van het ingestelde aantal filmclips.
Om een korte filmvoorstelling op te slaan vooraleer de camera klaar is met het
opnemen van het ingestelde aantal filmclips, drukt u op de d-knop wanneer
het opname-stand-byscherm wordt weergegeven, waarna u Opname stoppen
selecteert.
De filmclips worden verwijderd wanneer een korte filmvoorstelling wordt
opgeslagen.
40
30
20
10
0
15m
15m
15m
1010hPa
1010hPa
1010hPa
-10
Voorbeeld
Aantal opgenomen filmclips
12
15
24m36s
24m36s
880
880
39