Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro REELMASTER 3500-D Gebruikershandleiding pagina 19

Verberg thumbnails Zie ook voor REELMASTER 3500-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

kooien in en uit. Werk met alle messenkooien neer-
gelaten, vervolgens met slechts één messenkooi. Als u
vertrouwd bent met de machine kunt u oefenen met het
rijden om bomen en obstakels. U kunt ook met
verschillende snelheden hellingen op- en afrijden.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd de veilig-
heidsgordel en het omkiepbeveiligingssysteem als u
een vierwielaangedreven machine bestuurt, en zorg
ervoor dat de vergrendelpin van de stoel vast zit.
Een andere factor waarmee u rekening moet houden is
de bediening van de remmen. De remmen kunnen
gebruikt worden als hulpmiddel bij het draaien van de
machine. Gebruik de remmen echter met beleid, in het
bijzonder op zacht of nat gras omdat in deze situaties het
gazon per ongeluk beschadigd kan worden. Een ander
voordeel van de remmen is dat de tractie op gelijk niveau
gehouden kan worden. Bijvoorbeeld: u bent zijwaarts op
een helling aan het rijden en het klimmende wiel slipt en
verliest grip. Als dit zich voordoet kan het betreffende
rempedaal geleidelijk, pompend ingetrapt worden, totdat
het klimmende wiel niet meer slipt, waardoor de tractie
op het laagste wiel toeneemt.
LET OP: Dit produkt kan meer geluid produceren dan
85dB(A) op de bestuurderspositie. Om de kans op
permanente gehoorbeschadiging te verkleinen wordt
gehoorbescherming aanbevolen indien u gedurende
langere tijd hieraan blootgesteld wordt.
Waarschuwingssysteem—Als een waarschuwings-
lampje tijdens het gebruik oplicht, moet u de machine
onmiddellijk stoppen en het probleem verhelpen voor-
dat u verdergaat met uw werk. Indien de machine toch
gebruikt wordt met een defect, kan de machine ernstig
beschadigingen oplopen.
Maaien—Maak de transportvergrendelingen van de
messenkooien los als u op de plek aangekomen bent
waar gemaaid moet worden. Start de motor, haal de as-
versnellingshendel naar achter in de MAAIEN-positie
en zet de gashendel in de SNEL-positie zodat de motor
met maximale snelheid draait. Trap het tractiepedaal
naar voren in om vooruit te rijden en te maaien. Zorg
dat intrappen van het tractiepedaal en instelling van de
snelheidselector met elkaar in overeenstemming zijn
om constant en met een goede kwaliteit te kunnen
maaien.
Transport—Haal na het maaien de messenkooien op
door de liftbesturingshendels naar achter te halen.
Houd de hendels naar achter totdat de messenkooien
volledig opgetrokken zijn. Vergrendel de messenkooien
in deze positie met behulp van de transportver-
grendelingen. Zet de as-versnellingshendel naar voor in
de HOOG-positie. Zet de hendel altijd in de LAAG
positie als tijdens het rijden van de ene plek naar de
andere voordat u een helling tegenkomt. Schakel op
een helling nooit over van HOOG naar LAAG. Stop de
machine op een horizontaal oppervlak, trap de remmen
in en schakel over voordat u de helling beklimt. Ben
voorzichtig wanneer u tussen objecten door rijdt, zodat
u niet per ongeluk de machine of de messenkooien
beschadigt. Ben extra voorzichtig bij het besturen van
de machine op hellingen. Rijd langzaam en vermijd het
maken van scherpe bochten op hellingen om omkiepen
te voorkomen. Voor een goede besturing moeten de
messenkooien neergelaten zijn tijdens het afdalen van
hellingen.
Het Duwen Of Slepen Van De Tractie-eenheid—
Gebruik uitsluitend een stijve trekstang indien de
machine opgesleept moet worden. Controleer of de as-
versnellingshendel in de NEUTRAALstand staat, en
sleep de machine uitsluitend in voorwaartse richting.
Gebruik een aanhanger voor normaal transport. Zet de
as-versnellingshendel in de LAAG-positie voordat de
machine op een aanhanger geladen wordt.
Het Op Elkaar Afstellen Van De Voortbewegingssnel-
heid En De Draaisnelheid Van De Messenkooien—
Varieer de draaisnelheid van de messenkooien (terwijl
een constante voortbewegingssnelheid aangehouden
wordt) om de beste maaikwaliteit te verkrijgen voor de
plek die gemaaid moet worden. Te lage en te hoge
snelheden voor bepaalde situaties kunnen resulteren in
een slechte maaikwaliteit. Zie de maaitabellen (Afb. 17)
voor om grofweg de instelling te bepalen aan de hand
van de verhouding tussen de draaisnelheid van de
messen en de voortbewegingssnelheid.
N.B.: Draai de tapbout op de as om de snelheid van de
messenkooi te regelen vast om de snelheidsinstelling
vast te zetten zodat deze niet veranderd kan worden
tijdens het gebruik van de machine (Afb. 16).
1.
Tapbout voor de afstelling van de snelheid van de messenkooi
19
Afbeelding 16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0360203603

Inhoudsopgave